Recensie: Nicolien Mizee – De porseleinkast
Eloquent de wereld fileren
We hadden al danig kennisgemaakt. Ruim een half jaar geleden verscheen bij Van Oorschot de eerste bundeling ‘faxen aan Ger’ van Nicolien Mizee, de bewust niet-werkende uitkeringsontvanger en gevoelig levensbeschouwer. En nu ligt al het tweede deel in de winkel: De porseleinkast, even kloek als het eerste deel, even nietsontziend en absoluut niet minder boeiend. Met op het omslag opnieuw een fraaie schets van een naaktmodel, verwijzend naar of misschien zelfs wel een resultaat van haar modellenwerk voor amateurschilders.
Toch kent dit deel een duidelijk verschil met Mizee’s vroegste geesteszendingen per telecopier: de lengte en daarmee vaak ook de diepte van de post. Waren in De kennismaking haar welbespraakte bespiegelingen en verzuchtingen nog tamelijk overzichtelijk, onder meer over haar moeizaam debuteren als scenario-schrijver en voortdurende geldtekort, dat is nu anders. In De porseleinkast gaat ze nader in op wat haar bezighoudt om de aanbeden ontvanger, scenarioschrijver en -docent Ger Beukenkamp, bij de les te houden, haast een beetje mede-verantwoordelijk te maken voor haar eigenzinnige levenskeuzen. Inclusief het schrijven zelf:
Kijk, ik snap óók wel dat ik niet de enige ben die dergelijke gevoelens heeft. Maar wat maakt dat nou uit? Daar worden ze niet minder van. Bovendien is het de motor achter mijn schrijven. Ik ga er dus gewoon mee door. Het is een gegeven. Zo is het ook een gegeven dat ik me verstoten voel. Daar is volstrekt geen aanleiding voor, maar het is toch zo. Al staan vijftienmiljoen Nederlanders me juichend en met vlaggetjes zwaaiend op te wachten, dan zal ik me nóg verstoten voelen. (…) Waarom mag een mens zich niet schuldig en nutteloos voelen? ‘t Levert toch een mooie fax op?
Nicolien Mizee denkt haast als vanzelf in paradoxen en stelt en passant ook nog eens een veelheid aan hedendaagse zekerheden ter discussie. Allemaal in een schijnbare poging Ger tot antwoorden te verleiden, al weet ze van tevoren dat hij geen krimp zal geven, wat een prestatie op zichzelf is. Carrière, bezit, relaties, culinaire pretenties (‘Het is me in mijn functie als professioneel uitvreter vaak opgevallen dat de beste maaltijden niet te halen zijn bij mensen die ingewikkeld doen met het eten (…) op de een of andere manier proef ik er alle kosten en moeite nooit aan af’), rabiate afkeer van religie, de vermeende objectiviteit van beoordelende instanties, seks als onze ultieme drijfveer, het kinderzwemdiploma, Mizee heeft geen talent voor eerbied aan welke gevestigde orde dan ook, ze beent onvervaard door de porseleinkast, wat de titel van dit tweede boek lijkt te verklaren.
Die heerlijk vrije geest van haar, dat eloquent de wereld fileren, is niet alleen een verademing in een tijd van brave correctheid, maar voor velen ongetwijfeld ook een openbaring:
Je zou zeggen dat door een universitaire opleiding een verfijning van het denkraam optreedt, maar het lijkt wel of naarmate de opleiding hoger is, de denkwijze rigide wordt en de angst iets verkeerds te zeggen of een cliché te debiteren, toeneemt.
Net als in het eerste deel komt Mizee in aanvaring met een uitkeringsinstantie, opnieuw wordt er model gezeten, wordt ‘het Orakel’ geconsulteerd, en vriendin Louise, die van het lesbisch stijldansen, heeft het andermaal zwaar met haar soms licht ontvlambare vriendin, net als vrienden en familie, maar De porseleinkast is niet slechts een voortzetting van het eerste faxenboek. Er komt allengs meer ruimte voor reflectie, alsof de wonderbare Ger in staat is woordloos in te breken in de gedachtestroom van zijn vereerder, waar zij dan meteen maar weer op reageert:
De kern van de zaak is iemands wil. Je hebt het me zelf geleerd, eikel. Op iemands wil valt niets meer af te dingen. Dat doet iedereen weliswaar voortdurend, gehinderd door conventies en praktische bezwaren, en dat levert dan het drama op waarin wij ons verlustigen.
Dat al zo snel na het goed ontvangen eerste deel, dit tweede faxenboek is verschenen, geeft wel aan dat Van Oorschot de uitzonderlijkheid ervan beseft. Wie zou zich ook ooit zo’n onconventionele benadering hebben kunnen voorstellen: een unilaterale faxrelatie van een beginnend scenarioschrijfster en haar vereerde docent over alle denkbare existentiële vragen. Algoritmen in ieder geval niet.
André Keikes
Nicolien Mizee – De porseleinkast. (Faxen aan Ger 2). Van Oorschot, Amsterdam. 456 blz. € 24,99.