Recensie: Roos Schlikker – Moeder van glas
Een lichte toon voor inktzwarte gevoelens
‘Ik heb je in een koffer gestopt.’
‘Mooi is dat.’
‘Hij staat in mijn werkkamer. Oud. Gebutst. Bekrast. Ik vond hem onderaan je trap.’
‘Ha! Dat past me. Oud gebutst. Bekrast. En onderaan een trap gevonden.’
‘Niet grappig.’
‘Ah, joh. Inmiddels wel, toch? En ik heb nu één voordeel. Ik krijg geen rimpels meer. Heb je mijn crèmepjes nog bewaard?’
Roos Schlikker voert in Moeder van glas soms fictieve gesprekken met haar overleden moeder. Deze gesprekken vormen samen met door het hele boek opgenomen volgeschreven notitieblaadjes van haar moeder een rode draad in dit soms schrijnende, dan weer verbijsterde en tevens ontroerende verhaal.
Roos Schlikker is onder meer bekend van haar werk als columniste voor Het Parool en het blad Kek Mama, ook is ze regelmatig te gast bij Pauw. Toen haar moeder in 2017 van de trap af viel en in coma in het ziekenhuis lag, werd haar vader gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij deze val. Twee maanden later vertelde de schrijfster over deze bizarre gebeurtenissen bij Pauw en merkte ze op: ‘Het leek Kafka wel’.
En nu is er dus ook een boek verschenen over haar moeder. Het boek draait echter niet alleen om de fatale val. In Moeder van glas probeert Schlikker grip te krijgen op het leven van haar moeder: een moeder die pas op haar zestigste de officiële diagnose manisch-depressief kreeg, een moeder die de nodige beschadigingen opliep in haar jeugd, een moeder van wie je met matrassen van de trap af mocht racen, een moeder die zichzelf altijd tot in puntjes verzorgde, een moeder die nachtenlang wakker ligt omdat ze zo bang was.
Naast dat Schlikker schrijft over het leven van haar moeder, tast ze ook voorzichtig af of zij ook belast is met ‘de gekte’ van haar moeder. De rouw die Roos overvalt als haar moeder overleden is, is diep en heel zwart. Moeder van glas gaat in lichte en eenvoudige taal met hier een daar wat beeldspraak, veel korte, soms verzonnen dialogen en korte zinnen over zware onderwerpen als depressiviteit en rouw. Schlikker weet daarmee een prettige balans te vinden tussen lichtheid, milde ironie en levensgebeurtenissen die ieder mens uit het veld kunnen slaan. Met de levenswijsheden waar het boek op de binnenkant van de kaft mee opent en afsluit, ‘Ik mag hulp vragen’ en ‘Ik mag verdrietig zijn’ opent Schlikker ook het gesprek over zaken waar mensen nu eenmaal liever over zwijgen.
Cilla Geurtsen
Roos Schlikker – Moeder van glas. Pluim, Amsterdam/Antwerpen, 198 blz. € 19,95.