Recensie: Haruki Murakami – De Moord op Commendatore. Deel 2: metaforen verschuiven
Ideeën van vlees en bloed
Was het niet Hemingway die schreef: ‘Your easy reading, is my hard work.’? Dit gaat ook op voor De Moord op Commendatore van Haruki Murakami. Het is namelijk ‘easy reading’ terwijl het toch diepgang heeft. De roman is een filosofische page-turner, maar dan zonder de typische Dan Brown-clichés.
In de recensie over deel een ging het over wat een typisch Murakami-personage is. Aan die typering kunnen we nog een kenmerk aan toevoegen: in veel romans van Murakami komt een vriendschappelijke relatie van een volwassen man met een jong meisje voor. In dit geval gaat het om Marie Akigawa die model zit voor de verteller. Ze is dertien en maakt zich zorgen over de vraag wanneer ze borsten gaat krijgen. Daar heeft ze het met de ik-persoon over. De verteller voelt zich op zijn gemak met haar omdat hij zelf dierbare herinneringen heeft aan zijn zusje die op twaalfjarige leeftijd is overleden. Marie Akigawa en de verteller zijn de enige twee mensen die het schilderij ‘De moord op Commendatore’ hebben gezien en die er ook de invloed van ondervinden. Hier spreekt Marie Akigawa over ‘De moord op Commendatore’.
‘Het is net alsof dit schilderij iets onder de aandacht wil brengen. Als een vogel die uit een te krappe kooi naar buiten wil. Dat gevoel.’
Ik keek haar aan.
‘Een vogel? Wat voor vogel bedoel je dan?’
‘Ik weet niet wat voor vogel, of wat voor kooi. De vorm ervan is ook niet goed te zien. Het voelt alleen zo. Misschien is dit schilderij een beetje te moeilijk voor mij.’
‘Niet alleen voor jou. Het is voor mij waarschijnlijk ook een beetje te moeilijk. Maar zoals je zegt wil de kunstenaar iets onder de aandacht brengen en heeft hij deze sterke boodschap toevertrouwd aan het doek. Ik heb dat gevoel ook. Maar wat hij nu onder de aandacht wil brengen, kan ik maar niet begrijpen.’
De verteller probeert te achterhalen wat het schilderij hem te vertellen heeft, maar merkt dat de kracht ervan hem ook op persoonlijk vlak niet onberoerd laat. Misschien dat daarom de personages, die verwijzen naar een scène uit Mozarts Don Giovanni, hem gaan helpen bij het oplossen van zijn eigen problemen. Dit is het moment dat de zogenaamde realisten onder ons afhaken, maar dat is niet terecht. Concepten en ideeën hebben wel degelijk een reële impact in de wereld waarin wij leven. Murakami laat dat op onnavolgbare wijze zien door ideeën op te laten treden alsof ze een lichaam van vlees en bloed hebben.
Hoewel het verhaal een schijnbaar happy end lijkt te hebben, is er toch nog iets wat blijft knagen. Lezers van het eerste boek herinneren zich de ontmoeting met de man zonder gezicht waar de verteller een portret van moet maken. Alleen als dat portret lukt zal de man zonder gezicht het onderpand, een plastic pinguïn, teruggeven. Die pinguïn is de geluksmascotte van Marie Akigawa.
Het is duidelijk dat die pinguïn van belang is om Marie te beschermen. Zo krijgt het boek een tamelijk dreigend einde, want hoewel Murakami er met geen woord meer over rept, weet je ineens dat die scène aan begin van boek 1, chronologisch aan het einde van deel 2 hoort te staan. Zal de schilder dat portret kunnen maken en daarmee de veiligheid van Marie Akigawa kunnen garanderen? We hopen het van harte, maar een portret van een man zonder gezicht? Is dat niet gedoemd te mislukken? Zo blijft de lezer met een onnadrukkelijke gevoel van onbehagen achter.
Bram Esser
Haruki Murakami – De Moord op Commendatore. Deel 2: metaforen verschuiven. Vertaald door Elbrich Fennema en Luk van Haute. Atlas Contact, Amsterdam. 536 blz. € 29,99.