Recensie: Kevin Crossley-Holland – Noorse mythen. Over Odin, Thor en Loki
Blijf altijd waakzaam
In onze Westerse samenleving gaat veel aandacht naar de Griekse mythologie uit, onder andere op de schoolbanken en via literaire verwijzingen in contemporaine romans. Epische verhalen uit andere culturen worden daarbij weleens over het hoofd gezien, of er wordt slechts sporadisch naar verwezen. Kevin Crossley-Holland, auteur van goed onthaalde historische jeugdromans, raakte van jongs af aan gefascineerd door de Noorse mythen: ‘Toen ik als jongen deze verhalen voor het eerst las, schreeuwde ik het haast uit van plezier, en huilde soms ook een beetje, en ik leerde mezelf wat beter kennen.’
In de lijvige bundel Noorse mythen. Over Odin, Thor en Loki verzamelt Crossley-Holland 23 verhalen van de Vikingen. Omdat deze mythen zich nu eenmaal binnen een geheel eigen wereldbeeld afspelen, stelt de auteur vooreerst dertien goden en godinnen, alsmede dwergen en reuzen voor, en besteedt eveneens aandacht aan de negen werelden, gerepresenteerd door de es Yggdrasil. Heel wat mythes nemen godsdienstige thema’s als uitgangspunt en spreken breedvoerig over de invloed van de goden op onze samenleving. Die visie past immers naadloos binnen de verklarende functie van de mythe, die toelichting biedt voor moeilijk te verklaren verschijnselen of het ontstaan van de wereld en het hiernamaals. Voor de oplettende lezer vallen er wijze lessen te rapen. Dat ervaart ook de Zweedse koning Gylfi, die door de als bedelares vermomde godin Gefion bedrogen wordt: “‘Sjonge, zei hij tegen zichzelf, ‘ik wist niet eens dat ze net zo achterbaks en schijnheilig konden zijn als gewone mensen.'” Die bittere pil vormt meteen de aanleiding tot een hoogstpersoonlijke queeste om de wereld van goden en godinnen te doorgronden. Zo introduceert de auteur onder meer de oppergod Odin, Loki de ‘raddraaier’ die steeds weer voor problemen zorgt, Thor met z’n onafscheidelijke hamer, de beeldschone Freya en Balder, de goedheid zelve. Die goden zijn nu eens hartelijk, dan weer trouweloos; ze schrikken er allerminst voor terug om hun macht vanuit egoïstische motieven te misbruiken of één van hen gruwelijk te bestraffen. Kevin Crossley-Holland thematiseert eveneens het moeizaam samenleven van goden en godinnen, reuzen, dwergen en mensen. Dat levert pittige verhalen over oeroude thema’s en de grote vragen des levens op, zoals het ontstaan van de mensheid, afstamming, jaloezie en hebzucht, de strijd tussen goed en kwaad. Maar ook de goden leven vaak in onmin en gedragen zich als ‘kleine kinderen’ die wel ‘nooit volwassen’ zullen worden; er wordt duchtig gelogen, gestolen en gemoord, liefgehad en vergeven. Daarbij wordt de bedrieger overigens evenzeer bedrogen. Nochtans kom je met listen en gewaagde plannen al een heel eind in deze wereld, die daardoor een wel erg menselijk aanschijn krijgt. Het is alleszins een wereld waarin je maar beter waakzaam blijft.
De Britse auteur ontpopt zich opnieuw als een rasecht verhalenverteller; hij zorgt voor een boeiende karakterisering van de goden en levendige beschrijvingen van de dagelijkse bezigheden. Daarbij vertrekt hij van een gedegen verhaalopbouw, en neemt vervolgens ruimschoots de tijd om de belangrijkste personages te introduceren, spanning op te bouwen en een vleugje couleur locale toe te voegen. Crossley-Holland werkt steeds naar een grootse apotheose toe, die het verwachtingspatroon feilloos weet te doorbreken, wat een rijke, diepgaande schriftuur oplevert. De grondig uitgewerkte karakterisering levert een boeiende inkijk in de psyche van de goden op, zodat ze als unieke persoonlijkheden overtuigen. Binnen het beperkte bestek van 240 bladzijden kan de auteur vanzelfsprekend niet alle Noorse mythen hervertellen; voornamelijk in het begin van deze bundel volstaat hij met verwijzingen en samenvattingen. Vooral het goochelen met namen van goden en godinnen roept weleens verwarring op, temeer omdat hun betrokkenheid bij de beschreven gebeurtenissen eerder vaag blijft.
Jeffrey Alan Love beperkt zich in zijn illustraties letterlijk tot de essentie. Hij biedt slechts omtrekken en contouren, die hij volledig zwart inkleurt, aangevuld met primaire kleuren. Dat levert vanzelfsprekend duistere prenten op, die echter nergens te eenzijdig of macaber overkomen. Integendeel, de grillige, mysterieuze illustraties treden met de fascinerende verhalen in dialoog en zorgen voor een geslaagde symbiose. Hoewel het gelaat van de personages grotendeels verborgen blijft, verleent Alan Love zijn creaturen toch een basale expressie, die onmiskenbaar tot hun individualiteit bijdraagt. Afstotelijke wezens zoals de reuzenslang Jormungand of de wolf Fenrir krijgen een sterke portrettering, die zowel bevreemdt als fascineert. Dat geldt zeker ook voor de illustratie van een vulkaanuitbarsting, die tegelijkertijd schoonheid en vernietigende in zich draagt.
Margaretha van Andel zorgt voor een gave vertaling van de mythes; ze brengt de oeroude verhalen in een eigentijds, sprankelend Nederlands tot leven. De toegankelijke taal en het vlotte vertelritme zorgen voor sterk beeldende beschrijvingen:
‘Wat heb je aan een angstig hart?’ zei hij. ‘Als je huis en haard verlaat, moet je onverschrokken zijn.’
Wie zich laat verleiden door het buitenformaat en de kleurrijke voorflap van Noorse mythen komt beslist niet bedrogen uit. Kevin Crossley-Holland weet de kracht van de oeroude, epische teksten tot leven te brengen, en toont zo overtuigend aan dat de wereld van de goden nauwelijks van onze maatschappij verschilt. Tel daarbij de fascinerende, eigenzinnige illustraties en de gave vertaling en het moge duidelijk zijn; deze overweldigende, leeftijdsloze verhalenbundel wordt hoogstwaarschijnlijk een literaire longseller.
Jürgen Peeters
Kevin Crossley-Holland – Noorse mythen. Over Odin, Thor en Loki. Vert. Margaretha van Andel. Lemniscaat, Rotterdam. 240 blz. € 27.95.