Recensie: Kazuo Ishiguro – Toen wij wezen waren
Het einde van een droom
Britten kunnen spannend schrijven. De beste detectives op televisie worden in Engeland gemaakt. Kazuo Ishiguro koos een detective als hoofdpersoon van Toen wij wezen waren. De roman leverde hem een Booker Prize-nominatie op, een prijs die hij eerder kreeg voor The Remains of the Day. Deze keer won hij niet.
In zeven hoofdstukken vlieg je door het leven van detective Christopher Banks. Een ongewoon leven, want hij brengt zijn jeugd door in Sjanghai. Een nogal onbezorgde jeugd, met een Japanse jeugdvriend, een noest werkende vader en een stralende, eigenzinnige moeder. Dat kan natuurlijk niet al te lang duren. Vader wordt opeens ontvoerd en ook moeder verdwijnt op het moment dat zijn oom Christopher in veiligheid brengt. Hij wordt naar Engeland teruggebracht en daar groeit hij verder op, studeert hij en uiteindelijk wordt hij een gevierd detective. Natuurlijk moet hij terug naar Sjanghai om te onderzoeken waar zijn ouders zitten.
Alhoewel het boek voornamelijk in het interbellum speelt en er prachtige scènes in staan over de high society, zindert er een autobiografische laag onder het verhaal. Ishiguro is als vijfjarig Japans jongetje naar Engeland gegaan om daar uit te groeien tot een gevierd schrijver. Wat betekent de grond van je geboorteplek dan nog voor je, hoe lang kun je een jeugd vasthouden?
Zoals vaker bij Ishiguro sluipt er een toon van vergeefsheid door in de roman. Als Christopher teruggaat naar Sjanghai merkt hij dat alles veranderd is. De stad ligt braak als strijdtoneel tussen Chinezen en Japanners. Het ouderlijk huis is aangepast en wordt bewoond door een andere familie. Zijn jeugdvriend behoort nu tot het vijandelijk kamp. Over zijn ouders komt hij schokkende zaken te weten. Naarmate hij meer weet, raakt hij meer kwijt van zijn jeugd.
In eerste instantie lees je Toen wij wezen waren als een detective: er moet iets opgelost worden. De mooie beschrijvingen van de jeugd en de latere zoektocht ernaar laten het Britse vakmanschap zien van een goed plot en een soepele stijl. Maar op het eind, als alles opgelost is, het hoogtepunt van een detective, is de teleurstelling voor de hoofdpersoon het grootst. Dan weet je dat je een psychologische roman gelezen hebt, waarin een oplossing van een raadsel het einde van een droom betekent.
Coen Peppelenbos
Kazuo Ishiguro – Toen wij wezen waren. Vertaald door Marijke Versluys. Atlas, Amsterdam, 334 blz.
Deze recensie werd eerder gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 1 december 2000.