Recensie: Dorthe Nors – Spiegel spiegel schouder
Sonja kan niet schakelen
Nee, Sonja is geen natuurtalent achter het stuur. Hoewel ze al flink wat lessen heeft gehad kan ze nog steeds niet schakelen. Dat ligt ook aan haar instructrice, de volkse kenau Jytte, die Sonja verbiedt de versnellingspook aan te raken. Jytte bedient bovendien liever haar eigen pedalen. Sonja, begin veertig, mag eigenlijk alleen een beetje sturen.
De roman Spiegel spiegel schouder van Dorthe Nors begint in de lesauto, zodat de raadselachtige titel al op pagina 1 wordt opgehelderd. Maar gaandeweg blijkt dat je de titel vooral programmatisch moet opvatten: Sonja kijkt voortdurend achterom, nu ze in de tweede helft van haar leven zit, naar haar jeugd in de landelijke kop van Jutland. Ze is niet gelukkig in Kopenhagen, haar schouders zitten vast, ze heeft pech met mannen en zou het roer best willen omgooien – maar ja, ze kan niet schakelen.
Overigens luidt de Deense titel Spejl skulder blink, wat letterlijk ‘spiegel schouder knipper’ betekent. Ik kan me niet herinneren welke formule Nederlandse rijinstructeurs precies bezigen, maar het is een vondst van vertaalster Edith Koenders om dat woordje ‘spiegel’ te herhalen. Zo klinkt de titel niet alleen als een zakelijke instructie in de lesauto, maar treft hij ook de sfeer van de roman, die je best lichtelijk bevreemdend mag noemen.
Dorthe Nors (1970) is een internationaal gevierde Deense auteur, met wie Nederland twee jaar geleden kennismaakte via Karateslag/Minna zoekt oefenruimte, een dubbelboek met een verhalenbundel en een novelle. Die verhalen waren stuk voor stuk kort en raak en geschreven in bedrieglijk eenvoudig, explosief proza. Stilistisch is Spiegel spiegel schouder iets conventioneler, al blijft Nors een koningin van de terloopse ontregeling. Zo begint het boek:
Sonja zit in een auto en heeft haar woordenboek bij zich. Het is nogal dik en ligt in de tas op de achterbank. Ze is halverwege haar vertaling van de nieuwste thriller van Gösta Svensson en zijn laatste boek was al niet zo goed meer. Ze dacht: nu heb ik het geld, dus googelde ze op rijscholen en schreef zich in bij Folke in Frederiksberg.
Nors blinkt uit in zulke schijnbare hak-op-de-tak-zinnen. De stijl heeft iets afstandelijks, al is het effect ervan gaandeweg grappig genoeg juist steeds persoonlijker en krijg je een waarachtig inkijkje in Sonja’s leven.
Dat leven zit behoorlijk vast. Het vertalen van thrillers is bepaald geen roeping: ‘Ik ben een parasiet op het kolossale kadaver van de westerse cultuur,’ verzucht Sonja wanneer ze even doordenkt over haar werk. Maar terug naar het platteland van haar jeugd kan ze ook niet, beseft ze: ‘De plek is veranderd en zelf ben je een vreemde geworden.’
Sonja’s mooie, burgerlijke zus Kate woont nog wel op de geboortegrond, maar houdt het contact af. Haar mondaine vriendin-van-vroeger Molly is geïnteresseerd in het paranormale en in mannen en in zichzelf, niet in Sonja’s besognes. Masseuse Ellen sleept haar mee naar een mediteersessie in de openlucht en Sonja durft niet te zeggen dat ze niet mee wil. Ze heeft last van duizelingen en zit onder de plak bij haar rijinstructrice. Op de snelweg knijpt ze haar ogen dicht.
Toch is Sonja niet zielig. Ze is slim en grappig, ze strooit met grunbergiaanse observaties en doorziet de situaties waarin ze verzeild raakt feilloos. Alleen zit ze vast. En kan ze niet schakelen.
Van schokkende gebeurtenissen moet Spiegel spiegel schouder niet hebben, van sfeer en subtiliteit des te meer. Nors is scheutig met voorvalletjes en flashbacks, maar onder de oppervlakte houdt ze de teugels strak en spint ze een web van terugkerende motieven: haar moeder die zegt dat Sonja een doorzetter is, het onvermogen taal te vinden voor haar gevoelens, de ongelukkige liefdesgeschiedenis met Paul, het ‘spektakel tussen hemel en aarde’, de waarzegster wier voorspelling Sonja is vergeten (‘Ik zou me zo graag mijn toekomst herinneren’).
Wanneer Sonja de stoute schoenen aantrekt en aandringt op een andere, minder intimiderende rijinstructeur neemt het verhaal een wending die uitmondt in een prachtige scène in de heuvels buiten Kopenhagen, waarin vooral veel níet gebeurt. Het slot dreigt even te bezwijken onder overdadige symboliek, maar dan ben je al lang ingepakt door Sonja en ga je blind met haar mee, of ze haar rijbewijs nu haalt of niet.
Joep Stapel
Dorthe Nors – Spiegel spiegel schouder. Vertaald door Edith Koenders. Podium, Amsterdam. 176 blz. € 18,50.