Recensie: Imme Dros & Annemarie van Haeringen – En toen, Sheherazade, en toen?
Wie zich niet eens een man voelt, kan moeilijk heersen als koning
Het herwerken en hervertellen van klassieke verhalen kan je met een gerust hart aan Imme Dros overlaten; naast een keur aan Griekse mythen en sagen bewerkte ze eveneens enkele verhalen uit het oeuvre van Homeros. Het leverde haar behalve lovende recensies ook meerdere Zilveren Griffels op, één van de belangrijkste jeugdliteraire prijzen in ons taalgebied. Voor En toen, Sheherazade, en toen? maakt Dros een persoonlijke keuze uit de verhaalstof van Duizend-en-een-nacht. Dat resulteert in een fraai vormgegeven boek met paginagrote prenten, waarvan de kleurrijke cover meteen de aandacht trekt.
In het nawoord licht Dros de geschiedenis van de teksten toe en verantwoordt ze de ontstaansgeschiedenis van deze lijvige verhalenbundel: aangezien de Nederlandse vertaling van Richard van Leeuwen niet langer voorhanden was, nam Dros de Engelse vertalingen van John Payne en Richard E. Burton als uitgangspunt voor haar persoonlijke selectie. Ze behoudt de aanleiding voor het vertellen van de verhalen en doet daarmee recht aan de oorspronkelijke structuur van de raamvertelling. Annemarie van Haeringen volgt Dros daarin en herneemt één van de eerste prenten aan het einde van de bundel, zij het vanzelfsprekend met een gewijzigde inhoud.
Net zoals in de originele tekst biedt Dros een amalgaam aan genres, zoals fabels en andere dierenverhalen, parabels, avonturenverhalen en sprookjes (‘Ooit was er lang geleden en hier ver vandaan eens een man […] ). Een enkele humoristische vertelling niet te na gesproken zijn de verhalen doorgaans ‘leerzaam, maar wel erg treurig’, zoals koning Sjahriar opmerkt, al is hij dan al volledig in Sheherazades ban. Dros heeft ook zeven verhalen over de avontuurlijke reizen van Sinbad de zeeman opgenomen. Het zijn wonderbaarlijke vertellingen over ontmoetingen met vreemdsoortige wezens. Van Haeringen maakt er fascinerende prenten bij, van de mythische vogel Roc bijvoorbeeld, of een groteske allesverslindende vis.
Het zijn eveneens verhalen waarin het recht van de sterkste geldt, al blijkt dat opvallend vaak net de underdog, die met z’n gewiekste houding en verstandelijke capaciteiten het pleit in z’n voordeel beslecht. Dros brengt zo een gerechtvaardigde ode aan de kracht van een goed verhaal, waarmee mening personage het vege lijf weet te redden. Sowieso eindigen heel wat vertellingen met een wijze les: het recht wordt in ere hersteld en het kwade bestraft. Meteen een duidelijke boodschap, maar dat vormt voor Dros duidelijk niet de aanleiding tot het vertellen van de verhalen. Zij focust eerder op een universele thematiek, die doorgaans ‘des menschen’ is, vol innige liefde, afgunst, verraad, bedrog en – daartegenover – een opvallend altruïsme. Precies die aanpak garandeert een hoge mate van herkenbaarheid, waardoor de oeroude verhalen ook vandaag de dag brandend actueel blijven. Niet alle verhalen zijn overigens van hetzelfde hoge niveau; de kortere vertellingen bieden vaak weinig meer dan een flinterdunne plot, die de duidelijk aanwezige boodschap prominent benadrukt.
Dros schrijft in een opvallend stijlvast metrum, zodat haar teksten zich doorgaans als boeiend en uitdagend proza laten lezen. Sheherazade wordt als een begenadigd en authentiek vertelster gekarakteriseerd, zodat Dros’ herwerking als eerbetoon aan de krachtige orale traditie stevig overeind blijft. Waar menig verzamelbundel tot grasduinen uitnodigt, vloeien Dros’ verhalen naadloos in elkaar over. Terwijl de vertellingen uit de Duizend-en-een-nacht in herwerkingen veelal als verhaaltjes voor het slapengaan worden aangeboden, wil je wel blijven doorlezen in En toen, Sheherazade, en toen? Gelukkig heb je als lezer ook die mogelijkheid, in tegenstelling tot de steeds ongeduldiger wordende koning Sjahriar.
Imme Dros heeft zich de naar eigen zeggen ‘zwakke poëtische fragmenten’ vervangen door ‘een spreekwoord, versregel of volkswijsheid’, van het type ‘niemand is zo gek om een gek uit de kuil die hij zelf graaft te redden’, ‘een goede buur [is] beter dan een verre vriend’ en ‘iedere dag een draadje is een hemd in een jaartje’. Dat blijkt niet meteen de beste keuze, laat zich te opvallend als geforceerde poging lezen om de exotische verhalen in onze leefwereld in te bedden. Gezien de overtuigende inhoudelijke en thematische link met onze hedendaagse maatschappij, zijn dergelijke toevoegingen overbodig.
In haar kleurrijke prenten met oosterse motieven en fijnbesnaarde personages brengt Annemarie van Haeringen brengt het exotisme dichterbij. Daarbij bedient de illustratrice zich van gedurfde kleurencombinaties, zoals een goudgele akker die fel contrasteert met een opvallend fluorroze. Een combinatie die werkt, en naadloos bij de inhoud van Dros’ verhalen aansluit. Elders domineren levensgrote djinns de pagina’s en fungeren als goedgekozen boodschappers van naderend onheil. En zo weet van Haeringen precies de essentie van Dros’ herwerkingen te visualiseren: eigenzinnig en met veel schwung, maar ook met een diepgaand respect voor de brontekst. Een meer dan geslaagde samenwerking.
Jürgen Peeters
Imme Dros & Annemarie van Haeringen – En toen, Sheherazade, en toen? Leopold, Amsterdam, 188 blz. € 24.99.