Recensie: Édouard Louis – Ze hebben mijn vader vermoord
Een negatief bestaan
Édouard Louis geldt als een van de veelbelovende nieuwe stemmen in de Franse literatuur. Zijn eerste twee autobiografische roman, Weg met Eddy Bellegueule en Geschiedenis van geweld, werden lovend ontvangen. Zijn debuut gaat over de ontworsteling van een jonge homoseksueel aan het arbeidersmilieu waarin hij is opgevoed en de tweede roman was de beschrijving van een nacht waarin hij iemand oppikt die extreem gewelddadig wordt. In Ze hebben mijn vader vermoord koppelt Louis jeugdscènes over zijn vader aan een aanklacht tegen de politici die zijn vader naar de verdommenis hielpen.
In eerste instantie lijkt dit boek een aanklacht tegen de vader te zijn. Hij was vaak dronken. Hij joeg het weinige geld er op onverantwoordelijke wijze doorheen. Hij accepteerde de homoseksualiteit van zijn zoon niet. Als Louis’ moeder van hem scheidt, is dat een opluchting voor het gezin. Maar Louis vertelt in kleine anekdotes ook het andere verhaal over zijn vader die het beste voor zijn kinderen wilde kopen, omdat ze niet het gevoel te geven dat ze minder waren dan de anderen. Over een vader van wie de rug verbrijzeld raakt bij een ongeluk tijdens het werk in de fabriek. Over een vader wiens leven alleen in negaties te beschrijven is:
Je hebt géén geld, je hebt niet kunnen studeren, je hebt niet kunnen reizen, je hebt je dromen niet kunnen verwezenlijken. De taal heeft bijna alleen ontkenningen om jouw leven te omschrijven.
Chirac, Hollande, Sarkozy, Macron en nog een rijtje politici zijn verantwoordelijk voor maatregelen en bezuinigingen waardoor de vader van Louis steeds afhankelijker werd en hij ondanks lichamelijke mankementen toch steeds weer aan het werk werd gezet omdat anders zijn uitkering gekort wordt. ‘Het verhaal van je lichaam is het verhaal van de namen die elkaar hebben opgevolgd om jouw lichaam te slopen.’ In Ze hebben mijn vader vermoord wordt niet alleen het verhaal verteld van één vader. Hij vertegenwoordigt ook een klasse waarnaar al jaren niet echt geluisterd wordt, een groep mensen waarover beslist wordt van hogerhand, maar die nauwelijks hun eigen leven kunnen sturen. Er zijn ‘moordenaars die nooit in verband worden gebracht met de moorden die ze hebben gepleegd’, schrijft een woedende Louis. Dit boek zou verplichte kost moeten zijn voor politici die zich afvragen waarom hun kiezers soms zo boos kunnen worden.
Coen Peppelenbos
Édouard Louis – Ze hebben mijn vader vermoord. Vertaald door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre. De Bezige Bij, Amsterdam. 76 blz. € 16,99.
Deze recensie stond eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 7 december 2018.