Recensie: Jaap Goedegebuure – Kellendonk, een biografie
De ontwikkeling van een conservatief denker
Hebben de ideeën van politici als Pim Fortuyn, Geert Wilders Thierry Baudet raakvlakken met het gedachtegoed van Frans Kellendonk (1951-1990)? Die vraag komt aan het eind van de biografie Kellendonk aan de orde. Enigszins voor de hand ligt de vraag wel, omdat Kellendonk in de jaren tachtig al vraagtekens zette bij de multiculturele samenleving. ‘Een straat waar men op de ene hoek een katholieke kerk probeert te handhaven, op de andere een moskee en nog een hindoetempeltje ergens in het midden, is een straat waar binnen de kortste keren helemaal geen godsdienst en helemaal geen gemeenschap meer zullen zijn,’ zei Kellendonk in een interview met NRC Handelsblad in 1986, ver voordat dit soort opvattingen door grote politieke partijen verkondigd werden. De vraag blijft natuurlijk hoe Kellendonk nu op deze conservatieve politici zou reageren. Waarschijnlijk zou hij nog steeds een afkeer hebben van politieke correctheid, maar aan de andere kant zou zijn denken niet een kwart eeuw stil hebben gestaan. Het is nogal speculatief om de ideeën van een schrijver uit de vorige eeuw te koppelen aan de ideologie van politici in deze eeuw vooral ook omdat zij bij mijn weten nooit gerefereerd hebben aan Kellendonk.
Je komt in Kellendonk van Jaap Goedegebuure vooral de intellectuele ontwikkeling van de schrijver op het spoor. Frans Kellendonk groeide op in een katholiek gezin en had nogal een afstandelijke houding ten opzichte van zijn vader die in hem een opvolger in het aannemersbedrijf verloren zag gaan. Frans las en schreef liever: als kind maakte hij al een wekelijkse familiekroniek die vooral door hemzelf werd volgeschreven. Na de middelbare school gaat hij Engels studeren in Nijmegen. De universiteit was daar een bolwerk van linkse jongeren en het was van meet af aan duidelijk dat Kellendonk zich daar niet helemaal bij thuis voelde. Ook de radicale homostrijd was niet helemaal zijn cup of tea. Dat je homoseksueel was, lag ook nogal gevoelig in de familie van Kellendonk. Na zijn verhuizing naar Amsterdam kwam zijn literaire carrière pas echt op gang.
De roman Mystiek lichaam is het bekendste en meest gelezen werk van Frans Kellendonk, omdat er direct na verschijnen een enorme rel over ontstond. Aad Nuis, criticus van de Volkskrant, hekelde de opvattingen over homoseksuelen, vrouwen en joden. Jaap Goedegebuure besteedt in zijn biografie over de schrijver terecht veel aandacht aan de roman. Niet alleen vanwege de literaire rel, maar ook omdat daarin de ideeën van Kellendonk nadrukkelijk naar buiten komen. Volgens Goedegebuure staan die in de traditie van de conservatieve cultuurkritiek die aan het eind van de achttiende eeuw opkwam. De heteroseksualiteit, in religie ingebed, stuwt de geschiedenis voort terwijl de nihilistische homoseksualiteit alleen kunstmatig aan de geschiedenis bijdraagt. Het maken van nieuw leven wordt in de roman letterlijk gezet tegenover de verspreiding van de dood door het aidsvirus, al komt de ziekte niet letterlijk voor. Als lezer moet je je verhouden tegenover die stellingname die binnen de roman tot de uiterste consequenties wordt doorgevoerd. De fundamentele vragen over de samenleving werden echter ondergesneeuwd door de discussie die ontstond over de beschuldiging van antisemitisme.
Goedegebuure geeft een genuanceerd, maar niet volledig beeld van de discussie, wellicht omdat dat elders uitvoeriger gedaan is. Toch is dat in een biografie jammer. Zo laat hij de forse kritiek van Gerrit Jan Zwier in de Leeuwarder Courant onbesproken. ‘Zodra de verteller zich echter van dit antisemitisme bedient, ontspoort het verhaal op grove wijze,’ schreef deze, terwijl Anton Brand in het Nieuwsblad van het Noorden vraagtekens zette bij de opvattingen over homoseksualiteit: ‘het is in zijn masochistische zelfbespiegeling zelfs wat pervers’. Zo laat Goedegebuure wel vaker iets liggen. Zo slaat hij de merkwaardige roman Het laatste testament van Frans Kellendonk van Arie Storm – die jarenlang claimde dat hij de biografie van Kellendonk zou schrijven – volledig over, ondanks een dankbetuiging aan de schrijver-vertaler. Ook zijn eigen rol, als vooraanstaand criticus bij de Haagse Post, maar ook als redacteur van het concurrerende literaire blad Tirade, komt pas in de allerlaatste paragraaf aan de orde. Iets minder wetenschappelijke distantie en iets meer engagement van de biograaf zou de biografie beslist ten goede zijn gekomen.
Goedegebuure schenkt gelukkig, meer dan ik verwacht had, wel aandacht aan de grote liefdes in het leven van Kellendonk. Zo is de grote passionele liefde van de hoofdpersoon in Mystiek lichaam vrij direct gemodelleerd naar de liefde van Kellendonk voor Thijs Westerhout, van wie we door enkele dagboekfragmenten ook zijn visie op de verhouding krijgen. Vermoedelijk is het verdriet over de breuk tussen Westerhout en Kellendonk en de ontdekking dat hij aan een dodelijke ziekte leed van grote invloed geweest over zijn ideeën over homoseksualiteit. Ik vermoed dat die psychologische kant, het verdriet van een gekwetste minnaar, van veel grotere invloed is geweest op het gedachtegoed van Kellendonk dan nu aan de orde komt. In die zin is deze biografie veel te cerebraal.
Op het eind van zijn leven vraagt vriend Bas Heijne aan Kellendonk of hij steun vindt in het geloof. Het antwoord is luid en duidelijk: ‘nee’. Het fundament dat hij noodzakelijk voor een samenleving vond, is nooit meer zijn eigen fundament geworden.
Coen Peppelenbos
Jaap Goedegebuure – Kellendonk, een biografie. Querido, Amsterdam. 548 blz. € 29,99.
Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 16 november 2018.