Recensie: Dimitri Verhulst – Stoppen met roken in 87 gedichten
Stervende meisjes en de muts van mobutu
Van december 2012 tot februari 2013 liep in Brussel de tentoonstelling Roots, waarin de Belgische Magnumfotograaf Harry Gruyaert tamelijk melancholiek terugkeek op zijn Vlaamse moederland. En omdat je bij melancholie al gauw aan het literaire werk van Dimitri Verhulst moet denken, is het niet vreemd dat de schrijver de verbindende teksten bij de foto’s voor zijn rekening nam. Het schitterende fotoboek Roots: België-Belgique 1970-1980 (uitgeverij Kannibaal, 2013) is de tastbare herinnering aan deze samenwerking.
Waren Verhulsts begeleidende teksten poëzie? Poëtisch was het proza in ieder geval. En nu ze zijn opgenomen in de bundel Stoppen met roken in 87 gedichten zijn de bijzondere schetsen ‘officieel’ tot de lyriek toegetreden. Het zijn links en rechts uitgelijnde blokken tekst zonder hoofdletters, waardoor ze mij – meer dan ooit bij Verhulst – aan Louis Paul Boon doen denken. En niet alleen omdat ‘madame kaka’ rechtstreeks weggelopen lijkt uit Boons Vergeten straat uit 1944.
l’embarras du choix van madame kaka
staande voor haar garderobe, niet wetend
welke van haar vierendertig sacochen alweer
uitgekozen. Het motiefje uit de muts van
mobutu was terug te vinden in haar pelsen
frak, dus zij hoorde klaar te zijn voor haar
parade met eegade door de grote, vuile stad.
[…]
Dimitri Verhulst geeft met deze gedichten geen neutrale beschrijving van Gruyaerts beelden. Dan zouden het niet meer dan gewone catalogusteksten zijn. Nee, hij blaast leven over de foto’s, ongeveer zoals Vasalis dat zo mooi deed met het tamelijk statische schilderij Vahine no te tiare van Paul Gauguin.
Ook andere gedichten uit de bundel hebben de lezers al eerder gehoord. De reeks met de lichtelijk misleidende titel ‘Yoga-oefeningen’ bevat Verhulsts teksten uit de televisiereeks Made in Europe (VPRO 2017).
Verbeeld je de verbeelding,
geef haar de macht die de mens
niet toebehoort.
Droom jezelf een stad
tot je er echt in woont.
Denk je gedachten door de muur;
de dag bestaat
omdat je ’r in gelooft.
Dwars door de dood.
Bouw de vrouw die van je houdt,
want verzonnen zijn wij zinnig.
Bedenken wij elkaar,
en beminnen wij dan eeuwig.
Met deze reeks is iets bijzonders aan de hand. Ik mis hier namelijk de beelden waarbij deze teksten zijn uitgesproken (en ik mis, eerlijk is eerlijk, ook de stem van de dichter). En dat is raar want meestal werkt het andersom: een gedicht stuurt de lezer vele kanten op, het is maar net waar de verbeelding heen wil. En als je dan later hoort dat een dichter het voor dit ene specifieke voorval heeft geschreven, dan wil je dat eigenlijk niet weten. De nieuwe kennis beperkt het aantal interpretatiemogelijkheden en maakt er zodoende een minder kleurrijk (of zelfs minder goed) gedicht van. Maar bij deze ’Yoga-oefeningen’ mis ik de context, omdat er feitelijk betreurenswaardig weinig overblijft – het fraaie pygmalionmotief in de slotregels ten spijt. Misschien komt het door de nogal opdringerige gebiedende wijs aan het begin van deze gedichten, waardoor ik me te veel gestuurd voel? Ik weet het niet. De beginregels van het vierde gedicht (‘Bouw een berg van je bedenksels / en beklim hem dan.’) vind ik juist weer wel erg mooi. Ach, het zal een kwestie van smaak zijn.
Gelukkig staat er genoeg moois tegenover. De eerste reeks, ‘Me and Mrs Jones’ bijvoorbeeld. Wie niet al meteen aan het gevoelige liedje van Billy Paul moet denken, schiet wellicht de straatvechtersvariant van Amy Winehouse (‘What kind of fuckery is this?’) te binnen. In Verhulsts woorden draait het om een bijzondere manier om een relatie te beëindigen.
Laten wij afscheid nemen,
nu het niet moet,
nu het nog vrolijk kan.
Wij zijn niet donker in ons drinken
deze wijn deugt niet
om wonden mee te wassen,
het zijn geen zorgen
die onze gezangen hebben ingezet.
Houden wij het weerzien warm
en bezoeken wij elkaar
alleen in de herinnering.
Laat ons met honger nog
van tafel gaan, verlaten
vol verlangen. Wij zullen
elkander niet vervelen met ons verval
en sterven stil, zonder tijding,
zonder deining, wetend:
wij zijn in wezen
nooit kapotgegaan.
Waar het bij Billy en Amy om een stiekeme relatie gaat – Jones is het meest gebruikte alias bij activiteiten die beter buiten de openbaarheid blijven – is hier sprake van een oprechte, eeuwige liefde. Maar wel eentje met een tamelijk onorthodox verloop. Om het geluk niet te laten verstoren, kunnen de geliefden beter uit elkaar gaan als alles nog goed is. Is het een stap die voortkomt uit een redeloos rationalisme, dóórredenerend zonder gezond verstand? Of is het doodordinaire verlatingsangst die het lyrisch ik hier verwoordt? In ieder geval leidt het tot omkering van waarden tot de dood erop volgt. Sterven in de armen van de ander is niet langer het ideaal. In plaats daarvan moeten de geliefden elkaar de herinnering aan fysiek verval besparen.
Aan de andere kant van het leven staat de ‘coming of age’ van pubers in opleiding. Vaker bezongen dan u en mij lief is, wellicht. Maar de wonderschone en gevoelige observatie van Verhulst wil ik u niet onthouden:
Het is niet het grote vervelen
waaraan het meisje zich overgeeft,
het is het vervellen!
Zij is bezig het kind in haar
behoedzaam af te pellen,
traag en laag per laag.
De uren verglijden langs haar dijen
en ze weet het niet, ze merkt het niet.
Vandaag blijft zij met al haar billen binnen
om te knoppen, te kniezen en te kiemen.
Haar luiheid is niet lusteloos,
om te ontwaken moet ze liggen,
landerig als de middag. Ledig
legt zij het meisje zacht
te sterven in de wording van de vrouw.
Het voorjaar draalt voorbij.
De vogels komen zo.
Laat het een les zijn voor ouders: puberale ledigheid is geen ledigheid. Er wordt daar languit op de bank keihard gewerkt aan de eigen volwassenheid. Ik heb een collega die zijn inactiviteit ooit verklaarde met: ‘ik ben keihard frikandellen aan het ontdooien’. Het leek mij een plausibele verklaring. Maar hij háált het natuurlijk niet bij de middelbare scholier die volstrekt bewegingloos druk bezig is het kind ten grave te dragen om een nieuw groot mens te laten opbloeien.
Maar voor hij zichzelf zó kan uitleggen, zal hij toch eerst wat poëzie moeten lezen. En zijn ouders ook.
Jan de Jong
Dimitri Verhulst – Stoppen met roken in 87 gedichten. Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen. 88 blz. € 21,99.
Deze recensie stond eerder in Levende Talen Magazine, 2018 nr. 2.
Lees ook de recensie van Guus Bauer over deze bundel.