Reportage: Akwasi noemt de dingen bij de naam
Een zaterdagmiddag om 15.15 in Leeuwarden. In de gang van de Friesche Club, een biljartclub, staat een flinke rij mensen geduldig te wachten totdat men de zaal in mag. Tijdens de zesde editie van het festival Explore the North blijkt Akwasi een behoorlijke publiekstrekker. Het multitalent, hij is onder meer rapper, tafelheer bij DWDD, presentator, scenarist en acteur, wordt geïnterviewd door Wout Waande over zijn nieuwste project, de bundel Laten we het er maar niet over hebben.
Akwasi is een natuurtalent op het podium. Hij vertelt makkelijk en maakt soepel echt contact met de mensen uit de zaal. Daarnaast is hij grappig, eerlijk en ook nog eens zeer onderhoudend. Hij vertelt dat hij vroeger lang gepest is met zijn naam Akwasi, een naam die zondagskind betekent in het Ghanees. ‘Ik wilde geen Akwasi zijn, geen aquarium, geen vissenhoofd.’ En daarom noemt Akwasi zichzelf ook wel Anton Karel Willem Anton Simon Isaac. ‘Anton is de acteur, Simon de schrijver, Isaac de intellectueel.’
Al op zijn achttiende speelde Akwasi met het idee om te gaan schrijven. Het ontplofte allemaal toen hij in de zomer van 2017 Georgina Verbaan verving als columnist van NRC Handelsblad. Hij schreef in zijn eerste column dat een vrouw met een kort pittig kapsel, een kpk, hem negeerde. Dat veroorzaakte de nodige beroering maar wel met als positief gevolg dat diverse uitgeverijen zich in zijn mailbox meldden. Akwasi ging met de mensen van Ambo Anthos in zee omdat zij de urgentie van de thema’s die hij aansnijdt begrijpen. Want hoewel de titel van het werk Laten we het er maar niet over hebben luidt, gaat Akwasi het er juist wel over hebben: over kankerzwart genoemd worden, over leraren die hem adviseerden om naar het vmbo te gaan terwijl hij hoge citoscores gehaald had, over racisme in Zuid-Afrika, over zwarte vrouwen die hun haar kapot steilen, over zwarte piet en over zijn dochter.
dochter
laten we het er eens over hebben
je hebt geen idee
wat je te wachten staatik ook niet
wel heb ik het
een en ander al meegemaakt
Akwasi had maar liefst 250 van dit soort korte teksten klaarliggen. Voor Laten we het er maar niet over hebben heeft hij dat teruggebracht naar honderd. De wat langere tekstfragmenten worden afgewisseld met oneliners die in een afwijkend lettertype afgedrukt zijn op zwart papier. Je kunt deze zinnen aan de ene kant opvatten als losse uitroepen, maar aan de andere kant staan ze ook weer in verbinding met de teksten die erop volgen: dan zijn het eerder hoofdstuktitels.
Qua vorm zien de teksten eruit als gedichten, met zo af en toe wat eindrijm, heel veel herhalingen, een vleugje straattaal, geen hoofdletters en geen interpunctie. Maar als Akwasi de teksten voordraagt dan blijkt dat je deze teksten misschien beter onder ‘spoken word’ zou kunnen scharen: het zijn eigenlijk voordrachten. De teksten over actuele thema’s waar we ons toe moeten verhouden winnen aan betekenis en diepgang door de manier waarop Akwasi ze presenteert: ‘je zal altijd komen waar je wilt komen / ook al ben je straks ietsje langer onderweg / lieve zwarte kinderen / doe extra hard je best’.
Akwasi wil niets liever dan de dialoog op gang brengen:
We moeten praten. We moeten ons referentiekader verbreden. Er zijn nu eenmaal wat appeltjes die geschild moeten worden en ik denk dat we dingen niet op kunnen lossen met vuisten maar wel met de pen. […] Aan de andere kant ben ik geen chipspapa: ik zeg te allen tijde waar het op staat. Ik wil niet dat mijn dochter straks kankerzwart genoemd wordt. Dat wil niemand.
En zo probeert Akwasi de wereld in beweging te brengen door taal, door oneliners, door performances, door overpeinzingen en door gedichten. De vele knikkende gezichten in De Friese Club zijn in ieder geval een begin.
Cilla Geurtsen
Akwasi – Laten we het er maar niet over hebben. Ambo Anthos, Amsterdam. 135 blz. € 15,00.
Gezien: Akwasi
Waar: De Friesche Club te Leeuwarden tijdens Explore the North
Belangstelling: 150 personen