Recensie: Loekie Zvonik – Hoe heette de hoedenmaker?
Ontsnappen aan de zelfmoordenaar
Hij heet Didier en zij heet Hermine en ze komen elkaar in de collegebanken tegen bij een college Duits aan de universiteit van Gent. Het wordt een vriendschap die een liefde had kunnen worden, maar Hermine schrikt voor het laatste terug. ‘Kort daarop begonnen we in het hart van andere mensen te leven, hij in dat van X en ik in dat van Y.’ Twaalf jaar later reizen de twee naar een congres in Wenen en bloeit de liefde alsnog op, terwijl hun wederhelften nietsvermoedend thuis zitten.
Hoe heette de hoedenmaker? van Loekie Zvonik is een Vlaamse roman die direct bij verschijning in 1975 een succes was. De schrijfster heeft, net als het personage Hermine, een Tsjechische vader en een Vlaamse moeder. De hele roman is nogal autobiografisch legt Jeroen Brouwers in zijn informatieve en verhelderende nawoord uit, want Zvonik beschrijft in fragmentarische scènes de verhouding die zij had met de Vlaamse schrijver Dirk De Witte die in 1970 zichzelf doodt. Hij verstikt zichzelf door uitlaatgassen in zijn auto naar binnen te geleiden.
Werd de roman in de jaren zeventig vooral gezien als het verhaal over Dirk De Witte, de lezer van nu die deze schrijvers niet kent, is vooral geïnteresseerd in de fictieve ik-figuur. Hermine voelt veel liefde voor Didier, maar is tegelijk continu op haar hoede. De fascinatie van hem voor schrijvers die op jonge leeftijd gestorven zijn, veelal door zelfdoding, is zo obsessief dat zij op afstand blijft. Dat blijkt vooral als ze vanuit Wenen teruggekomen zijn in Vlaanderen en de gedachten van Didier steeds vaker cirkelen om zelfmoord. Hermine moet vechten om aan die maalstroom te ontkomen door geen rol te krijgen bij het einde dat hij voor zichzelf creëert. ‘Je hebt me misbruikt om zelf de tragische held te kunnen spelen in jouw noodlotsmythe.’
De laatste tientallen bladzijden van Hoe heette de hoedenmaker? is een aaneenschakeling van korte dagboekachtige notities waarin Didier langzamerhand steeds meer verstrikt raakt in zijn zelfmoordgedachten. Alhoewel ze op hun reis naar Wenen beloofd hadden voor elkaar klaar te staan, het codewoord in uiterste nood was ‘koeienbellen’, zal Hermine niet meer in staat zijn Didier te redden. Op het moment dat hij haar vlak voor zijn einde belde, was ze er niet. Het is het schrijnende slot van een liefde die bij voorbaat onmogelijk was.
Coen Peppelenbos
Loekie Zvonik – Hoe heette de hoedenmaker? Cossee, Amsterdam. 224 blz. € 18,99.
Op de website van Cossee staat ook nog een langer stuk van Wout Vlaeminck die dit boek in Nederland weer onder de aandacht heeft gebracht.
Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 2 februari 2018.