Proza: Bram Esser – De sollicitant (34)
Privédetective
Trias Privédetectives (discreet vakkundig en snel inzetbaar)
Laan Corpus Den Hoorn
9718 HB Groningen
+31 (0) 50 – 800 32 86
office@trias-ato.com
Bijzonderheden: Privédetectivebureau TRIAS werkt voor zowel particulieren als voor bedrijven in het opsporen van personen, goederen en in het uitvoeren van onderzoeken naar de waarheid.
Geachte heer/mevrouw,
Het werk van de privé detective fascineert me mateloos. Het is deels een eervol beroep en deels ook een vorm van riooljournalistiek. Enerzijds is het verwant aan politiewerk, anderzijds maakt het deel uit van de wereld van het voyeurisme. Foto’s maken vanuit de bosjes om overspelige echtgenoten te betrappen is, hoe je het ook wendt of keert, toch een beetje sleazy. Begrijp me niet verkeerd, ik vind sleazy juist goed; de privédetective is tenminste iemand die niet bang is om vieze handen te maken. Hij deinst ook niet terug voor grensoverschrijdend gedrag. Dat zit ook al een beetje in uw motto: ‘Wij gaan verder waar anderen ophouden.’ Een fijn motto waarin ik me thuis voel. Soms sta ik in de kroeg met een vriend en dan zeggen we dit vaak tegen een willekeurige vrouw: ‘Wij gaan verder waar andere mannen ophouden en we beginnen ook eerder’ (we kunnen niet goed tegen drank en liggen graag op tijd op bed).
Wat ook een handige vaardigheid is voor de privédetective, maar eigenlijk wel voor iedereen, is het veinzen van gekte. Tussen kerst en oud en nieuw werd ik belaagd door een groep jongeren. Ze gooiden vuurwerk naar me en toen ik er wat van zei kwamen ze op me af. Ik ben toen zachtjes om mijn as gaan draaien terwijl ik ondertussen hoge keelklanken uitsloeg. Hier werden ze dusdanig door verrast dat ze zich snel uit de voeten maakten. Het mooie aan gekte is dat mensen vaak denken dat het besmettelijk is.
Misschien zijn de meeste mensen in de dagelijkse omgang geneigd om het bij zichzelf te houden en niet al te diep verwikkeld te raken in andermans zaken. Dat is waarschijnlijk een verstandige strategie. Omgang met anderen veroorzaakt dikwijls complicaties en het leven is al ingewikkeld genoeg. Persoonlijk lukt me dat minder goed. Ik verlies me graag in anderen. Een paar maanden geleden heb ik eens een middag doorgebracht bij de klokkenman die twintig klokken aan de muur heeft hangen in zijn kleine verzorgingsflat. We gingen elk uur zitten luisteren hoe ze afgingen. Het is een oorverdovend lawaai, maar hijzelf hoort dat dus niet meer. Hij hoort het alleen als eentje het niet doet. Ongelofelijk, maar daar is hij natuurlijk de klokkenman voor.
De privédetective is iemand die van losse elementen een verhaal maakt. Een klant komt met een theorie, de detective smeedt het tot een onderbouwt geheel. In die zin is het werk van de privédetective verwant aan de literatuur. Niet voor niets is de detective een beroemd genre. Toch lees ik die niet. Ik ga liever zelf op pad. Afgelopen vrijdag was ik nog op Amsterdam Zuid WTC. Ik ben daar op een pleintje gaan zitten tussen de kantoorkolossen met het doel om iemand te achtervolgen. Er was alleen geen hond op straat. De Zuidas is wat dat betreft een vreemde plek, geen echte stad maar een soort transitieruimte, een informatieknooppunt. Als mensen al ergens door het systeem geregeerd worden dan toch hier in de financiële machinekamer van Nederland.
Om klokslag twaalf uur kwam iedereen naar buiten voor de lunch. Links en rechts schoten de werknemers langs me heen. Maar wie moest ik nu achtervolgen? Ik ging er vanuit dat ik vanzelf het teken zou krijgen. Alle geboren privé detectives voelen precies aan wie ze moeten hebben en dat wilde ik voor mezelf op dat moment testen.
Plotseling zag ik tussen de menigte een onopvallende vrouw van middelbare leeftijd in een beige trenchcoat en met een bruin lederen tas over haar schouder. Onopvallend maar goed gekleed. Bescheiden, dat was het juiste woord om haar verschijning te beschrijven. Ook haar make-up was bescheiden. Iets aan haar zei me dat ze hier, net als ik, misplaatst was. Toevalligheden hadden haar hierheen gebracht. Ik twijfelde, moest ik wachten op het teken, of was dit het teken en moest ik haar achterna gaan? Ik stond op om haar te volgen.
Ze stak recht het plein over richting de perrons en langs de enquêteurs die ze met een hulpeloos schoudergebaar wist af te poeieren. Ook aan mij vroegen ze of ik wilde luisteren naar hun verhaal over kinderen in nood. Amsterdam Zuid WTC is blijkbaar een goede plek om de filantroop uit de mens te lokken. Ik verontschuldigde mij door te zeggen dat de filantroop in mij een sluimerend bestaan leidde.
De vrouw liep onder het spoor door naar de andere kant van het station. Daar openbaarde zich een grote vlakte met betontegels. Ik zag een kantoortoren in aanbouw. Een hijskraan zwiepte vrolijk heen en weer. Op het plein stonden grote wit geschilderde houten banken die me deden denken aan reddingssloepen. De meeste banken waren bezet door mannen in donkerblauwe pakken die documenten aan het doornemen waren of telefoontjes pleegden. Het was net alsof de werknemers van een nog te bouwen kantoortoren, alvast begonnen waren.
De vrouw in haar chique maar bescheiden kleren nam ook plaats op een houten bank. Ze haalde een boek tevoorschijn en begon erin te lezen. Ik heb een zwak voor lezende vrouwen, misschien vanwege hun kwetsbaarheid. Je zag ze vaak in cafés, en ik stelde mij dan voor dat ze graag aangesproken wilden worden. Ik ga door waar anderen stoppen. Ik nam plaats naast de vrouw waarvan ik het gevoel had haar al een beetje te kennen. Van mijn bestaan had ze op haar beurt nog geen notie genomen.
‘Wat leest u daar?’
‘Entschuldigung?’
Nu begreep ik ineens haar schouderophaling bij de enquêteurs. Het was geen geroutineerde handeling, ze had hun noodkreet simpelweg niet begrepen. Of het boek spannend was kon ze me niet vertellen want ze was nog maar drie bladzijden gevorderd. Ik vertelde haar dat ik haar was gevolgd. De vrouw keek me argwanend aan. Voor de zekerheid rook ik even aan mijn arm, maar ik stonk niet. Daar zorg ik altijd goed voor. Ik mag dan werkeloos zijn, ik ga elke dag in bad. Het moest de blik in mijn ogen zijn geweest die haar deed twijfelen. Het was een hongerige blik.
Al snel wist ik haar gerust te stellen. Ik achtervolgde haar uit naam van de kunst van het achtervolgen zelf. Vervolgens wist ik in betrekkelijk korte tijd een hoop informatie uit haar los te peuteren. Zo was haar man directeur van de Duitse Hockeybond, werkte haar zoon als risicomanager bij de ABN-AMRO en speelde haar dochter in het eerste van de Keulse club Rood-Wit. Toen haar zoon er aan kwam, namen we afscheid. Ik neem aan dat dit ook voor u overtuigend bewijs is van mijn kwaliteiten als rechercheur.
U zegt onderzoek te doen naar de waarheid. Een mooi streven, maar natuurlijk gaat het hier wel om een specifieke soort waarheid. De werkelijkheid is ten slotte een verduiveld complex geheel en die willen wij als detectives graag met rust laten. We zoeken alleen die feiten uit het grotere geheel die ons van pas komen. Er moet ten slotte brood op de plank, dus we zoeken het liefst naar feiten waar de klant graag voor wil betalen.
Zelfs een feitenfabriek als het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) erkent dat ze keuzes maken in het achterhalen van de feiten. Voorlichter Inge vertelde mij eens dat je op een koffiebekertje bijvoorbeeld niet zowel vingerafdrukken kan onderzoeken als DNA onderzoek kan doen. Je moet kiezen. Nu is Trias natuurlijk geen feitenfabriek zoals het NFI. Een privédetective bureau is eerder een delicatessenwinkel op de markt van de waarheidsvinding. Geen massaproductie van feiten, maar mooi samengestelde informatiepakketten over een mogelijk overspelige echtgenoot. We stellen dagelijkse transportbewegingen vast, ontmoetingen met andere personen en we tappen telefoongesprekken af. We brengen het geheel op smaak met een aantal smeuïge foto’s.
Hopelijk kunnen we elkaar spoedig eens onder vier ogen spreken, desnoods met gleufhoed en naar buiten geklapte jaspanden want ook van verkleedpartijen ben ik niet vies.
Vriendelijke groeten, Bram Esser
Afbeelding: https://www.pexels.com/photo/pencil-on-white-smartcase-near-eyeglasses-163185/