Recensie: Jan Cremer – Ik Jan Cremer 3
‘Bob Dylan kán niet eens motorrijden’
Die donderse Jan Cremer heeft het weer voor elkaar. Laat hij ons tweeënveertig jaar wachten op de opvolger van Ik Jan Cremer Tweede Boek — tweeënveertig jaar! Het is moeilijk te geloven, maar 2008 minus 1966 levert elke keer diezelfde tweeënveertig op —, lukt het hem toch maar mooi weer om de gemoederen in beweging te krijgen.
Ook al zijn het maar een paar gemoederen tot nog toe, zoals die van de weblogs Bob Dylan in Nederland en Modern Times.
Zij baseren zich op het Amerikaanse blog The Earth Times dat wonderlijk snel met het bericht kwam dat Bob Dylan in 1966 helemaal geen motorongeluk had maar onzichtbaar voor de buitenwereld probeerde af te kicken, althans volgens ‘Dutch painter and author Jan Cremer’. Intussen dook het bericht ook elders op. The Earth Times noemt als auteur van het bericht (het Duitse persagentschap) DPA.
Wonderlijk snel omdat het boek pas op 29 mei in de winkels lag, er door de uitgever geen exemplaren vooruit naar de pers waren gestuurd en The Earth Times het veronderstelde nieuws al op 30 mei naar buiten bracht.
Des te wonderlijker omdat geen enkele Nederlandse redactie het nodig heeft geacht om op donderdag een redacteur vrij te maken om het boek te lezen en te bespreken voor de krant van vrijdag.
Misschien waren de Nederlandse redacties het wachten op Ik Jan Cremer Derde Boek al decennialang beu. Of ze dachten dat het in 1969 bij een andere uitgeverij dan De Bezige Bij verschenen Made in U$A dat derde boek was.
Enfin, het klopt dat Jan Cremer het in zijn nieuwste 544 bladzijden tellende turf over Bob Dylan heeft. Jan en Bob hadden ‘een goed contact’, ze ‘voerden lange gesprekken over kunst en literatuur’ en Jan heeft Bob nog ‘geholpen met titels voor zijn songs, zoals ‘Sooner Or Later’ en ‘Visions of Johanna‘. (Die Johanna blijkt nu genoemd naar Jans grootmoeder, oma Janna.)
Jan maakte op verzoek van Bob een schilderij dat de hoes van het album Blonde On Blonde (1966) zou sieren of op het omslag van Dylans dichtbundel Tarantula zou prijken. Ook bekommerde onze Jan zich over Dylans vrouw Sara als Bob op toernee was.
Zo kwam het dat Jan met eigen ogen heeft gezien dat Bob Dylan ‘in rehab’ was, terwijl geruchten de ronde deden dat hij zich na een ernstig motorongeluk had teruggetrokken of zelfs zelfmoord zou hebben gepleegd.
Overigens maakt Jan er geen geheim van dat hij Bob vooral een ‘botte boerenpummel’ vond.
Dat Jan Cremer na het, zeker voor toen, on-Nederlandse succes van het eerste Ik Jan Cremer (1964) met het verdiende geld naar Amerika ging waar het boek in 1965 in vertaling verscheen, is waar. Er zijn ook zoveel foto’s waarop Jan Cremer met beroemdheden poseert (vooral Jayne Mansfield) dat de verhalen die hij niet moe wordt te vertellen, ook niet helemaal onwaar kunnen zijn.
Toch doet zich met betrekking tot wat Jan Cremer beweert altijd de twijfel voor of hij niet schromelijk overdrijft, de waarheid geweld aandoet of botweg liegt. Zo zou hij al die jaren in New York hebben gewoond, maar hoe vaak kwam je hem niet gewoon in Amsterdam tegen?
Het probleem is dat wat Jan Cremer nu over Bob Dylan schrijft, moeilijk valt te controleren. Het kan waar zijn dat hij Dylan in Woodstock bezocht, hem daar met kaalgeschoren hoofd en met korsten, zweren en puisten in bed aantrof, dat hij Albert Grossman, de manager van Dylan, moest beloven te zwijgen over het bezoek en dat tien dagen later het nieuws werd verspreid dat Dylan dat motorongeluk had gehad.
‘Was Bob Dylan in de deplorabele staat waarin wij hem tien dagen geleden hadden achtergelaten, op een motor geklommen en had hij een ongeluk veroorzaakt?’ vraagt Jan Cremer zich af. ‘[…] uitgesloten, want Bob Dylan kon nog niet eens motorrijden als de machine op de standaard stond.’
Wat wel waar is, is dat het nummer waarvoor Jan beweert de titel geleverd te hebben, niet ‘Sooner Or Later’ heet, maar ‘One Of Us Must Know (Sooner Or Later)’ en dat Tarantula een (mislukte) roman was en niet een dichtbundel en dat ik noch op dat boek, noch op de klaphoes van het album Blonde On Blonde een schilderij van Jan Cremer heb zien prijken.
Het is ook waar dat in de gezaghebbende Bob Dylan Encyclopedia van Michael Gray de naam van Jan Cremer onvermeld blijft.
Aan de andere kant: waarom zou Jan Cremer al die tijd met dit verhaal hebben gewacht als het alleen maar bluf was?
[Toevoeging 9 december 2017: Hans Sleutelaar kan zich desgevraagd niet herinneren Bob Dylan ooit in het gezelschap of zelfs maar de omgeving van Jan Cremer te hebben gezien toen hij in 1965-’66 als eindredacteur van Cremers werk in New York was.]
Frank van Dijl
Jan Cremer – Ik Jan Cremer Derde Boek. De Bezige Bij.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op weblog Het Vrije Volk op 2 juni 2008.