Nog meer vrouwen

Het lag voor de hand dat na de kraker 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis samensteller Els Kloek en ontwerpgodin Irma Boom met een vervolg zouden komen. Ik schrijf hier ‘samensteller’ en ‘ontwerpgodin’ met enige aarzeling, Kloek verhaalt in haar inleiding namelijk over de mitsen en maren waarmee het kiezen van het juiste woord om een man of vrouw aan te duiden gepaard gaat, een probleem dat niet alleen in ons taalgebied speelt en waarvoor simpelweg geen enkele voor iedereen bevredigende oplossing mogelijk is, omdat telkens als je denkt die gevonden te hebben iemand zich daar weer tegen keert, zoals onlangs in Duitsland, waar ze al vele jaren in een genderneutrale kramp zitten, luister maar eens naar de speeches van mensen als Erich Honecker, de voormalige dictator van de DDR, maar ook huidige vertegenwoordigers van de SPD, bij wie het ‘Genossen und Genossinen’ als een mantra in de mond bestorven ligt, een typisch linkse gewoonte, bij de NSB sprak men al van ‘kameraden en kameraadskes’, maar ook banken de klanten toespreken met ‘Kunden und Kundinnen’, wat onlangs een feministe in het verkeerde keelgat schoot, want discriminerend, het moest ‘Kunden’ zijn. Daar komen we dus nooit uit, ook al omdat Kloek terecht opmerkt een secretaris bijvoorbeeld iets anders is dan een secretaresse. Het gaat er kortom vooral om dat je een knoop doorhakt en aan de slag gaat.

Bij het samenstellen van een encyclopedisch werk als het voorliggende moeten meer lastige beslissingen worden genomen, die au fond draaien om de vraag wie wel en wie niet wordt opgenomen. Ook hier werd vooral praktisch gedacht. De hoofdstukken behelzen generaties, de onderwerpen moesten de vorige eeuw hebben meegemaakt en bovenal dood zijn, de indeling is chronologisch op geboortedatum. Op die manier ontvouwt zich het beeld van vrouwen die aanvankelijk vooral actief zijn aan de leidende hand van dan wel in de schaduw van een mannelijke partner, terwijl naarmate de jaren verstrijken en de emancipatie voortschrijdt steeds meer vrouwen gewoon zelf hun eigen ding gaan doen, waarbij opvalt dat buiten collaboratie dan wel verzet tijdens de bezetting ze dat vooral en vaak nog steeds doen binnen hun eigen niches, wat natuurlijk ook komt doordat veel vrouwen die daarvan afwijken, ik noem een Beitske Visser, nog onder ons zijn en dus niet konden worden opgenomen. Dat geldt weer wel voor vrouwen die geen andere verdienste hadden dan vermoord worden, een intrigerende categorie waar we het hier op het instituut nog lang over hebben gehad.

Het criterium dood en begraven heeft trouwens wel een merkwaardig effect. Lees je in het begin veel over vrouwen die negentig werden en soms zelfs nog ouder, op de laatste pagina’s zingt logischerwijze de vroege dood mee. Dat zou een mens zomaar somber kunnen stemmen en dat is natuurlijk ook weer niet de bedoeling, dus geven we ons subiet over aan het gezelschapsspel waar dit soort boeken altijd een prima aanleiding voor is: wie missen we? Dat valt in dit geval reuze mee, ook al omdat een aantal vrouwen die in het vorige boek stonden kort nog even worden meegenomen en wie die selectie niet haalde in een handige lijst achterin wordt genoemd. Darja Collin ontbreekt, maar het is de vraag of die naam ons zonder haar huwelijk iets zou zeggen. Wie ik na lang zoeken wel mis is uitgever Alice van Nahuys (1894-1967). Ze wordt wel genoemd, in het lemma over Tine van Buul als degene die haar binnenhaalde bij Querido, maar haar eigen rol daar deed er klaarblijkelijk niet toe, wat toch vreemd is. Maar goed, dan is er in ieder geval weer iets om over te zeuren.

Intussen is Kloeks initiatief hard op weg een heus instituut te worden, met naast de al bestaande website dit keer ook een expositie in het Amsterdam Museum, die nog loopt tot 10 maart. Allen daarheen.

Enno de Witt

Els Kloek (samenstelling) – 1001 Vrouwen in de 20e eeuw. Vantilt, Nijmegen. 1612 blz. € 39,50.

Op zondag 28 oktober interviewen Roos Custers en Coen Peppelenbos in de talkshow Onder de vulkaan.

https://www.youtube.com/watch?v=NEqifUvUo04