Recensie: Kristen Roupenian – Je weet dat je dit wilt
Het genot van overschrijding
Kristen Roupenian werd een sensatie nadat het toonaangevende blad The New Yorker haar korte verhaal ‘Cat Person’ had gepubliceerd en dat miljoenen keren werd gelezen. De verwachtingen zijn dus hoog voor Je weet dat je dit wilt, de verhalenbundel waarmee Roupenian onlangs debuteerde.
Opeens was Kristen Roupenian beroemd. Net als de jonge schrijvers Emma Cline en Garth Risk Hallberg kreeg Roupenian een miljoenencontract nog voor ze haar eerste boek publiceerde. De omvangrijke roman Stad in brand van Hallberg was echter matig, De meisjes van Cline was daarentegen zeer goed en Je weet dat je dit wil van Roupenian zit hier tussenin, meer richting het niveau van Cline dan van Hallberg.
Seks(e) en macht zijn belangrijke thema’s in de verhalen uit Je weet dat je dit wilt. De titel is een goede uitdrukking van een machtsrelatie, waarbij iemand de ander iets opdringt, iets inprent, iets dat hij of zij niet kan weigeren en zo de wil van de ander bepaalt en manipuleert. De machtsrelatie maakt van het mens een ding.‘Het menselijke,’ schreef de Franse filosoof Emmanuel Levinas, ‘geeft zich alleen bloot in een relatie die geen macht is.’ In het openingsverhaal ‘Stoute jongen’ wordt deze gedachte wel erg concreet. In dit verhaal, dat wordt verteld in de eerste persoon meervoud, krijgt een koppel een vriend op bezoek. De vriend heeft problemen in de liefde en het koppel biedt hem aan om te blijven slapen. Hij maakt gebruik van hun gastvrijheid, maar het wordt snel duidelijk dat hun gastvrijheid niet belangeloos of vrijblijvend is. Het koppel heeft sadistische neigingen, grensoverschrijdende behoeftes die ze hun vriend opdringen. Door alle opdrachten en eisen van het koppel wordt de vriend ontmenselijkt; hij wordt een ding, een pop waar het koppel mee speelt. Voor het koppel zorgt de transgressie (mede) voor het genot.
De verhalen uit Je weet dat je dit wilt zijn grof, zowel qua toon als qua inhoud. Roupenian vertelt dikwijls in een fijne spreektaal en in haar verhalen vloeken de personages en vertellers naar hartenlust. Het taalgebruik sluit aan bij de vertellingen: de personages van Roupenian zijn vaak gemeen, lomp en verbaal gewelddadig. Het laatste wordt lichamelijk in het verhaal ‘Bijtertje’. Als kind beet Ellie vaak kinderen op de peuterschool. Nu is ze volwassen en heeft ze twintig jaar niemand meer gebeten, maar ze fantaseert regelmatig hoe het is om iemand te bijten. Als ze een nieuwe leidinggevende krijgt, kost het Ellie moeite om hem niet te bijten. Ze mag Corey Allen niet bijten, schrijft ze op, ze kan erdoor in de problemen komen en juist deze redenen verhogen het verlangen: het verbodene is versterkend. Dan zoent Corey Allen haar en nu heeft ze een reden om hem te bijten. Ellie denkt dat ze wel ontslagen zal worden, maar het blijkt dat Allen vaker vrouwen tegen hun zin in zoende. Ellie denkt dat ze dader is, maar ze wordt slachtoffer.
Het probleem met sommige verhalen uit Je weet dat je dit wilt, zoals ‘Bijtertje’, is dat de personages worden gereduceerd tot een bepaalde eigenschap die de plot van het verhaal domineert. Roupenian beschrijft dan niet het karakter van een personage, maar slechts een karaktertrek en zo missen bepaalde personages de noodzakelijke psychologische diepgang. Ellie is bijvoorbeeld geen mens, maar een bijter. Dit is niet het geval in het bekende verhaal ‘Kattenmens’. Het is het beste verhaal uit de bundel, dat alle lof die het kreeg dan ook verdiende.
De studente Margot ontmoet de veertien jaar oudere Robert en hun eerste date is na een lange periode van sms’en niet wat ze ervan had verwacht. ‘Kattenmens’ is een mooi duel tussen twee verhalen. Enerzijds is er het verhaal dat Margot heeft geconstrueerd op basis van hun digitale contact en alle verwachtingen die inherent zijn aan dit verhaal. Anderzijds is er het verhaal dat ontstaat zonder de bescherming van de telefoonschermpjes. Roupenian beschrijft de innerlijke wereld van Margot tijdens de date knap; elke kleine handeling van Robert roept bij Margot een gevoel op door haar interpretatie van de (onbeduidende) daad. ‘Op zijn ladekast stond een fles whisky, waar hij een slok uit nam en hem toen aan haar gaf. Daarna knielde hij op de vloer en klapte zijn computer open, een actie die haar in verwarring bracht tot ze besefte dat hij muziek opzette.’
De kus was een teleurstelling, net als zijn lichaam. De date is een mislukking omdat de verbeelding niet overeenkomt met de werkelijkheid. Als hij zonder kleren voor haar staat, vindt Margot dat ze niet meer terug kan. Ze weet dat ze niet met hem naar bed wil, maar ze doet het toch: de situatie heeft Margot in haar macht.
Koen Schouwenburg
Kristen Roupenian – Je weet dat je dit wilt. Vertaald door Tjadine Stheeman. Nieuw Amsterdam, Amsterdam. 256 blz. € 20.
Deze recensie stond eerder in het Friesch Dagblad van 16 maart 2019.