Audiotour

Wat mij in musea het meeste stoort, zijn stelletjes die elkaar uitleggen wat ze zien op schilderijen. Meestal herkauwen ze een Wikipedia-pagina of spuien ze informatie rechtstreeks uit een gidsje. ‘Hier komt Picasso in zijn blauwe fase,’ hoor je dan iemand heel gewichtig vertellen, alsof hij echt kennis heeft van blauwe, roze en groene fases. Je hoort nooit: ‘Hier werd Picasso kleurenblind.’

Je kunt tegenwoordig geen museum inlopen of je krijgt een audiotour aangeboden. Dan vertelt een ander je waar je eigenlijk op moet letten. Alsof je al die informatie onthoudt. Als je na een jaar vraagt hoeveel je nog weet van een museumbezoek dan mag je blij zijn als je nog vijf schilderijen onthouden hebt. Kijk zelf, ontdek zelf, stel zelf vragen: de rest vergeet je.

Ik was de afgelopen week op de Hofwijck in Voorburg. Dichter Constantijn Huygens liet dit buitenhuis op een steenworp afstand van Den Haag ontwerpen en hij schreef er ook een uiterst taai en saai gedicht over. Hij liet zich bij het ontwerp van huis en tuin inspireren door Vitruvius: het geheel kun je zien als de weerspiegeling van het menselijk lichaam. Het huis is het hoofd, de tuin vormt de rest van het lichaam.

Het duurde even voordat ik bij de kassa geholpen kon worden door twee uiterst aardige dames. De ene was juist naar buiten gerend omdat er een vrouw in een scootmobiel was omgekieperd en de achtergebleven mevrouw wist niet hoe de kassa werkte. Toen de scootmobiel weer overeind stond en iedereen gekalmeerd was, konden we zaken doen. ‘Wilt u een audiotour?’
‘Nee, dank u wel.’
‘Maar anders begrijpt u er niets van, er zijn geen bordjes.’
Ik zei dat ik er wel iets vanaf wist.
‘Maar het is gratis!’ riepen ze in een soort wanhoopsoffensief. En zo liep ik even later toch met zo’n ding rond. Ik heb het ding één keer aangezet en heel snel weer uit. De halve tuin is overigens verruïneerd door de aanleg van station Voorburg. Het ‘onderlichaam’ van de tuin is verdwenen. Dat neemt nu af en toe wraak op passerende scootmobielers. Zoiets vertellen ze nooit in een audiotour.

Coen Peppelenbos

Deze column verscheen eerder in  de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 11 augustus 2018.