Recensie: Pam Smy – Thornhill
Duistere graphic novel over vervallen weeshuis
Hoewel Pam Smy over het Kanaal haar strepen als illustratrice al ruimschoots verdiende, is Thornhill het eerste boek waarvoor ze zowel illustreerde als de tekst schreef. Meteen een lijvig ‘debuut’, van ruim 500 bladzijden, zo lijkt het. Maar Thornhill vormt eigenlijk een uitgelezen combinatie van zowel jeugdthriller als graphic novel. Vertaald door Imme Dros en aangeprezen door Philip Pullman – overigens met een kanjer van een werkwoordsfout in het nauwelijks vier regels tellende citaat op de achterflap – krijgt deze jeugdthriller nu ook ruimschoots aandacht in ons taalgebied. Het concept van Thornhill doet overigens doet wat denken aan het werk van de Amerikaanse auteur Brian Selznick, die furore maakte met o.a. De uitvinding van Hugo Cabret (2007) en De Wonderlingen (2016).
In alternerende verhaallijnen focust Smy op de besognes van twee tienermeisjes. In het beeldverhaal, gesitueerd in 2017, staat de figuur van Ella centraal. Zij raakt volkomen in de ban van het ondertussen vervallen, spookachtige weeshuis Thronhill. Dat kan qua sfeerschepping tellen, al gebruikt Smy wel erg veel visuele clichés om een umheimlich sfeertje te creëren, zoals spinnenwebben, vluchten kraaien en zwarte katten. De grijs-, wit- en zwarttinten, in combinatie met de grillige figuren en gedetailleerde uitwerking, versterken die naargeestige stemming. Het chronologisch vertelde verhaal speelt zich in 1982 af. In haar dagboek bericht de 13-jarige Mary over haar moeizame omgang met de andere weesmeisjes. Omwille van haar zwijgzame, teruggetrokken karakter, wordt ze het mikpunt van verregaande emotionele chantage, verraad en psychische terreur. Eén meisje in het bijzonder heeft het op Mary gemunt:
Ze wacht tot alles stil is en sluipt dan mijn trap op. Terwijl het hele huis slaapt, staat zij te krassen en te krabben en te bonken op mijn deur.
Mary’s verstoorde gevoelens en gedachten worden minutieus ontleed, waardoor Thornhill zich als gelaagd en diepgaand verhaal laat lezen, dat gaandeweg tot een overtuigende, meeslepende psychologische thriller evolueert. Zo refereert Smy bijvoorbeeld aan De geheime tuin van Francis H. Burnett, een boek dat Ella in haar kast heeft staan, terwijl Mary beschutting vindt in de besloten tuin omheen Thornhill. De prenten reveleren sporadisch informatie over Ella’s achtergrond, waarin vooral de afwezige, hardwerkende vader en foto’s van de overleden moeder in het oog springen.
In de eenzaamheid van haar kamertje wijdt Mary zich aan het creëren van handgemaakte poppen en marionetten. Beide verhaallijnen komen samen wanneer Ella niet toevallig zo’n poppenhoofd vindt en er met verf en huishoudmateriaal een eigen interpretatie aan geeft. Dat vormt het begin van een schuchtere communicatie tussen twee eenzame zielen. Het lijkt een nogal geconstrueerd gegeven, maar er ligt duidelijk een ingenieuze compositie aan deze plot ten grondslag.
Smy zet sterk op spanning in; behalve via de macabere toonzetting maakt ze nieuwsgierig met tal van vooruitwijzingen die het ergste doen vermoeden voor Mary, wat in het gejaagde vertelritme knap weerspiegeld wordt. Smy blijkt een bevlogen verteller die tot het einde toe de spanning meet te behouden, wat ze combineert met een feilloos inzicht in de menselijke psyche. De uitgepuurde stijl wordt behouden in een puike vertaling van Imme Dros, waarin nauwelijks een woord teveel staat. Het totaal ontregelende einde past enerzijds volledig bij het genre, maar is toch eigenzinnig genoeg om het unieke karakter van de roman eer aan te doen. Het is geen evidentie om een dergelijk complex en gelaagd verhaal via tekst en beeld te verteller. Smy overtuigt met grillige portretten, verontrustende beelden en een spaarzame tekst. Binnen het genre van de psychologische thriller voor jongeren meteen een voltreffer.
Jürgen Peeters
Pam Smy – Thornhill. Vertaald door Imme Dros. Ploegsma, Amsterdam, 540 blz. € 19.99