Recensie: Paul Claes – Het teken van de hamster. Een close reading van Hugo Claus
De spanning tussen close reading en biografie
Paul Claes duidt Hugo Claus’ Het teken van de hamster en allengs krijg ik meer waardering voor de duider dan voor de dichter. Ik ben het overigens met Claus eens dat het onzin is om te zeggen dat je een gedicht niet hoeft te begrijpen, als je het maar aanvoelt. Taal heeft betekenis en zal dus ook via het verstand en het begrip tot ons moeten komen. Mijn bezwaar tegen het caleidoscopische gedicht zal wel te maken hebben met mijn reserve ten aanzien van metaforen die de werkelijkheid vervalsen, versieren of zelfs optutten. Het teken van de hamster is een drukke opeenvolging van citaten. Hugo Claus was een erudiete man en dat zal je als lezer ook weten.
Is het daarom dat ik meer geraakt word door de anekdote over de man die een vuiltje in zijn oog heeft en die de dichter op straat vraagt hem te helpen met het verwijderen, waarop de dichter hem een zakdoek geeft en wegvlucht en zich schaamt, dan met alle gedachten van de ik-figuur tijdens zijn tocht van Gent naar Brugge en terug, nee, tijdens het schrijven van het gedicht!
Het vuiltje in het oog komt steeds terug in het gedicht. Het wordt al genoemd voordat het feitelijk gebeurt. Paul Claes legt het allemaal helder uit, bijvoorbeeld als de dichter het heeft over ‘Kleerkast, Gasbuis, Bladluis, Hadzibaba’. De laatste is een Noord-Afrikaanse dief, die in Mekka is geweest. Gasbuis pleegt roofovervallen met een stuk gasbuis. Bladluis is een exhibitionist die zich krabt. Kleerkast is zo duidelijk dat Claes het niet uitlegt.
Het verhaal van het gedicht is eenvoudig: de dichter gaat van Gent, waar hij woont, terug naar zijn geboorteplaats Brugge. Hij vindt dat openluchtmuseum maar niks en vertrekt weer naar huis. Brugge is een rendez-vous met het feodale katholieke verleden met het bekrompen klerikalisme. Bij de geboorte van de tweede zoon van zijn ouders werd Hugo naar een pensionaat gestuurd met vreselijke nonnen. Er was al het geboortetrauma van de keizersnede, waardoor hij levenslang zou strijden om los te komen uit de moederlijke aantrekkingskracht. Daarbij kwam nog de vader die met een nieuwe auto buiten het ziekenhuis lawaai maakte. Wat was belangrijker? De zoon of de auto? Ja, dan moet je wel aan Oedipus denken.
De titel verwijst naar het feit dat het jonge gezin van Claus – aan het eind wordt een zoon aangekondigd – thuis vele hamsters heeft. De hamster is symbool voor het verzamelen van materiaal, dat hij tot zich neemt en later gebruikt. Zo verzamelt de dichter citaten van Dante, Victor Hugo, Gezelle, Van Ostaijen, Ovidius, Aeschylus etc. Hij keek de werkwijze af van Ezra Pound. In de bouwkunst is het verschijnsel bekend als spolia, roofkunst, materiaal gebruiken van een oudere cultuur. De Romeinen waren er meester in. T.S.Eliot past het gebruik van citaten en allusies toe in The waste Land. Claus verbrokkelt bestaand materiaal en maakt er zijn eigen werkstuk van. Hij is een bewuste dief en gebruikt wat hij gebruiken kan zonder bronvermelding. Dat laat hij over aan Claes, die uitlegt hoe de dichter klankspeling, woordspeling, klankkruising en woordkruising gebruikt, respectievelijk ‘een worst voor de dorst’, ‘ligt aan het achterlicht’, ‘hapt naar alsem’, ‘uitvaren en begrafenis’.
Naast betrekkelijk eenvoudige verwijzingen in de tekst van Claus zijn er moeilijke, die je alleen maar kunt oplossen door biografische kennis. Een voorbeeld van het eerste is: ‘Het regent niet, het zevert’. Je moet dan wel onthouden hebben dat Gezelle schreef:’ ’t En regent niet, / maar het zeevert…’ Hier wordt ook gesymboliseerd hoe het culturele klimaat in Vlaanderen was; er werd niet gediscussieerd, maar gezeurd.
Betrekkelijk gemakkelijke verwijzingen zijn die naar Agamemnon, de ontaarde vader, die omdat hij geen wind in de zeilen krijgt zijn dochter Iphigeneia wil offeren. Hij niest in zijn mantel en hij vergeet spreekwoorden en het rekenplichtig beheer van zijn staat. Hij houdt geen rekening met de waarschuwingen van zijn uit Troye meegenomen slavin Cassandra. Tja, je moet je klassieken kennen!
Lastiger is wellicht – zeker als je Donne niet paraat hebt – ‘al haat ik God zij dank dit stadje’. Dit, leert Claes, is een allusie op de aanvang van ‘Satire 2’ van de Engelse dichter John Donne: ‘Sir; though (I thank God for it) I do hate / Perfectly all this town.’
Merkwaardig is de regel ‘Zoals men in een schede / naar een vrucht zoekt / met een mes’. Hier wordt volgens Claes gezinspeeld op een geboorte door een keizersnede?! Moeilijker, zelfs voor de schriftgeleerden is een passage als: ‘Stefan George in Heidelberg: ‘Je mag mij vragen / om brood te eten waarin een grote hoeveelheid / boomschors verwerkt zou zitten. / Dat kan. / Maar er zijn situaties waarin de Mens moet zeggen: / ‘Neen. Dit niet. Ik wil liever sterven.’’ Claes meldt: ‘Desgevraagd kon dr. Ute Oelmann van het Stefan George-Archiv in Stuttgart de hier geciteerde uitspraak van de dichter niet thuisbrengen.’
En wat te denken van de regel ‘De Leeuw nijgt naar de Maagd’? Claes: ‘Het dierenriemteken Leo gaat omstreeks 23 augustus over naar het teken Virgo. In augustus sterft de korengod en begint de tijd van de onvruchtbaarheid (vgl. ‘de dorre winter’ in v.164 en de ‘koude wind’ in v. 165).’ Dit is een allusie op de vegetatiemythen. Voor Claus is de moeder een Maagd (Virginie was een van de voornamen van zijn moeder). Hier gaat Claus naar mijn smaak wel erg ver met zijn allusies. En wie weet nog van de generaal die op 22 augustus 1962 omkwam bij de aanslag van de OAS in Petit-Clamart bij Parijs? Zijn zwarte Citroën werd met kogels doorzeefd. Claus schrijft ‘in zijn bronzen doorkogelde kist’ echter over de Gaulle.
Claes weet dat de vrouw van Claus de dochter is van een reder uit Oostende en Claus schrijft ‘liggen aan het strand te rotten’. Vergelijk de uitdrukking: ‘lig je nu nog steeds in je nest te rotten?’ Close reading was een vorm van literaire kritiek die zich toelegt op een minutieuze lezing van de tekst zelf, zonder gebruik te maken van biografische of andere extra-literaire informatie.
Remco Ekkers
Paul Claes – Het teken van de hamster. Een close reading van Hugo Claus. Vantilt, Nijmegen. 173 blz. € 19,50.