Recensie: Jeffrey Eugenides – Uit eerste hand
Een anomalie binnen een oeuvre
Jeffrey Eugenides is één van de beste hedendaagse Amerikaanse schrijvers. Na zijn uitstekende debuut in 1993 publiceerde hij slechts twee romans. Nu is zijn vierde boek verschenen, de verhalenbundel Uit eerste hand waarvan de kwaliteit van de korte verhalen sterk uiteenloopt.
Samen met Jonathan Franzen behoort Jeffrey Eugenides tot de beste schrijvers van zijn generatie. In 24 jaar publiceerde Eugenides slechts vier boeken, maar natuurlijk gaat kwaliteit boven kwantiteit en zijn oeuvre lijkt wel een bevestiging van dit cliché, aangezien de drie romans die hij publiceerde stuk voor stuk kwalitatief hoogstaand zijn. Na zijn gruwelijke debuut De zelfmoord van de meisjes uit 1993 won Eugenides in 2003 de Pulitzer Prize voor zijn roman Middlesex, een familieroman over interseksualiteit en identiteit. In 2011 verscheen de roman Huwelijk, één van de beste romans over depressie die er over deze onzichtbare ziekte is. Onlangs verscheen Eugenides’ eerste verhalenbundel Uit eerste hand.
De tien korte verhalen in Uit eerste hand beslaan het hele schrijverschap van Eugenides: ‘Grillige tuinen’ is van 1988 en het verhaal waarmee de bundelt afsluit is geschreven in 2017, evenals het verhaal ‘Klagers’ waarmee de bundel opent. In dit verhaal over de twee vriendinnen Della en Cathy compenseert de vriendschap hun teleurstellingen: het huwelijk en soms ook het moederschap. Hun identiteit is die van het slachtoffer, want het ‘slachtofferschap was te aanlokkelijk. Door zich eroverheen te zetten zouden ze zichzelf niet meer zijn.’ Della is aan het dementeren en Cathy trekt bij haar in. De reden is niet volkomen altuïstisch, want Cathy’s behulpzaamheid lijkt verdacht veel op een vlucht van haar leven en van haar echtgenoot.
Net als Cathy uit ‘Klagers’ bindt de veertiger Tomasina in het verhaal ‘Spuit’ op onconventionele manier de strijd aan met haar teleurstellingen. ‘Spuit’ is een fijne kritiek op de vrijblijvende levenshouding van het westerse individu. Tomasina heeft een goede opleiding genoten. Ze heeft veel vriendjes gehad en nu heeft ze een goede baan met een goed salaris. In het verleden liet ze zich leiden door het idee dat ze geen spijt wilde hebben over gemiste kansen. Maar ook in tijden van vrijblijvendheid tikt de tijd door. Nu wil Tomasina een kind. Ze is alleenstaand, maar veel langer kan ze immers niet wachten in verband met haar leeftijd. En dus is de centrale gedachte van dit verhaal: ‘Maar als je bezig bent de ene vorm van spijt te vermijden, creëer je weer een andere.’
Slechts vier van de tien verhalen in Uit eerste hand komen enigszins in de buurt van de kwaliteit van Eugenides’ romans. De zes andere verhalen zijn vaak stroef verteld en lijken meer op ruwe schetsen dan korte verhalen. De belangrijkste thema’s worden niet uitgewerkt maar slechts aangestipt. Exemplarisch voor dit euvel is het korte verhaal ‘Het vulva-orakel’ over interseksualiteit. Dit laatste betekent dat iemand zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtskenmerken heeft; de sekse is dus niet ondubbelzinnig. Dit onderwerp en de daaraan gerelateerde thematiek van genderidentiteit wordt gepresenteerd als het onderzoeksgebied van wetenschapper Luce, maar het blijft slechts bij presentatie. Luce’s idee dat culturele factoren de genderidentiteit mede bepalen blijft in dit verhaal slechts bij een stelling, dit in tegenstelling tot Eugenides’ roman Middlesex waarin hij dit thema vakkundig dramatiseerde.
De twee beste verhalen uit de bundel zijn ‘Zoek de schuldige’ en het titelverhaal ‘Uit eerste hand’. Het eerste heeft een fijne cadans door de spreektaal van ik-verteller Charlie. De toon van Charlie is daarnaast ook van belang voor het thema van oprechtheid; de overeenkomst tussen wat je voelt en wat je zegt. Charlie verhaalt over zijn fouten en beweert: ‘Ik wil nu echt veranderen.’ Hij zegt dat hij het meent: ‘Dit is volkomen oprecht bedoeld. Zoals de meeste oprechtheden klinkt het nogal sleets. Ik heb het gevoel dat ik nog steeds sta te liegen, maar ik ben het oprecht zijn dan ook behoorlijk verleerd.’ Het is dan ook de vraag of Charlie werkelijk wil veranderen, want voor wezenlijke verandering gaat het om oprechtheid zonder motief.
Het titelverhaal lijkt te worden ingehaald door de werkelijkheid. De professor Matthew wordt aangeklaagd voor seksueel misbruik. Matthew is getrouwd en vader van twee kinderen. Hij gaat in op de avances van een 19-jarige studente. Tenminste, dat denkt hij. Prakrti heeft namelijk gelogen over haar leeftijd, in werkelijkheid is ze nog minderjarig. Het verhaal is geen schematische uitwerking van schuld – onschuld en dader – slachtoffer, want daarvoor is het te ambigu. Zo wordt het hachelijke onderwerp niet gereduceerd tot iets simplistisch. Matthew is niet schuldig, maar hij is ook niet onschuldig. Het is een fijne uitsmijter van een grotendeels teleurstellende bundel. Uit eerste hand is in meerdere opzichten een anomalie binnen Eugenides’ anderszins indrukwekkende oeuvre.
Koen Schouwenburg
Jeffrey Eugenides – Uit eerste hand. Vertaald door Natasha Gerson en Roland Fagel. Prometheus, Amsterdam. 256 blz. € 19,99.
Deze recensie verscheen eerder in het Friesch Dagblad van 25 november 2017.