Recensie: Hanneke van Schooten – Zeven manieren om thuis te komen
Voorzichtig neergeschreven
Het eerste gedicht van de bundel Zeven manieren om thuis te komen van Hanneke van Schooten heet ‘Tijdverblijf’.
Nu zijn de woorden gesproken, is kou voorbij,
de wijn tot de bodem gedronken
liggen wij in droog gras bij donker
water, zij en ik en hij.Roerloos, door het jaargetij
aangespoeld aan deze oever, kijken wij
hoog in het zilverblauw, denken aan blijven
en aan voorbij, zij en ik en hij.Afstand tot geluid herleid,
twee stemmen klinken ver over het water,
bewegen komt straks, bewegen komt later
als wij ons hernemen, zij en ik en hij.
Zonder nog maar goed te begrijpen waar het gedicht over gaat, constateer ik dat ik het mooi vind: de muziek, het ritme, de klank, de beelden. Je zou kunnen denken aan een vrouw, een ik, die de dood van haar man heeft verwerkt (voor een deel uiteraard) en die in het gras ligt, kijkend naar ‘hoog in het zilverblauw’. Zij denkt aan er nog zijn en aan wat voorbij is. Wie is de ‘zij’ of wie zijn de ‘zij en ik’? Een antwoord op die vraag is wellicht te vinden in het gedicht ‘Dubbelganger’.
Zelfs in mijn dromen sla ik mijzelf gade,
er blijft altijd een afstand tussen zij en ik.
Maar soms is er zomaar ineens dat ogenblik
van samenvallen, van geen brug, geen verdichting, maarhet verschuiven van twee beelden ineen, daad
en werkelijkheid niet langer afgescheiden, maar
één in het precieze raken van elkaar.Stilte huist ter hoogte van mijn maag.
Het één worden gebeurt niet in het hoofd, niet in de reflectie, maar in het onmiddellijk voelen.
Terug naar het eerste gedicht. Er zijn woorden gesproken. Ze hadden (hebben) betrekking op het overlijden van de man van de ik. De kou is voorbij. Het leven gaat verder. Er is weer ruimte voor warmte. De wijn is tot de bodem gedronken. Ik denk aan offerwijn of aan bittere wijn die moet worden gedronken, tot de bodem. De ik en de zij liggen in het gras, ‘bij donker water’, symbolisch voor de dood. Hoe zijn ze hier beland? Aangespoeld door de tijd, maar ook verblijvend in de tijd. De titel van het gedicht is niet te vinden in het WNT, maar de dichter Jellema heeft zijn huis, een oude pastorie in Zuidhorn, zo genoemd. Hij wilde reageren op het woord ‘tijdverdrijf’. ‘De tijd verdrijven’; dat vond hij oppervlakkig. In Den Helder was een militair tehuis met die naam: de tijd verdrijven dat deed je met bier en muziek. Ook Hanneke van Schooten vindt kennelijk dat je in de tijd moet verblijven. ‘In alles huist tijd’. De tijd speelt een belangrijke rol in de hele bundel. Zij kijken omhoog naar wat we ook wel de hemel noemen, zonder daarbij te denken aan engelen. Hij is nog aanwezig. Hoe zou hij afwezig kunnen zijn? Hij is in haar altijd aanwezig, al is de pijn en het verdriet (nooit geheel) gesleten. In de verte klinken stemmen over het water. Zij doen een appèl op de ik en de zij. En ook hij herneemt zich.
De dichteres gaat zorgvuldig om met taal en het schrijven schenkt haar geluk. De woorden moeten ook gelukkig zijn met elkaar, zo verklaart zij in een interview dat in de zorgvuldig uitgegeven bundel is opgenomen. In het volgende gedicht zien we hoe geliefde en gedicht even samenvallen.
Over het schrijven van een gedicht
Ik heb je voorzichtig neergeschreven
overwegend dat je ook in woorden kunt bestaan.
Een nacht lang gezeten onder het raam.
Kamer waarin jij niet was, waar jij niet bent gebleven.Er was wind, er waren vlagen regen
en ik bedacht je daar in schijn en wezen, onvervuld
nog om zijn vorm en verrukt
om het even boven alles uitgestegen geluk.
Maar hoe kom je thuis? Door te reizen, bijvoorbeeld naar Langue d’oc. Dat is een taal, maar misschien kun je Zuid-Frankrijk ook zo noemen. In ieder geval kun je het land afdalen naar zee. Zee is belangrijk in het leven van Hanneke van Schooten, hoewel afkomstig uit Oost-Nederland en vroeger werkzaam in Tilburg als juriste.
Je moet durven opnieuw beginnen. Het hart mag niet te bang zijn en het water niet te diep, zoals bij de twee koningskinderen in de middeleeuwen. Het moet je ook overkomen dat de ander er plotseling staat. Hij moet je vinden en je opnieuw beschrijven. Je moet een andere gedaante aannemen. Je moet hem willen zien, ook in de nacht. Laat hem komen, laat jij je vasthouden.
Remco Ekkers
Hanneke van Schooten – Zeven manieren om thuis te komen. AFdH, Enschede/Doetinchem. 78 blz. € 17,50.