Recensie: Frank Bill – Donnybrook
Boze mannen in het bos
In de bossen van Indiana wordt elk jaar de Donnybrook gehouden, het ultieme kooigevecht waar vechters uit de wijde omtrek op af komen. Regels zijn er niet, maar de laatste man die rechtop staat, wint de hoofdprijs van 100.000 dollar. Donnybrook van de Amerikaanse schrijver Frank Bill speelt zich af op het platteland van Amerika, in een milieu van whitetrash, methsnuivers, alcoholisten en moordenaars. Alle personages zijn op weg naar het toernooi, maar lang niet iedereen haalt de Donnybrook, want de vechters hebben hun agressie en moordzucht onvoldoende onder controle om elkaar onderweg met rust te laten. En dan is er ook nog een rugzak vol crystal meth, waarop iedereen zijn zinnen heeft gezet.
De eerste twee pagina’s van Donnybrook zijn ingeruimd voor aanbevelingen van collega-schrijvers. Frank Bill, die uit Southern Indiana komt, wordt omschreven als ‘opzienbarend getalenteerd’, terwijl het boek ‘Een meesterwerk als een stoot in je maag’ genoemd wordt. De meest in het oog springende opmerking is echter dat ‘de verhalen van Frank Bill de perfecte brug slaan tussen literatuur en pulp.’ Dat klinkt interessant.
Helaas moet je al na enkele hoofdstukken concluderen dat de balans onherroepelijk doorslaat naar de pulp. Er worden wangen, neuzen en schedels kapotgeschoten. Er worden piemels afgebeten en honden gewurgd. Dit alles gebeurt in een fantasieloos proza waarbij er geen enkele moeite gedaan wordt om de lezer te verrassen met boeiende beschrijvingen of treffende vergelijkingen. De zinnen zijn zeer kort en er is nauwelijks variatie in tempo en ritme.
De personages in Donnybrook zijn zonder uitzondering boos. Waarom ze boos zijn, wordt nauwelijks uitgewerkt, maar ze zijn boos, gewelddadig en verslaafd aan crystal meth, alcohol, seks of een combinatie van de drie. Al die boosheid zorgt ervoor dat de personages min of meer inwisselbaar zijn. Als lezer raak je geregeld de draad kwijt over welk boos figuur je aan het lezen bent. Bovendien maakt geen enkel personage ontwikkeling door. De enige ontwikkeling voor de meeste personages is dat ze aan het begin van het boek leven en aan het eind van het boek dood zijn.
De minst onsympathieke figuur is Jarhead. Ook hij is een vechter en een crimineel, maar hij steelt precies genoeg geld om rond te komen en hij mishandelt mensen niet meer dan nodig is om te kunnen vluchten. Hij hoopt de Donnybrook te winnen om zijn gezin een toekomst te kunnen geven. Vergeleken met de rest van het gespuis is Jarhead haast een heilige. Hoewel ook het verhaallijntje van Jarhead flinterdun is, zou je hem de protagonist kunnen noemen.
De vertaling komt wat stroef over. Het Amerikaanse origineel is gedeeltelijk in slang geschreven, met name de dialogen, en de vertaler is heel dicht bij de originele versie gebleven. Op zich logisch, maar een zin als: ‘He thumbed two more 12-gauge slugs into the shotgun’s chamber’ klinkt een stuk beter dan ‘Hij duwde met zijn duim nog twee .12 patronen in de kamer van het jachtgeweer.’
Op het omslag staat in grote rode letters dat dit boek in de smaak zal vallen bij liefhebbers van Oliver Stone’s Natural Born Killers. Maar waar Oliver Stone de kijker van het begin tot het einde betrokken kan houden bij een stel volkomen gestoorde moordenaars, kan Frank Bill dat niet. Hij voert busladingen knettergekke criminelen op, maar bij geen enkele voel je je als lezer betrokken. Dat maakt het lezen van dit boek eigenlijk overbodig.
Vincent Kortmann
Frank Bill – Donnybrook. Vertaald door René van Veen. Karakter, Uithoorn. 256 blz. € 17,99.