Ziek

Deze zomer verschijnt een nieuwe roman van Karel ten Haaf, titel Tijd te verliezen, maar volgens zijn uitgever bleek het voor de met kanker geslagen auteur ‘noodzakelijk zijn ervaringen met de ziekte ook in een dichtbundel te verwoorden.’

Ik ben dan benieuwd hoeveel mensen zich hierdoor naar de boekhandel reppen in de verwachting daar een bundel diep doorvoelde verzen aan te kunnen schaffen over de eindigheid van het bestaan en de moedige strijd van de dichter tegen het onontkoombare (voor mijn geestesoog doemen de tafels op van Pauw, Tan en hoe heet die mevrouw die Matthijs van Nieuwkerk moet doen vergeten).

Een blik op de achterflap is voldoend om de lezer uit de droom te helpen. Ten Haaf – na uitgaven in eigen beheer romandebuut in 1999 met Steppen zonder autoped bij uitgeverij Passage, waarna aldaar meer romans, non fictie en ook poëzie etc. – poseert daarop geheel ontkleed met een stofzuiger – geen Nilfisk, daar begint de postmoderne vervreemding al – en voor een welgevulde en bovenal zeer strak geordende boekenkast; zelfs het enkele boek dat niet in de rijen is geschikt en zich daar horizontaal op vleit ligt keurig, als door een waterpas afgedwongen waterpas.

Om welke titels het gaat is moeilijk uit te maken, daarvoor is te foto niet scherp genoeg. Wel is een aantal gelijkvormige bandjes te zien, waarschijnlijk de verzamelde werken van klassieke auteurs. Over het ordeningsprincipe – alfabetisch, op genre, anders – tasten we in het duister. Op een tafeltje of luidspreker voor de kijker rechts naast de kast staat een beeldje van een varken in mensenkleding. Links naast de auteur is iets te zien wat lijkt op een fauteuil, met daarop enkele kleurige voorwerpen, het zouden tijdschriften kunnen zijn.

Dankzij de uitgever weten we aan de hand van welke interpretatieve bakens we moeten lezen. Naast de ziekte is daar als altijd wijlen Cornelis Bastiaan Vaandrager, inspirator van de poëtische readymade, tot in het melige in de afdeling Plaatsnaamrebi (‘2//kut+k?//Sneek!’- over twee verder lege bladzijden, op de paginanummers na natuurlijk, want orde moet er wel degelijk zijn, zie ook de boekenkast en verklaar de titel). De afdeling Bijwerken staat weer vol met bijwerkingen van medicijnen en kort commentaar daarop (‘Conclusie. Het is gewoon echt niet zo leuk om kanker te hebben. (En het allerergste is toch wel, dat ik niet meer roken mag.))’

De letterlijke leegte, de lapidaire mededelingen, het bouwdooskarakter van deze poëzie, het zou er zomaar op kunnen duiden dat de dichter zich verder en verder terugtrekt, tot er niet meer van hem over is dan steeds minder woorden, maar echte duiding is onmogelijk, juist doordat we de biografische achtergrond kennen en onbevangen lezen derhalve onmogelijk is, de hedendaagse plaag van de Nederlandse letteren, de reductie tot wat de schrijver overkomt – te dik, te dun, kind ziek, man dood, ongewenst kinderloos, weer ziek, zelfbedachte ziekte, vrouw dood, niet-westerse achtergrond, ziek, allochtone afkomst, ziek, bijna dood, geen man, geen vrouw, geen interseksueel, ziek, kleurtje, ziek geweest, verslaafd, verslaafd geweest, etc. etc. – louter en alleen om de aandacht verspert het gezicht op het enige waar het in de literatuur om zou moeten gaan, dus nee, ik heb geen idee of dit grootse poëzie is dan wel bagger en eerlijk gezegd kan het me ook niet erg veel schelen.

Enno de Witt

Karel ten Haaf – Nilfisk! Passage, Groningen. 68 blz. € 14,50.