Het zou allemaal nog veel beter kunnen

Op een warme middag, in een mooi landschap, aan zee op een Ita-liaans eiland: kun je daar een goed boek lezen of dwaal je al snel af? Wat is de kracht van literatuur tegenover een berglandschap, een zeiltocht? Giovanni della Chiusa schrijft:

Boekenwijsheid

In de warmte van de middag
zijn de meeste boeken
om bij in slaap te vallen,
of om elke goede zin te vergallen.
Weinig boeken gaan immers over zaken
die zo tintelend als bloedsinaasappels smaken.

Dit schrijft hij in Messina, 28 maart 2012. Hij houdt het daarom maar liever kort. Of somt als de inhoudsopgave van een apotheekkastje met barbituraten een hommage aan de proto-surrealistische schrijver Raymond Roussel op. In het Noord-Italiaanse Chiusa, in een Albergo en een Gasthof beschrijft hij het landschap, heel feitelijk.

Paradijs en hel
liggen ingesloten
tussen de blauwe hemel
en witte bergrivier,
de groene weiden,
donkere bossen
tussen het klooster
en de boerderijen.

Giovanni was een halve gek die zich bezig hield met literatuur en bekende schrijvers. Hij drong zich zonder schaamte op, zelfbewust en onzeker. Hij had wel iets van Jan Arends met zijn korte regels, vaak van één woord en zijn lijden aan het leven, zijn zelf-haat en de wanhopig naar de hemel reikende takken. De gedichtjes zijn grappig en treurig. De vergelijking met Judith Herzberg, die de schrijver van het voorwoord, Arnon Grunberg, maakt, is naar mijn smaak niet helemaal terecht. Zij is toch interessanter en pregnanter.

Als Giovanni in Triëst is, schrijft hij natuurlijk over Italo Svevo, zonder hem te noemen.

Een echtgenote die scheel kijkt, de lelijkste van de drie zussen
lichamelijke aandoeningen als een mank been, tot het kreupele toe
vroege kaalheid
abominabel vioolspel na jarenlang oefenen
zakelijke mislukkingen
een pathologische rookverslaving
een minnares die liefde eist
dwangneuroses
slechte gewoontes, zoals het missen van begrafenissen van vrien-
den en / altijd maar recht proberen te praten wat krom is.
Niemand hier die er aanstoot aan neemt, die zwijgend omkijkt of naroept.
Welkom, lijkt de stad te willen zeggen,
wees een van ons.

Arnon Grunberg schrijft op zijn bekende ironische, pedante en slalommende manier over de ontmoeting met de dichter. Je kunt Arnon niet echt vertrouwen, maar volgens zijn verhaal vond hij hem intuïtief onsympathiek met zijn ‘kleine, ietwat gebochelde gestalte’. Giovanni gaf hem ongevraagd advies. Hij schreef: ‘Het zou allemaal nog veel beter kunnen als je je eens echt zou concentreren, ik zeg dit als een vriend’ en zelfs had hij commentaar op Arnons houding op de tv. Hij zou wat meer rechtop moeten zitten. Later stuurde hij gedichten, die Arnon pas begon te lezen toen ze werden gepubliceerd in Hollands Maandblad.
Weer later wordt hem gevraagd een voorwoord voor de bundel – Jasper Henderson maakte een selectie uit het werk – te schrijven. De dichter was inmiddels omgekomen bij ‘een auto-ongeluk in de buurt van Perugia naar het schijnt’.

Waarom trok Giovanni heel Italië door? Arnon denkt dat zijn ‘reizen, zijn rusteloosheid, niet zozeer het gevolg zijn van een romantische inslag of een nerveuze aandoening, als wel dat hij op de vlucht is voor een misdaad.’ Het zou iets te maken kunnen hebben met de maffia, misschien geïnternaliseerde maffia, schrijft Arnon. Achtervolgingswaan?

Remco Ekkers

Giovanni della Chiusa – Een mens moet ook niet alles willen weten. Lebowski Publishers, Amsterdam. 80 blz. € 17,50.