Recensie: Arjen van Veelen – Amerikanen lopen niet
Vanuit een blokhut in de wildernis
Toen Donald Trump in 1974 op tv gevraagd werd wat zijn favoriete boek was dat hij had gelezen, antwoordde hij zonder te verpinken: Citizen Kane. Om vervolgens een zeer accurate beschrijving te geven van de film waarin Orson Welles als Kane ten gronde gaat als mogul vanwege zijn eigen tekortkomingen. Vol inlevingsvermogen zien we Trump aan de interviewer vertellen hoe eenzaam het is op de toppen van Mount Kane. Het vergt niet veel fantasie om in dit meesterlijke boek dat in werkelijkheid een film is, een voorafschaduwing te zien van het lot dat Godfather Trump wacht als zijn op loyaliteit en hufterigheid gefundeerde koninkrijk in puin zal vallen. We weten inmiddels dat America First in werkelijkheid America Alone betekent. Op de solitaire innerlijke ineenstorting van de Zero Sum-mens Trump, is het nog even wachten.
Nu zijn alle politici van tijd tot tijd leugenaars, voor hun eigen of ons aller bestwil, maar Trump maakt het wel heel bont. De teller van het aantal aantoonbare leugens staat inclusief de Primaries al op ruim anderhalf duizend. De New York Times houdt de tel naarstig bij. De gelederen die Trump steunen weerkaatsen de bal, en beschuldigen op hun beurt al wie zich ergert aan of wijst op de generische leugenachtigheid van hun president, op het verspreiden van Fake News. De kritische pers is Luegenpresse. Waar kennen we dat van? Het Trump kamp heeft weldegelijk een agenda, en die luidt: de federale overheid zoveel mogelijk afbreken, oude deals verbreken, de wereld dicteren en anderen de troep laten opruimen. Trump doet, veel meer nog dan aan de superrijke aristocraat Kane, mij toch bovenal denken aan de hufterige protagonist John Self uit de meesterlijke roman Money van Martin Amis. Self’s levensmotto: ‘to drive is to show who owns the road!‘, zou ook Trumps grafschrift kunnen zijn.
Er zullen nog veel interessante biografieën verschijnen over het geval Trump, en de wereld waarin hij fikkie wilde steken. Maar wie geïnteresseerd is in de diepere historische gronden die The home of the brave and the free, in een tot op het bot verdeelde natie van haatdragende misdeelden versus iets fatsoenlijker misdeelden hebben getransformeerd – met een godfather uit een zakelijk misdaadsyndicaat aan het hoofd van het land -, die leze Amerikanen lopen niet (Leven in het hart van de VS) van schrijver en graecus Arjen van Veelen. Dit werk, dat een bewerking is van stukken die Van Veelen tussen 2014 en 2016 vanuit Amerika schreef voor De Correspondent (tevens uitgever van dit boek), slaagt erin op microscopische wijze in te zoemen op datgene wat de Amerikaanse Droom en daarmee de Amerikaanse ziel, tot in het merg gecorrumpeerd heeft.
In Amerikanen lopen niet, beschrijft Arjen van Veelen op dezelfde meticuleuze wijze als hij deed in Aantekeningen over het verplaaten van obelisken (2017), de resultaten van een zoektocht. In zijn vorige boek betrof het een zoektocht naar de ziel van zijn overleden vriend Tomas (Blondeau) zowel als die van Alexander de Grote. In dit boek voert de zoektocht naar het hart van de VS. Heartland USA. Van Veelen wordt bijna als een parachutist in het oog van de orkaan gedropt, als hij samen met zijn vrouw de microbiologe en NRC-columniste Rosanne Hertzberger, in de zomer van 2015 naar St Louis Missouri verhuist. Rosanne heeft een contract op zak om onderzoek te mogen doen in het laboratorium van een prestigieuze universiteit, naar de melkzuurbacterie. De twee hebben een houten huis met een tuin gehuurd, in een voorstad die luistert naar de mooie naam Vinita Terrace, maar die “aan de verkeerde kant” van de stad blijkt te liggen. In het noorden, waar de populatie in de loop van de vorige eeuw steeds zwarter is geworden.
Terwijl zijn vrouw in het lab bacteriën onder het oculair van haar microscopen legt, probeert Arjen thuis wat te werken aan een roman die maar niet af komt. Arjen lummelt wat af, in tuin en wijk, maar merkt al snel dat het niet gebruikelijk is in Amerika om lopend op pad te gaan. Amerikanen lopen alleen als ze hun auto net geparkeerd hebben, zo is de wijsheid. Als je loopt ben je ofwel knettergek, ofwel straatarm. Of beide. Wie loopt is prooi en jager. Je wordt beroofd, vermoord, of je bent er zelf op uit anderen de dood in te jagen. Arjen laat zich echter niet van zijn stuk brengen. Hij blijft lopen, fietsen, kanoën, en daalt steeds dieper af in de krochten en cellen van het rottende organisme van de stad waarin hij terecht is gekomen. En die na de Louisiane Purchase in 1804 bekend is komen te staan als De Poort naar het Westen.
De echte ‘drop’ in het strijdgewoel, kwam al na een maand, toen er rellen uitbraken in de voorstad Ferguson nadat de politie een ongewapende zwarte man (Michael Brown) op straat had doodgeschoten. Een voetganger, die met kogels doorzeefd werd terwijl hij zijn handen in de lucht zou hebben gestoken. Lopen op straat (trottoirs zijn er vaak niet) is vooral voor zwarten, levensgevaarlijk. De kans is wat groot dat ze aangehouden worden. En als zwarte ben je niet alleen meteen verdachte, maar eigenlijk ook al schuldig. Schuldig dat je zwart bent. Van Veelen wordt met zijn spaarzame haren voor de camera van de tv gesleurd, op dat moment nog als Amerika Ondeskundige. Hij verslaat de rellen vanaf de rand van de vulkaan, die gedurende enkele nachten steeds weer tot eruptie komt. Maar, en dit siert deze Correspondent nu, hij wil meer. Hij wil, vanuit wat hij ‘zijn blokhut in de wildernis’ noemt, begrijpen hoe het ook in een tijd van een zwarte president, tot zulke rassenrellen kan komen. Hij wil niet alleen maar het vuur van het moment beschrijven.
Gedurende dit zorgvuldig gecomponeerde boek, loopt en reist de schrijver zich als bedachtzame speurneus (een kruising tussen Cees Nooteboom en Bas Heijne) de diepten in van de nog altijd rigoureus gesegregeerde ruimte om hem heen. Die hij op overtuigende wijze tot pars pro toto van het Trump steunende midwesten weet te maken. Een symbool bij uitstek.
Van Veelen is op zijn best als hij zijn innerlijke radar aanzet, en op zoek gaat naar plaatsen op de kaart die het hart van zijn verbeelding sneller doen slaan. Metropolis, Cairo, Plato, Amsterdam Kansas, Noel Arkansas: al die plaatsen met mythische namen worden bezocht en onderzocht. En ook de Avenues, Boulevards en Routes (Route 66 die bij de schrijver om de hoek loopt) van St Louis worden stapsgewijze verkend. Superieur is het gedeelte over de zilverspiegelende Arch, de Gateway of the West, die gebouwd is op een wijk waar zwarten woonden en die het uitzicht van de blanke opperklasse verstierde. Historie, bespiegeling, memorie, analyse: Van Veelen weet het op majeure wijze tot een helder maar alarmerend portret te reduceren van een genetisch gemankeerde stamcel. Laag na laag weet Van Veelen de werkelijkheid om hem heen af te pellen, tot het onsmakelijke zicht resteert op een etterende wond.
Stapsgewijze komt Van Veelen erachter dat niet alleen St Louis, maar de gehele US of A als de gedroomde natie waar iedereen die het maar wil het kan maken, gegrondvest is op een fundamentele leugen. Founding Father Thomas Jefferson schreef in de Onafhankelijkheidsverklaring uit 1776 de illustere woorden, als kind van de Verlichting: ‘All men are created equal’ en iedereen heeft van nature recht op ‘the pursuit of happiness’.
Van Veelen wijst ons minzaampjes op het feit dat Jefferson zelf honderden slaven gevangen hield op zijn plantage (met een woonhuis dat hij zelf had ontworpen, dat dan weer wel), dat hij zwarten inferieur achtte aan mensen van het beschaafde witte ras, en indianen omschreef als wilden die dienden te worden uitgeroeid om de vooruitgang en de westzucht van het Manifest Destiny niet in de weg te zitten. Officieel werd slavernij afgeschaft na het einde van de Civil War, maar nog in 1912 stemde de gemeenteraad van St Louis voor het invoeren van een drastische segregatie tussen de blanke populus en het zwarte plebs. Kapitaal heeft de neiging te accumuleren. Armoede en miserie evenzeer. Dat is de tweespalt die dwars door Amerika loopt, en die de eertijdse droom van die magnifieke Amerikaanse leegte heeft gevuld met zoveel haat, ongelijkheid, angst en wapens. De Verenigde Staten zijn, net als de heuvels rond het knooppunt tussen Missouri en Mississippi, gefundeerd op (rassen)ongelijkheid, genocide (van de ‘aboriginals’) en bedrog (de leugens uit de Onafhankelijkheidsverklaring).
Van Jefferson naar Donald Trump is een hele stap, en het is ongetwijfeld geen vooruitgang. Maar in dit boek weet de schrijver het directe verband tussen die twee, en de erbarmelijke staat waarin het hart van de VS momenteel verkeert, al wandelend en peddelend, overtuigend bloot te leggen. Eigenlijk is Arjen van Veelen gedurende de jaren dat zijn vrouw onderzoek deed naar de melkzuurbacterie, net zo goed een moleculair bioloog gebleken.
Serge van Duijnhoven
Arjen van Veelen – Amerikanen lopen niet, Leven in het hart van de VS. De Correspondent, Amsterdam. 216 blz. € 18,-