Recensie: Senel Paz – Aardbei en chocola
Herenliefde in een arbeidersparadijs
Een quizvraag voor cinefielen: welke Cubaanse film werd in 1994 genomineerd voor een Oscar? Het antwoord is Fresa y chocolate, een prent die u misschien kent onder de titel Strawberry and Chocolate. Omdat we geen appels met peren willen vergelijken, zullen we ons niet uitspreken over de vraag of het boek beter is dan de film. Laten we maar blij zijn dat er nu een Nederlandse vertaling is van dat boek, dat van internationaal belang is voor de gayliteratuur, naast klassiekers in het genre als William Burroughs’ Queer of het oeuvre van Jean Genet.
Belangrijk om weten is dat Cuba, waar Senel Paz in 1950 geboren werd, geen onbesproken reputatie heeft op het gebied van homorechten. Voor de revolutie werden homo’s onderdrukt door klassiek machisme en de katholieke kerk, maar nadat Che Guevara het tropische eiland had veroverd, kwamen Cubanen die de Griekse beginselen waren toegedaan van de regen in de drop. Vanaf 1965 belandde menige homo zelfs in een werkkamp. Tegenwoordig is de situatie beter, mede dankzij het publieke debat dat door mensen als Senel Paz werd geopend, maar er is nog een lange weg te gaan. Homo’s krijgen nu eenmaal zelden veel sympathie van reactionairen, revolutionairen en hardliners, of die nu zich nu links, rechts of religieus noemen.
Dit flinterdunne boekje van nauwelijks veertig bladzijden draait om twee personages: David, een jonge, overtuigde communist van eenvoudige afkomst, en Diego, levensgenieter, liefhebber van kunst en literatuur, maar toch vooral van mannelijk schoon. De twee groeien langzaam naar elkaar toe en gaan een platonische vriendschapsrelatie aan, hoewel Diego best meer had gewild en David aanvankelijk geneigd is om Diego aan te geven en te bespioneren. Het kost David dan ook tijd en moeite om zijn homofobe gevoelens te overwinnen. Er zijn immers weinig zaken die in Diego’s voordeel pleiten:
Een: ik ben een poot. Twee: ik ben gelovig. Drie: ik heb problemen met het systeem gehad. Ze denken dat er voor mij geen plaats is in dit land, maar niets daarvan. Ik ben hier geboren. Vóór alles ben ik patriot en een bewonderaar van José Lezama Lima, en ik ga hier niet weg, al stoppen ze een kaars in mijn reet. Vier: ik heb gevangen gezeten in zo’n UMAP-kamp. En vijf: de buren houden me in de gaten.
Maar David leert Diego kennen als een gevoelige, kunstminnende man voor wie zijn homoseksualiteit naadloos aansluit bij andere esthetische ervaringen, bijvoorbeeld wanneer hij herinneringen ophaalt aan een roodharige jongen die hij zag douchen op school: ‘Een lichtstraal die van bovenaf binnenviel, meer passend bij het roosvenster van de Notre Dame dan bij het bovenlicht in ons klooster van de Paters Maristen, verlichtte hem en wierp wisselende kleuren op zijn rug, die onder het schuim zat.’
Diego’s situatie wordt onhoudbaar; hij wordt verdacht van ‘contrarevolutionaire activiteiten’, waardoor emigratie onvermijdelijk wordt. De twee hartsvrienden nemen afscheid in een restaurant, waarna David op straat in een optocht belandt:
Ze droegen uniformen die pas gestreken leken en hadden bossen bloemen in hun handen. En hoewel een pionier met bloemen al een tijdje een cliché van de toekomst was, onlosmakelijk verbonden met leuzen die ons oproepen om voor een betere wereld te vechten, bevielen ze me, mischien wel juist daarom, en ik bleef er een aankijken, die zijn tong naar me uitstak toen hij dat merkte. Toen zei ik tegen hem (ik zei het, ik beloofde het niet) dat ik de volgende Diego die mijn pad zou kruisen door dik en dun zou verdedigen, ook al zou niemand mij begrijpen, en dat ik me daardoor niet verder verwijderd zou voelen van mijn Geest en van mijn Geweten, integendeel, want als ik het goed begreep, was dát vechten voor een betere wereld, voor jou, pionier, en voor mij.
Senel Paz is altijd in Cuba blijven wonen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Reinaldo Arenas, eveneens een homoseksuele schrijver, die de revolutie aanvankelijk toejuichte maar na aanvaringen met het regime in de gevangenis belandde, naar New York uitweek en daar in 1990 zelfmoord pleegde nadat aids bij hem was vastgesteld. Misschien kan Aardbei en chocola, dat een warm pleidooi is voor tolerantie, een beetje helpen om zulke drama’s in de toekomst te vermijden.
Daan Pieters
Senel Paz – Aardbei en chocola. Uit het Spaans vertaald door Pieter Lamberts. Zirimiri Press, Amsterdam. 52 blz. € 12,90.