Vol lef

Het is niet moeilijk om Brian, een jongen van dertien, uit Zomervacht van Jaap Robben aan te moedigen. Hij blijft met frisse moed dingen ondernemen, terwijl het hem niet meezit. Dat komt voor een groot deel door zijn broer Lucien die verstandelijk en lichamelijk gehandicapt is. Brian woont met zijn vader en hun twee honden in een caravan die ze huren van twee louche kerels. De moeder is inmiddels vertrokken en Lucien woont in een soort opvang.

De katalysator van het verhaal is een verbouwing van de opvang. De directeur vraagt de vader van Lucien en Brian, Maurice, of hij Lucien een aantal weken in huis wil nemen. Normaal zou hij de moeder vragen, maar die is op huwelijksreis met Didier. Van die huwelijksvoltrekking waren Maurice en Brian niet op de hoogte, wat al meteen de treurige toon van het verhaal zet. Omdat Maurice denkt geld te kunnen verdienen met het in huis nemen van zijn eigen zoon doet hij dat. Tegelijkertijd maakt hij Brian volledig verantwoordelijk voor de opvang van Lucien, vooral door simpelweg nauwelijks thuis te zijn.

Aangezien het zomervakantie is, heeft Brian genoeg tijd om voor Lucien te zorgen. Maar hij is jong, en hij wil wat. Hij wil vooral avontuur en ze heet Selma. Selma is een jonge vrouw van negentien die net als Lucien verstandelijk gehandicapt is, maar echter nog wel kan praten en normaal kan bewegen. Brian, een zichzelf ontdekkende puber, lijkt een leuke klik met haar te hebben. Hij heeft een opgevoerde scooter en gaat stiekem naar Selma toe. Zijn grootste probleem is dan: wat doe ik met Lucien?

Via flashbacks die heel natuurlijk door het verhaal worden verweven, is dat een thema dat terugkomt: wat doe ik met Lucien? Vanaf het moment dat de ouders hebben besloten Lucien in een opvang te plaatsen worden de bezoeken minder totdat de moeder instort en niet meer heen wil gaan. De vader zegt dat hij er met Brian heengaat, maar in werkelijkheid gaan ze helemaal niet meer naar Lucien. Daarmee wordt Lucien een vervelend klusje, in plaats van een zoon of een broer. Het is gedurfd dat Robben hier zo over schrijft: hoe vervelend het is om een gehandicapte zoon of broer te hebben.

Dezelfde lef heeft de schrijver bij het openlaten van vragen. Er komt plotseling een jongeman die een caravan van Maurice wil huren. Brian regelt de verhuur met deze Emile. Emile is het huis uitgezet door zijn vrouw en het hele boek wordt ernaar gevraagd wat er gebeurd is, zonder dat er een antwoord komt. Dat is gedurfd, maar ook een keuze van de schrijver waarmee hij aangeeft wat écht belangrijk is. Deze Emile helpt Brian een paar keer onbaatzuchtig en is daarmee een tegenpool van vader Maurice, wat de situatie van Brian nog schrijnender maakt. Als Brian de verhuur met Emile regelt houdt hij wat geld voor zichzelf achter. Daarmee begint hij helaas wat op zijn vader te lijken.

Brian probeert met Lucien te lopen en dat lukt steeds beter: Lucien kan uiteindelijk kleine stukjes lopen, wat hij eerst niet kon. Ze ontdekken samen een leuke bezigheid: flessen in de flessenbak gooien. Brian en Lucien komen nooit echt helemaal bij elkaar, maar dat er bij Brian een gevoel van zorgzaamheid ontstaat is onmiskenbaar. Dat blijkt ook uit hoe het boek eindigt. Op een groot drama wordt niet meer teruggekomen, Selma wordt niet meer bezocht, maar Brian maakt zich druk om Lucien, en daarmee wordt Lucien toch nog een object van liefde, in plaats van een hinderlijk klusje.

De taal van Robben is eenvoudig en makkelijk te volgen, het perspectief is steeds bij Brian, zodat alles begrepen wordt vanuit een kinderblik. Dat maakt dat dit boek, met moeilijke onderwerpen en dillema’s zich uitstekend leent om met een klas op de middelbare school te lezen. Het zou echter ook niet vreemd zijn als dit boek een even groot publiek vindt als Birk, het vorige boek van Robben, dat een groot kassucces was.

Erik-Jan Hummel

Jaap Robben – Zomervacht. De Geus, Amsterdam, 314 blz. € 21,99.