Recensie: Marcel Vaarmeijer – Wolkenjager
Sneeuwvlokje krijgt het voor elkaar
Spannende avonturen beleven, dikke vrienden zijn met wereldleiders en ook nog eens alle andere mensen te slim af zijn, waar kom je dat tegen, behalve in ouderwetse jongensboeken? Het antwoord: in Wolkenjager van Marcel Vaarmeijer, het derde deel van wat een vierdelige romanserie moet worden, vrij naar het leven van zijn moeder, die door de jaren relaties had met vier mannen. Het boek is een aaneenrijging van korte, kolderieke gebeurtenissen. Noem het literaire slapstick.
Over het verhaal kun je kort zijn: het meisje Eden B. Foster wordt door haar ouders en een excentrieke oom gekneed en gevormd tot wat ze volgens hun competitieve Amerikaanse normen moet zijn: een absolute winnaar, een kampioen. Geen wonderkind op de klassieke piano of in een of andere tak van sport, maar een stoere, onverschrokken militair, die de westerse wereld moet redden van de ‘Ruskies’. Wat volgt is een lange reeks trainingen en uitdagingen, die steeds uitmonden in onderscheidingen als sterren en medailles, waarna promoties volgen en nieuwe trainingen, die ook weer worden afgerond, opdat nieuwe sterren en strepen kunnen worden uitgereikt.
Papa Tom is een veeleisende en veeletende en -drinkende Korea-veteraan, die zijn dochter ‘Sneeuwvlokje’ noemt. Mama Lou(ise), van Nederlandse komaf, heeft ook een militair Korea-verleden en worstelt als gevolg van traumatische gebeurtenissen met geestelijke problemen. Beiden hebben het financieel echter uitstekend voor elkaar, net als de wonderlijke oom Fritz, zodat ze zich alle buitenissige luxe kunnen permitteren, die Amerikanen voor zelfverwerkelijking houden. Vaarmeijer bouwt er zijn grappen op:
Papa Tom werd […] wakker toen hij moest poepen. Mama Lou lag op de bank te dommelen, de airconditioning zoemde, ik keek tekenfilms op de tv en papa Tom ontlastte zich in de dichtstbijzijnde badkamer. Er waren zeven badkamers in de villa, waarvan zes met een wc. Papa Tom had de badkamer zonder wc gekozen.
Een spanningsboog is in Wolkenjager niet te vinden. Het verhaal hangt aan elkaar van heel veel op zichzelf staande korte voorvallen, waarin bijna onophoudelijk aan militaire oefening wordt gedaan, en passant wijsheid wordt geleerd bij een karikaturale Chinees, nonchalant loopings worden uitgevoerd met vliegtuigen en vooral heel veel wordt gegeten en gedronken; cola, chips, burgers, donuts, energiedrankjes, ijs, pizza’s, wat niet al. Ter illustratie: voor het redden van een wanhopig Iraaks gezin trekt Vaarmeijer niet meer dan anderhalve bladzijde uit. En verder gaat het weer.
Er is sprake van een boosaardige rekruut, die het op Eden heeft gemunt, een juist wel deugende Mexicaanse mede-militair, die haar partner wordt, en massa’s grote en kleine bij-gebeurtenissen die het Amerikaanse karakter van het boek nog eens vet onderstrepen. Zo wint Eden onder druk van haar maffe ouders verschillende mini-miss-verkiezingen, om op die manier miljoenen aan het familiekapitaal te kunnen toevoegen. Loopt er iets niet helemaal volgens plan, dan vliegen Eden en haar ouders gewoon even langs bij de opeenvolgende Amerikaanse presidenten, van Nixon tot Trump, die het wel een vermakelijke familie vinden.
Wolkenjager beweegt zich daarbij losjes buitelend door de geschiedenis, ook weer vooral vanuit Amerikaans perspectief, van de Ku Klux Klan en de Golfoorlog tot de val van de Muur en de vangst van Osama Bin Laden. Allemaal op een speelse manier, zoals kleine jongens ook een verhaal naar hun hand kunnen zetten – ‘ik ben Ronaldo’ – maar hoe de geschiedenis natuurlijk niet is verlopen. Zo krijgt Al Gore alsnog zijn presidentschap en wordt de menselijke ramp van Srebrenica voorkomen. Prins Bernhard spreekt hierna zijn waardering voor de onverschrokken Eden uit:
‘Dit is een walgelijk zaakje,’ zei de prins toen we aan tafel zaten en er koffie was geserveerd. […] ‘Als u die dag niet in de lucht had gezeten, was iedereen daar omgekomen. U bent een held, luitenant Foster, een vrouw met ballen. Begrijpt u dat?
Wolkenjager lijkt het product van een schrijver die elke dag een stukje aan zijn manuscript toevoegt, zodat er na verloop van tijd haast ongemerkt een boek van flinke lengte ontstaat, zonder dat hij van tevoren heeft hoeven bedenken waar hij op weg naar toe is. Als je dan toch van een constructie wilt spreken, is het een wilde stapeling. Toegegeven, in het leven kan het ook alle kanten opgaan. Maar het leven is dan ook geen roman.
André Keikes
Marcel Vaarmeijer – Wolkenjager, Luitingh-Sijthoff, Amsterdam, 352 blz. €19,99.