Recensie: Eileen Chang – De liefde van een half leven
Gedoemde liefde
Het oeuvre van de in 1920 in Shanghai geboren, in 1955 naar Amerika gevluchte en daar in 1995 in de obscuriteit gestorven Eileen Chang krijgt de laatste jaren steeds meer internationale waardering. Haar werk was altijd al geliefd in Hongkong en Taiwan, en die populariteit verspreidde zich vervolgens eerst naar het Chinese vasteland en daarna naar het Angelsaksische taalgebied. Chang bracht De liefde van een half leven voor het eerst uit rond 1950 en herschreef het bijna twintig jaar later, waarbij ze een vanwege het communisme verplichte politieke invalshoek achterwege liet. Die herziene versie uit 1969 is onlangs verschenen in deze soepele vertaling en vormt Changs introductie voor een Nederlandstalig lezerspubliek.
In De liefde van een half leven draait het voornamelijk om de gedoemde liefde tussen Shijun (m) en Manzhen (v), twee hardwerkende mensen uit Shanghai. De liefde tussen de twee tegenpolen – Shijun is vrij bedeesd en onzeker, Manzhen levendig en impulsief – ontwikkelt zich langzaam; Chang neemt uitgebreid de tijd om hun groeiende band uit te werken. Ze wekt eerst de indruk dat Manzhen zal moeten kiezen tussen twee aantrekkelijke mannen, maar (gelukkig) zet ze de lezer daarmee op een dwaalspoor en ontvouwt zich een veel interessantere, absoluut niet clichématige liefdesgeschiedenis.
Het verhaal speelt zich af in de jaren dertig, kort voor en later tijdens de Tweede Wereldoorlog die overigens in China wat eerder begon dan in Europa, iets wat nogal eens wordt vergeten in de geschiedenisboekjes. Ondanks die historische setting is het nadrukkelijk geen politieke roman geworden; het is veelmeer een klassieke tragedie met een rustig verhaaltempo en uitvoerige beschrijvingen van gevoelens en gedachten. De roman zal daardoor bij de gemiddelde lezer waarschijnlijk eerder associaties oproept met de 19e-eeuwse Amerikaanse en Britse literatuur dan met Aziatische klassiekers. De nadruk ligt op het innerlijke leven van de personages, niet op het ‘exotische’ aspect. Wie hoopt op bloemrijke, cryptische omschrijvingen kan zich dan ook beter in Lulu Wangs oudere werk gaan verdiepen. Wie graag leest over de omgangsvormen in China is dan weer bij Chang aan het juiste adres; de relatie van de hoofdpersonages met hun familie wordt erg subtiel uitgewerkt, waarbij vooral hetgeen dat níet wordt gezegd indruk maakt.
De opbloeiende liefde tussen Shijun en Manzhen, collega’s in een fabriek waar hij als technicus werkt en zij kantoorwerk verricht, komt door inmenging van de familie tot een naar einde. De verplichtingen aan hun familie, een aantal gruwelijke misverstanden en de persoonlijke ontwikkeling van met name het vrouwelijke hoofdpersonage staan een hereniging tussen de beide geliefden in de weg.
De eerste helft van het boek is kalm, misschien zelfs wat te traag (daarbij moet gezegd worden dat de overgangen bij grotere tijdsprongen dan soms weer erg abrupt zijn). In de tweede helft ontwikkelt het verhaal van een ontluikende liefde zich vervolgens tot een gruwelverhaal. Manzhen belandt door toedoen van haar zus en zwager in een ware nachtmerrie waarvan de contouren al in de eerste helft zichtbaar waren, maar die desondanks toch verrassend en schokkend is. Tegen de tijd dat zij uit de spreekwoordelijke nachtmerrie ontwaakt, zijn de kaarten opnieuw geschud en is alles anders geworden. Het is een tragedie voor iedereen maar voor de goed uitgewerkte vrouwelijke personages in het bijzonder. Het beschermen van de familie-eer blijkt belangrijker dan Manzhens levensgeluk en de latere gebeurtenissen eisen van haar een bijna bovenmenselijke vergevingsgezindheid.
Door de uitstekend uitgewerkte personages, het krachtige verhaal en een einde dat zowel gevoelens van frustratie als berusting oproept, verdient deze vakkundige vertelling ook in Nederland en België een brede schare lezers. Het maakt in elk geval nieuwsgierig naar Changs andere, vooralsnog niet in het Nederlands verkrijgbare werk.
Lucas Zandberg
Eileen Chang – De liefde van een half leven. Vertaald door Silvia Marijnissen. De Arbeiderspers, Amsterdam, 432 blz. € 24,99 (hardcover).