Recensie: Johan Fretz – Onder de paramariboom
Een verbindend boek
Jarenlang verzet Johannes Fretz zich tegen een reis naar Suriname, het land van zijn moeder. Ze stelt hem twee keer per jaar de vraag. Johannes’ antwoord is steevast: ‘Ik wil niet naar Suriname.’ Onder de paramariboom is het verhaal van juist die reis naar Suriname, want natuurlijk gaat hij uiteindelijk toch: Johannes kan niet weg blijven lopen voor zijn geschiedenis, zijn afkomst, zijn kleur. Wanneer Johannes, hij wordt dan bijna dertig, uitgenodigd wordt om op te treden in Paramaribo moet hij de confrontatie met het land van zijn moeder wel aangaan. En zijn moeder, die vliegt hem een paar dagen later achterna, want deze kans om haar geboorteland te duiden laat ze natuurlijk niet liggen.
Onder de paramariboom is onderverdeeld in een proloog en een negental delen, te beginnen bij dag 0. Binnen die delen zijn er weer verschillende hoofdstukken die zowel over de reis naar en het verblijf in Suriname gaan als over het verleden van Johannes en van zijn ouders. De moeder van Johannes komt als laatste van elf kinderen naar Nederland. Samen met Jan Fretz krijgt ze een zoon: Johannes. Het leven valt zijn moeder regelmatig zwaar en ze loopt meerdere malen van huis weg. Als lezer krijg je steeds meer begrip voor Johannes’ moeder: een vrouw die steevast in kapitalen berichtjes naar haar zoon stuurt: ‘SCHAT! VEILIG GELAND! LEES IK OP INTERNET! GOED ZO! HOE WAS HET ETEN! IK HEB MIJN KOFFER GEPAKT! JE MOET NOG WEL DOORGEVEN DAT IK EEN STRENG VEGANISTISCH DIEET VOLG! BEL ME! JE MOEDER!’ Samen met de vele dialogen, de citaten in spreektaal, in het Sranantongo en het Engels, de vele verwijzingen naar muzikanten en activisten zorgt dat voor een heel eigen toon in het boek.
Al in de proloog wordt de thematiek van Onder de paramariboom helder neergezet:
Mijn naam was Johannes. Ik woonde in de achterbuurten van een stad waarin het goed was om Johannes te heten. Het was een onschuldige naam: rond, zacht en gevaarloos. Een naam die ik graag uitsprak, omdat ik er iets heel belangrijks mee vertelde aan de witte buurtbewoners: ‘Ik ben niet een van de anderen, ik ben een van jullie.’
Wat Onder de paramariboom zo bijzonder maakt is hoe de auteur deze thematiek uitwerkt. Uiteindelijk komt Johannes tot het inzicht dat zijn afkomst wel degelijk belangrijk is.
Als mijn Duitse grootouders het gevaar van Hitler niet gevreesd hadden, waren ze eind jaren twintig nooit naar Nederland gevlucht. En als de beroemde priester en verzetsheld Titus Brandsma ze destijds niet geholpen had hun papieren in orde te krijgen dan waren ze ongetwijfeld teruggestuurd, die twee gelukszoekers. Ook dan was ik hier niet geweest. Ik moet de geschiedenis geloof ik dankbaar zijn, de héle geschiedenis, dus ook de wrede delen ervan. Ik heb mijn leven evenzeer te danken aan barmhartigheid als aan tirannie, aan de kolonisten en aan de slaven, door mijn lichaam stroomt het bloed van bezetters, maar ook dat van bevrijders.
Tussen de regels door wordt duidelijk dat de schrijver zeer goed op de hoogte is van het actuele debat, toch blijft hij mild en slaat hij voortdurend bruggen tussen mensen, culturen, geloven. In tijden van toenemende polarisering is een boek dat zo nadrukkelijk de verbinding opzoekt best een verademing.
Cilla Geurtsen
Johan Fretz – Onder de paramariboom. Lebowski Publishers, Amsterdam. 268 blz. € 19,95.