Recensie: Becky Chambers – The long way to a small angry planet
De lange weg naar een groot, optimistisch universum
Het aardige van sciencefiction – boeken die zich over het algemeen in de toekomst afspelen, waar een andere wereldorde vol nieuwe culturen en sociale verhoudingen post heeft gevat – is dat het doorgaans vooral iets zegt over de tijd en samenleving waarin het is geschreven. Of het nu om een utopie – van Thomas More en William Morris tot Onzichtbare steden van Italo Calvino – gaat, of juist om de minder aantrekkelijke dystopie – van Jonathan Swift en Franz Kafka tot de nog altijd populaire boeken van George Orwell en Aldous Huxley – elk werk is een reflectie van de context waarin het tot stand komt en het politieke of sociale systeem waar het op reageert.
Vandaag de dag lijkt de dystopische roman het te winnen van de utopie: recente klassiekers als Cloud Atlas van David Mitchell, Never Let Me Go van Kazuo Ishiguro of Submission van Michel Houellebecq, maar ook immens populaire (tiener)boeken als The Hunger Games van Stephanie Meyer schilderen een wereld waarin het minder gezellig en rechtvaardig leven is dan bij ons. De implicaties waarom dit zo is voeren te ver voor deze recensie, maar blijkbaar vindt de globalisering, technologische revolutie en vertwijfeling die bij het moderne bestaan hoort zijn weerslag in de literatuur.
In dit licht was ik aangenaam verrast na het lezen van de in 2014 verschenen roman The long way to a small angry planet van debutant Becky Chambers (wiens boek na een campagne op donatieplatform Kickstarter ten behoeve van self-publishing werd opgepikt door een toonaangevende uitgeverij van fantasierijke literatuur in de VS), aangezien zij het aandurft om een utopisch vergezicht te schetsen. Het boek werd een hit onder liefhebbers van het genre en stond op de shortlists van twee prestigieuze sci fi-prijzen, maar ook de Britse krant The Guardian toonde zich positief over deze ‘quietly profound, humane tour de force’.
De roman speelt zich af in een verre intergalactische toekomst, waarbij de aarde door de mensen is ingeruild voor Mars. Over de situatie aldaar komen we bar weinig te weten, want de menselijke protagonist Rosemary Harper ontvlucht haar thuisbasis juist. Ze komt terecht op het ruimteschip de Wayfarer, waar ze ironisch genoeg als een ouderwetse klerk aan de slag gaat. De kleurrijke bemanning van het voertuig is een vrolijk zooitje van verschillende soorten wezens uit alle hoeken van het universum. Via elk van hen maakt Rosemary kennis met andere culturele en sociale gebruiken, die haar steevast aan het denken zetten.
Pilote Sissix is een ‘aandrisk’: quasi-reptielen met veren wiens manier van samenleven nog het meest doet denken aan de hippies en flower power: polygamie, verschillende ‘families’ en een vleugje hedonisme. Doctor Chef, ook daadwerkelijk de arts en kok van dienst, is een ‘grum’: quasi-knaagdieren met zes armen/benen die met uitsterven worden bedreigd, maar bijzonder hartelijk, zorgzaam en op de natuur gericht zijn. Nog futuristischer is het crew-lid Ohan: een soort aapachtige wiens soort geïnfecteerd is door een virus en daarmee de kracht bezit om elektromagnetische velden te lezen en zo te navigeren bij het hyperreizen door de tijd en ruimte. Daarnaast is er nog een divers stel menselijke wezens aan boord, van de stoïcijnse kapitein Ashby tot de excentrieke en lichtelijk misvormde technici Kizzy en Jenks, plus de chagrijnige Corbin, die zich uitsluitend met de algenvoorraden voor de motoren bemoeit. Tezamen moeten zij als onvrijwillige collega’s het oude ruimteschip draaiende houden en allerhande taken uitvoeren.
Daarmee kun je spreken van een originele en veelzijdige worldbuilding, maar dat is natuurlijk nog geen voorwaarde voor een geslaagde roman. Gelukkig heeft Chambers een plotvehikel bedacht dat de personages en lezer voortstuwt. De crew krijgt een klus aangeboden die ze in een klap schatrijk zal maken, maar daarvoor moet wel een lange en mogelijk gevaarlijke reis naar een afgelegen en onbekende planeet gemaakt worden. Als gevolg hiervan brengt de bemanning heel wat dagen door aan boord van het schip en leert men elkaar stapsgewijs beter kennen, al is niet iedereen even eerlijk over zijn verleden en motieven voor de tocht. Enkele uitstapjes naar de planeten op de route en ontmoetingen met diens bewoners geven het verhaal een prettige afwisseling. Chambers neemt de tijd om hoofdstukken en plotlijnen breed op te zetten en te schakelen tussen perspectieven, zodat haar vertelling niet gehaast of eenzijdig voelt.
Interessanter dan de afwikkeling van het verhaal of de accurate, maar weinig bijzondere stijl zijn de ideeën over seksualiteit, ras en gender die het boek bevat. Liefde is zoals altijd een belangrijke drijfveer voor de personages, maar ze kennen daarbij niet de sociale conventies die in onze maatschappij wel gelden. Er zijn homoseksuele koppels, verschillende rassen die met elkaar de liefde bedrijven en zelfs een mooi beschreven platonische relatie tussen de mannelijke technicus en de intelligente boordcomputer van het ruimteschip. Al deze liefdevolle interacties komen vanzelfsprekend en oprecht over op de lezer: Chambers maakt korte metten met onze eeuwenoude vooroordelen.
Toch is het universum waarin het boek speelt nog lang niet altijd perfect en vooruitstrevend. De vader van Rosemary is betrokken bij de illegale bewapening van een gewelddadig ras dat in opstand wil komen tegen de centrale gezaghebbers. Er zijn planeten waar armoede heerst en groepen worden onderdrukt. In feite is er een continue machtsstrijd gaande tussen de diverse rassen en sociale klassen; al is de basis een harmonieuze samenwerking die zich over het grootste deel van het universum uitstrekt. Chambers stelt dat sommige patronen in de menselijke geschiedenis onvermijdelijk zijn, terwijl andere vooral sterk cultureel bepaald of tijdgebonden zijn.
Voor de liefhebbers van sciencefiction en/of utopische romans is The long way to a small angry planet een verfrissend boek vol boeiende ideeën over een toekomstige samenleving. Chambers is niet blind voor problemen, maar in tegenstelling tot veel hedendaagse werken schetst zij een toekomst waarin mensen van verschillende rassen en culturen op een manier met elkaar omgaan die misschien onwaarschijnlijk, maar niet ondenkbaar is. Allesbehalve een pure ideeënroman is dit boek een aanstekelijk verhaal vol humor en warme personages. Ondanks de onvermijdelijke tropes en genreconventies is dit beslist een boek om verder te kijken dan je neus lang is.
Willem Goedhart
Becky Chambers – The long way to a small angry planet. Hodder & Stoughton, London. 404 blz. € 11,99.