Recensie: Te koop: babyschoentjes, nooit gedragen
Vers geplukte appeltjes en Bactine
Uitgeverij Podium vroeg 21 schrijvers uit Nederland en Vlaanderen een introductie te schrijven bij hun favoriete korte verhaal. Het resultaat is te lezen in het twintigste deel van Podiums verhalenbundelreeks: Te koop: babyschoentjes, nooit gedragen, ingeleid door Annelies Verbeke.
In de inleiding schrijft Verbeke:
Wat opvalt is de richting van waaruit wij, Nederlandstalige auteurs, het sterkst worden beïnvloed: de Verenigde Staten. Meer dan de helft van ons koos voor een Amerikaans verhaal. Dat er in de VS veel knappe verhalen zijn geschreven heeft daar natuurlijk mee te maken, evenals de waardering die er voor korte verhalen heerst, maar natuurlijk spelen hier ook de culturele en economische dominantie van het gebied mee.
Ook constateert ze dat er geen Afrikanen en Aziaten gekozen zijn en dat vrouwelijke schrijvers ondervertegenwoordigd zijn. Uiteraard zegt dat niets over de kwaliteit van deze bundel, immers, een goed verhaal is een goed verhaal, ongeacht de afkomst of het geslacht van de auteur.
De bundel is samengesteld op basis van slechts één criterium: persoonlijke smaak. Dit heeft, ondanks de hegemonie van blanke Amerikaanse mannen, geresulteerd in een fijne, diverse collectie. Het is een cocktail van verschillende stemmen, sferen en plaatsen. Het kortste verhaal bestaat uit vijf woorden en het langste telt zestig pagina’s. Het ene verhaal speelt zich af aan de oever van de Sirimim rivier in Brazilië, het andere aan de walkant van de Amstel. Tijdens het lezen wordt de lezer zowel meegenomen naar het Jalta van de negentiende eeuw, als naar het deprimerende Massieville Ohio. In één verhaal eten de hoofdfiguren vers geplukte appeltjes en in een ander verhaal wordt Bactine gesnoven uit een plastic zak. Het oudste verhaal stamt uit de eerste helft van de negentiende eeuw, terwijl het nieuwste vorig jaar is uitgekomen.
De begeleidende teksten zijn niet te lang, maximaal twee pagina’s. In drie gevallen is dat overigens langer dan het gekozen verhaal. Op een enkeling na hebben de Vlaamse en Nederlandse schrijvers de moeite genomen een mooi en relevant bijschrift voor hun gekozen verhaal te schrijven. Sommige auteurs leggen uit wat het gekozen verhaal voor hen persoonlijk betekent, anderen gaan in op de technische kwaliteiten of plaatsen het verhaal binnen het oeuvre van de auteur.
Van Tommy Wieringa is bekend dat hij een liefhebber van het werk van James Salter is en in zijn begeleidende tekst geeft hij aan wat hij bewondert aan Salters beschrijvingen van vrouwen en hoe dat in deze bundel tot uiting komt in het verhaal ‘Schemering’, over ‘een prachtige vrouw die niemand nu meer wilde’.
Marja Pruis koos voor het verhaal ‘Dit is wat ik je beloof’, van Rob van Essen, uit de bundel Hier wonen ook mensen. In haar introductie legt ze in 347 woorden uit waarom ze Van Essen als verhalenschrijver onder de groten der aarde schaart. Het feit dat iemand ‘De dame met het hondje’ van Tsjechov heeft gekozen is niet erg verrassend, maar het bijschrift van Adriaan van Dis is mooi en persoonlijk en geeft het verhaal extra lading. Jessica Durlacher koos met ‘Dagen van inkeer’ van A.M. Homes het langste verhaal uit de bundel. Ze roemt de stijl en de complexiteit van het verhaal (over een schrijfster en een verslaggever op een conferentie over genocide) en geeft een korte samenvatting die eindigt met:
Alles in dit verhaal heeft betekenis. In het jodendom is ‘dagen van inkeer’ de benaming voor de hoge feestdagen, de periode van Rosj Hasjana (Joods Nieuwjaar, waarop men appeltjes met honing eet) tot en met Jom Kipoer (Grote Verzoendag), de vastendag. De schrijfster en de verslaggever doorstaan de conferentie en ontvluchten haar om appels te gaan plukken. En seks te hebben. Als de conferentie voorbij is komt de hoofdpersoon anders, beter thuis dan ze ging – en zo vergaat het je ook als lezer van dit verhaal. Alles klopt weer een beetje, je kunt weer genieten van heel gewone dingen.
Zelf was ik blij met de keuze van Christophe Vekeman voor Donald Ray Pollock (van wie ik nog nooit iets gelezen had) die volgens de introductie Hillbilly Gothic schrijft. En dankzij de keuze van Hanna Bervoets voor Phil Klay was ik plotseling een veteranenverhaal aan het lezen, terwijl ik me enkele minuten eerder niet eens realiseerde dat dat een (sub)genre was.
Het nadeel van een verzamelbundel is dat je als lezer hoogstwaarschijnlijk een aantal verhalen zult kennen. Maar voor wie normaal gesproken met een boog om het korte verhaal heen loopt, is dit een prachtige mogelijkheid om kennis te maken met de diversiteit van dit literaire genre. Ik kan trouwens zonder moeite nog 21 Nederlandse en Vlaamse auteurs opnoemen van wie ik benieuwd ben welk kort verhaal ze zouden uitkiezen, dus een vervolg op deze bundel zou zeer welkom zijn.
Vincent Kortmann
Te koop: babyschoentjes, nooit gedragen. Inleiding door Annelies Verbeke. Podium, Amsterdam. 352 blz. € 25,-