Maakt queerboeken.nl Jamal Ouariachi homofoob?

Ik vind de site queerboeken.nl een goed initiatief. Toen ik me een weg zocht in de literatuur en het leven had ik veel aan het boekje De leeslijst – Boeken over Mannen en Homoseksualiteit, uitgegeven door De Woelrat. Dankzij dat boek las ik Patricio Canaponi, Louis Couperus, Witold Gombrowicz, Jacob Israël de Haan, Christopher Isherwood, Jaap Harten, Gerrit Komrij, Thomas Mann, Pier Paolo Pasolini, James Purdy, Raymond Radiguet, Gore Vidal, Patricia Nell Warren en Edmund White om er maar een paar te noemen. Die boeken hebben mij mede gevormd en ik was blij dat ik ook eens een paar hoofdpersonen tegenkwam die iets met mijn gevoelens en verlangens te maken hadden.

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat de site queerboeken.nl me ook wat tegenviel. Niet omdat het aanbod van boeken wel een beetje mager was. Bij Tzum hebben we met onze top 250 van homoliteratuur en top 150 van lesbische literatuur wel een wat breder aanbod (en allemaal zonder subsidie mensen!). Ik was ook wel beetje teleurgesteld dat mijn eigen boeken er niet op stonden (De valkunstenaar, Victorie, de gaysoap Tavenier die ik met Doeke Sijens maakte). Daarnaast vond ik het jammer dat de boeken die we bij Uitgeverij kleine Uil in De Regenboogreeks uitgeven totaal ontbreken. Maar oké, het begin is er en nu maar hopen dat deze site niet net zo snel op een dood spoor raakt als de met bombarie aangekondigde site Boekbuis in 2014.

Schrijver en beroepsquerulant Jamal Ouariachi had op Twitter ook een mening over de site queerboeken.nl:

Ah, een specifieke groep moest zich weer eens heel specifiek herkennen in specifieke literatuur? Herkenning herkenning herkenning. Stel je voor dat je in een boek iemand tegenkomt die anders is dan jij…

Het leverde hem een stroom aan negatieve reacties op waar Ouariachi zich scheldend en debunkend doorheen ploegde. Hijzelf raakte over de kook van het adjectief ‘homofoob’ en Edward van de Vendel werd min of meer opgedragen om hem te verdedigen. Ik ben zelf ook wel eens in Twitteroorlogen met Ouariachi beland (en daarvoor op Facebook) en voordat je het weet escaleert de boel dankzij de medetwitterende bloedhonden die de discussie alle kanten op trekken.

Ik denk dat veel homoseksuelen (of queers of de een of andere lettercombinatie naar keuze) op het eerste Twitterbericht van Ouariachi aansloegen omdat dat de standaardreactie is als homo’s iets organiseren voor de eigen groep (waarbij homo’s overigens andere groepen nooit uitsluiten). Je hoort het bij de opening van een gay-kroeg, je hoort het bij de jaarlijkse gay-pride, je hoort het als er een gay zwemvereniging wordt opgericht; kortom je hoort het altijd. En nu horen ze het ook bij een site met boeken voor en over queers. De reactie past in een lange traditie van negatieve reacties op initiatieven van homoseksuelen voor homoseksuelen.

Maar daarmee is de openingstweet van Ouariachi niet meteen homofoob. De belangrijkste opvatting in die tweet is een literaire: in literatuur moet je niet uit zijn op herkenning maar juist op zoek gaan naar het tegendeel. Goede literatuur (ik interpreteer nu de opvatting van Ouariachi) bevestigt niet de eigen situatie, maar stelt die op de proef, zoekt naar grenzen. Daar zijn twee dingen op te zeggen.

Ten eerste: dat is een legitieme opvatting over literatuur. Ik heb een andere opvatting. Ik heb een paar weken geleden een dag meegelopen op een school tijdens de mondelingen. Dat was buitengewoon leerzaam voor me. De enige keren dat er echt iets gebeurde tijdens de gesprekken was op momenten dat leerlingen een verbinding konden leggen tussen het boek en hun eigen leven. Het mooiste gesprek van de dag werd gevoerd door een jongen die Zou er wifi in de hemel zijn? van Tim den Besten had gelezen. Die jongen was niet bezig met stijl en structuur (al kon hij er wel zinnige dingen over zeggen) maar vooral met de inhoud van het boek die hij op zijn eigen leven betrok. Ik kan zelf genieten van stilisten (Jeroen Brouwers, Ilja Leonard Pfeijffer, Doeschka Meijsing), maar terwijl ik Over de liefde bewonder vanwege de mooie formuleringen en scherpe humor, herkent een vwo-leerlinge juist een breuk met haar geliefde in dit boek en raakt het boek haar daardoor. Als ik door een herkenbare inhoud leerlingen en studenten en leeskringleden aan het lezen krijg of houd, dan is mijn missie geslaagd. En als ik ze een niveautje hoger krijg, dan is het nog mooier, maar dat betekent niet dat herkenning verwerpelijk is.

Ten tweede: als je boeken leest die op een gay-canonlijst staan, dan beperk je je helemaal niet. Ik moest dankzij Mystiek lichaam van Frans Kellendonk in filosofische zin nadenken over mijn leven als homoseksueel, ik was blij met de humor die Armistead Maupin me gaf in zijn boeken waarin de hoofdpersonen eens een keer niet doodgingen, ik herkende de volwassenwording in Gerrit Komrij’s Verwoest Arcadië, maar ook in Weg met Eddy Belleguelle van Édouard Louis; ik heb erotische grenzen ontdekt bij De roeping van het vlees van Willem Melchior of de erotische pulp van David Rees; ik ben dankzij Floortje Zwigtman in het Londen van Oscar Wilde geweest en dankzij Rindert Kromhout bij de Bloomsbury Group en dankzij James Baldwin in Parijs, dankzij Michał Witkowski in Polen. De opvatting dat een hetero door het lezen van alleen maar heteroromans bezig bent met herkenning is even ridicuul als de opvatting dat je je door het lezen van gay-romans beperkt tot iets wat je kent.

En toch. Ik vind het toch wel eens prettig dat ik boeken lees over personages die dezelfde seksuele voorkeur hebben als ik. Ze kunnen radicaal anders denken, ze kunnen met verwerpelijke zaken bezig zijn, ze kunnen op plekken komen waar ik nooit van mijn leven zal komen, ze kunnen veel verder van me afstaan dan een heteroman of, erger nog, een heterovrouw en toch vind ik het wel prettig om over zo’n hoofdpersoon te lezen.

Queerboeken.nl is alleen maar een extraatje. Je hoeft er geen gebruik van te maken: het kan. En als je zo’n site geen goed idee vindt dan ben je in mijn ogen wel kortzichtig, maar niet homofoob.

Coen Peppelenbos