Recensie: Ronelda S. Kamfer – Mammie
Een pleidooi tegen het Instagram-feminisme
Voor de liefhebber van Zuid-Afrikaanse poëzie zal Ronelda S. Kamfer geen onbekende zijn. Ze maakte in 2010 al naam, toen ze optrad op het Winternachtenfestival in Den Haag en in 2012 verbleef ze als writer in residence in Amsterdam. Haar poëzie staat voornamelijk bekend om haar confronterende taal, waarmee ze haar jeugd in Zuid-Afrika beschrijft. Na Nu slapende honden en Santenkraam verscheen in 2017 haar nieuwste bundel Mammie. In deze bundel– vertaald door Alfred Scheffer – thematiseert ze de dood van haar moeder, waarbij universele thema’s als liefde, vriendschap, hoop en teleurstelling aan bod komen. De bundel leest tegelijkertijd als een chronologisch verhaal. Kamfer beschrijft de dood van haar moeder, het rouwproces dat daarop volgt en blikt terug naar vroeger. En tussen de regels door schotelt Kamfer de lezer een sterk staaltje feministische maatschappijkritiek voor.
In de eerste gedichten wordt de kritische toon direct gezet. In ‘Vetste vliegen’ beschrijft Kamfer het ontstaan van ‘een nieuwe species van bruine meisjes in vintagekleren.’ Vroeger bestond dit soort uit het type meisje ‘dat met lelijke oude witte mannen trouwde / want ambitie heeft een bankrekening die altijd gevuld moet blijven.’ Maar gelukkig zijn de tijden veranderd. Inmiddels hebben zij zich ontdaan van de steiltang, Johnny Depp verruild voor Idris Elba en nieuwe rolmodellen gekozen als Michelle Obama en Grace Jones. Ze kunnen ook wel beschreven worden als ‘Instagram-feministen’ die protesteren op hun blogs, woorden gebruiken als ‘booty fierce’ en ‘pro-choice’. En hoewel ze iedere Amerikaanse tv-serie weten te deconstrueren, zijn ze volgens Kamfer ‘bijna altijd superdom.’ Haar oordeel is dan ook onverbiddelijk:
Die kleine teven zijn net kikkers in de regen
Hoppend van blad naar blad steeds dichter
Naar de meest verse bol stront
Want daar zitten de vetste vliegen
Mammie is een ode aan haar moeder, maar net zo sterk een pleidooi tegen dit oppervlakkige soort ‘feministen’. In het bovenstaande gedicht introduceert ze een thema dat centraal staat in de rest van de bundel: het rolmodel. Het is alsof Kamfer met deze bundel een beeld wil schetsen van de ideale vrouw. In ‘Vetste vliegen’ geeft ze te kennen dat de nieuwste generatie ‘Instagram-feministen’ hier niet aan voldoet. Des te sterker zijn de volgende gedichten, waar ze haar moeder introduceert. Feministische inspiratie zoekt ze liever dichter bij huis, zoals bij haar moeder en haar oma. Want terwijl het Amerikaanse feminisme vocht voor gelijkheid, vochten ‘vrouwen als mijn moeder voor hun leven.’ Nog steeds fel van toon, maar met een duidelijke compassie schetst ze het contrast tussen haar moeder en de nieuwste generatie feministen:
Maar nu is alles goed
En kan ik zien waarvoor vrouwen als mijn moeder hebben gevochten
Omdat de revolutie
Voor hen niet seksueel was
Haar moeder figureert dus als een breuk tussen het verleden en het hedendaagse feminisme, maar als rolmodel draagt ze ook een zekere continuïteit in zich. In ‘Apartheid’ beschrijft Kamfer dat haar moeder vroeger is uitgescholden voor ‘Hottentot’ door twee zwarte boerenknechten, waarop haar moeder terugriep:
Het komt doordat jouw
Voorouders hun zwengels niet in hun broek konden houden
Dat jij mij nu kan uitschelden voor Hottentot
Jij gore klootzak
Sindsdien hoopte ze dat iemand haar ook ‘Hottentot’ zou noemen, zodat ze hetzelfde terug zou kunnen roepen. Helaas riepen twee witte mannen op een dag vlak na de afschaffing van de apartheid ‘verdomde kaffers’ tegen haar en haar zusje en kon ze niets terugzeggen. Op dergelijke subtiele manier maakt Kamfer duidelijk dat er door de tijd heen weinig is veranderd. Maar ook in expliciet felle bewoordingen bekritiseert ze de misstanden van deze tijd. In schrijnende taal beschrijft ze het seksuele geweld waar zij en veel meisjes in haar omgeving al vanaf jongs af aan mee geconfronteerd werden. In ‘Disneydagen’ vertelt ze over haar jeugdvriendinnetje Disney, die gestopt was met school omdat ze zwanger was geraakt van ‘een gangster die haar sloeg’. De harde Zuid-Afrikaanse realiteit staat in scherp contrast met het Amerikaanse Instagram-feminisme. Tegelijkertijd beschrijft Kamfer haarfijn de invloed die de Westerse cultuur heeft: Disney noemde haar kind immers Andrew, ‘naar Andrew Flintoff, die is onwijs hot.’
Aan de hand van gedichten over de dood, rouw, seksueel geweld, racisme en feminisme, schetst Kamfer een portret van haar rolmodel, haar moeder. Het resulteert in een overtuigende bundel waarin aan de hand van cynische humor de harde Zuid-Afrikaanse realiteit wordt geschetst. Gelukkig laat Kamfer ook zien dat zelfs rolmodellen hun zwaktes hebben. Op het moment dat er namelijk een naam verzonnen moest worden voor het kind van haar zus, zei haar moeder:
Stil nou,
Als het een jongen wordt
Moet hij Ethan heten
Zoals Tom Cruise in Mission Impossible
Tara Neplenbroek
Ronelda S. Kamfer – Mammie. Podium, Amsterdam. 128 blz. € 21,50.