Strips: de opkomst van integrales
Het succes van integrales: nostalgie en schoonheid
Vier jaar geleden verschenen de eerste integrales op de Nederlandstalige stripmarkt, en sindsdien is het zo snel gegaan met de heruitgave van stripreeksen in verzamelbanden, dat we nog geen tijd hebben gehad om een Nederlandse vertaling voor het fenomeen te bedenken.
De integrale is een Franse uitvinding. Het zijn bundelingen in harde kaft van twee, drie of vier delen uit een reeks. Vaak zit er een dossier bij, nog een onvertaalde term al is deze ook adequaat in onze taal. In deze dossiers treffen we interviews, schetsen, modelstudies en pril werk aan. Mooi voor de echte fan, voor anderen een rechtvaardiging om verhalen die je al kent, of zelfs al hebt, gewoon nog een keer te kopen. Daarbij komt dat integrales altijd in kloeke hardcovers verschijnen, met strakke ruggen die het geweldig doen in je boekenkast. Al deze hebberigheid ten goede, het echte argument om integrales aan te schaffen is dat de verhalen vaak compleet zijn gerestaureerd: opnieuw ingekleurd, geletterd en perfect afgedrukt op het juiste papier.
Dat klinkt als een kleinigheid, maar het is een wereld van verschil. Zeker in de beginjaren zeventig werd er door sommige uitgeverijen bezuinigd op papier, lettering en drukkwaliteit, waardoor strips er belabberd uitzagen en vrijwel onleesbaar waren. Maar het belangrijkste argument om alles met moderne middelen op te lappen en integraal uit te geven is de economische wet: de stripliefhebber wordt snel ouder en geeft graag een paar tientjes uit aan zijn tedere jeugdherinneringen. Nostalgie is een melkkoe.
Uitgeverij Sherpa bewees dat al vroeg met de integrale uitgaven van Roodbaard, de klassieke stripserie over de stoere piraat en zijn aangenomen zoon Erik, die verscheen tussen 1959 en 1989. Inmiddels zijn er negen perfect uitgegeven integrale delen verschenen en is de serie een succes, niet in de laatste plaats door de interessante dossiers met achtergrondinformatie en illustraties, die je vaak terugkatapulteren in je jeugdjaren.
Roodbaard was een van eerste series die in het Nederlands een integrale-aanpak kreeg. De bijval vanuit de stripwereld zorgde voor een sneeuwbal-effect en sindsdien worden integrales aan de lopende band aangekondigd: langlopende klassieke series als Tanguy en Laverdure, Blueberry, Steven Sterk, Ravian, Jan Kordaat, Yoko Tsuno, Guus Slim, Jerry Spring, Chlorophyl en de Beverpatroelje zijn weer volop beschikbaar én betaalbaar. En het is nog lang niet gedaan.
Daarnaast worden ook kortlopende titels gebundeld, zowel klassieke als moderne. Bouncer, De Wezentrein en Magasin General zijn nog geen tien jaar oud, maar krijgen nu al een bundelversie in harde kaft. Gevaarlijk, omdat liefhebbers kunnen besluiten de gewone albums te laten voor wat ze zijn en wachten op de voordeligere en sjieke bundels. Het is in deze categorie waar de stripliefhebber de mooiste vondsten doet. Vorig jaar verscheen Frommeltje en Viola, de vierdelige romance-noir van Bernard Hislaire, die nooit compleet in het Nederlands verscheen. Voor het eerst lazen we hoe het afliep: hartverscheurend mooi.
Ook de driedelige integrale-reeks van Simon van de rivier was een schot in de roos: het post-apocalyptische sprookje uit de jaren zeventig bleek nog niets aan kracht te hebben ingeboet. Sterker: het was destijds zo beroerd uitgegeven dat het voor veel mensen voor het eerst was dat ze het fatsoenlijk konden lezen.
Nog een verrassing is de driedelige integrale van Trent, die op dit moment verschijnt. Het zijn negen sterke verhalen rond Philippe Trent, een mountie van de Canadese bereden politie. Spannend en vast vergeten als het niet zou zijn gebundeld; nog een voordeel.
Met de integrales bereiken stripuitgeverijen ook nieuw publiek, mensen die niet tot de kliek stripliefhebbers behoren en eerder naar de gewone boekwinkel gaan dan een stripspeciaalzaak. Het zal de reden zijn dat juist integrales goed verkrijgbaar zijn bij de beter gesorteerde boekhandel. Voor stripuitgeverijen is het succes van integrales een welkome opsteker; voor het striplezende publiek is het een gunst. Zij lezen hun favorieten van weleer mooier en completer dan ooit.
Stefan Nieuwenhuis