‘Ik ben Brigitte Bardot niet’

Tussen 1950 en nu gaf de schrijver Willem Frederik Hermans vijfentachtig interviews, die voor radio en televisie meegerekend. Zesenzestig interviews verschenen in druk, en vijfentwintig daarvan werden verzameld in de deze week op de markt gekomen bloemlezing Scheppend nihilisme, samengesteld door Frans A. Janssen. Hermans zelf heeft zich met de bundeling van de interviews intensief bemoeid: hier en daar heeft hij noten aan de tekst toegevoegd.

In het inleidende ‘Interview over interviews’ vraagt Janssen aan Hermans of hij het niet beu is geïnterviewd te worden. De schrijver antwoordt:

In het algemeen niet. Interviewers die me vervelen wijs ik het gat van de deur wel, natuurlijk. Zover is het zelden gekomen.

Zo’n interviewer was in 1967 Martin Ruyter van de Volkskrant, die naar Groningen was gekomen om Hermans te vragen waarom hij de Vijverbergprijs had afgewezen. ‘U vond het in ieder geval niet de moeite voor vijfentwintighonderd gulden naar Den Haag te reizen,’ suggereert de journalist, en als even later ook nog een onaangekondigde fotograaf ten tonele verschijnt, raakt Hermans zeer ontstemd en zegt: ‘Gaat u maar naar huis. Het interview is afgelopen.’

Curiosum
Ruyter publiceerde het verslag van dit gesprek op 14 maart 1967 in de Volkskrant onder de kop ‘Bedrag doet niet terzake’. Het is ook opgenomen in Scheppend nihilisme, waar het tussen de overige interviews de status van curiosum heeft aangenomen.

Hermans heeft de gewoonte zijn interviews goed voor te bereiden. In het boek zegt hij: ‘Ik leg me erop toe in een interview dingen te zeggen die ik nog niet in een boek heb verteld.’ In de meeste gevallen lukt dat wel, maar wie op de hoogte is met het werk van de sinds 1973 in Parijs wonende Hermans komt in deze bloemlezing ook bekende thema’s tegen.

Hermans’ allesoverheersende pessimisme komt bij voorbeeld regelmatig aan bod. Het contrasteert scherp met het optimisme van Mulisch, die in het beroemde HP-twistgesprek met Hermans (1969) zegt dat het zingen van een revolutionair lied zou kunnen leiden tot de afschaffing van de moord op de Braziliaanse indianen.
Hermans: ‘Iedereen weet dat het daar niet toe leidt.’
Brugsma, toen nog hoofdredacteur van de Haagse Post, stelt in het twistgesprek de vraag: ‘Hermans geeft het mensdom op?
Hermans: ‘Welnee, Waarom? Kijk eens, leeuwen houden ook niet van mekaar. Als de mensen niet uitgeroeid worden, blijven ze wel voortleven zonder van elkaar te houden.’

In dit twistgesprek, dat terecht is opgenomen in Scheppend nihilisme, is Willem Frederik Hermans duidelijk de sterkere. Mulisch zegt: ‘Wie vermoord wordt, wordt altijd vermoord door iemand die rechtser is dan hijzelf. Kennedy is vermoord door iemand die nog rechtser was dan hijzelf.’
Hermans daarop: ‘Neem even nota, Harry weet precies door wie Kennedy is vermoord.’

Afkeer
Ruim aandacht is er in de interviews met Hermans voor zijn afkeer van ons land. Op de vraag: ‘Wat ergert u momenteel, het meest in Nederland?’ (1962) zegt hij: ‘Eigenlijk alles, maar ik laat het maar niet meer tot ontwikkeling komen.’ Goed beschouwd heeft het nóg lang geduurd voordat hij zijn biezen pakte om naar Frankrijk te verhuizen.

Succes? ‘(…) ik zie dat succes niet zo geweldig. Ik ben echt Brigitte Bardot niet. Als Harry Mulisch over het Leidseplein loopt zegt iedereen: “Hé, daar gaat Harry Mulisch.” En die komt uit Haarlem. Ik ben geboren in Amsterdam. Maar als ik over het Leidseplein loop zegt niemand: “Kijk”‘ (1970)

In Scheppend nihilisme spreekt Hermans ook over film, literatuur en filosofie. Men kan het boek beschouwen als een doorlopend commentaar op dertig jaar (cultuur-)geschiedenis. Hermans is er nooit de man naar geweest om zijn mening onder stoelen of banken te steken. Dat levert ook jaren na dato boeiende leesstof op. De verzamelde interviews vormen een onmiskenbaar onderdeel van het oeuvre van W.F. Hermans.

Frank van Dijl

Scheppend nihilisme: interviews met Willem Frederik Hermans. Loeb & Van der Velden, Amsterdam. Het boek is te lezen via DBNL.

Deze recensie verscheen eerder in Het vrije volk op 13 juli 1979.

(Foto: Ter inleiding Boekenweek, gesprek Willem Frederik Hermans (r) met Eddy van Vliet (l) geleid door Joop van Tijn, Bogaerts, Rob / Anefo, CC0 1.0)