Column: Coen Peppelenbos – Die verdomde toeristen
Die verdomde toeristen
Toeristen zijn mensen die jouw plaats innemen voor het schilderij dat jij wilt bekijken. Voor die andere ben jij een toerist. Na een weekje Wenen ben ik wel blij dat ik vandaag nergens voor in de rij hoef te staan. Het verplichte onderdeel Schönbrunn staat op 1. Zo’n vijftien jaar geleden was ik met Corrie Joosten in Wenen en toen we de rij bij Schönbrunn zagen, waar we naartoe gewandeld waren, hebben we alleen de tuinen bekeken. Nu, met moeder en zus én als uitgever van Mijn leven is van mij van Lucas Zandberg, kon ik er niet omheen om ook eens binnen te kijken. Vooraf reserveren lukte niet, want de website deed het om ondoorgrondelijke redenen niet. De propvolle metro bracht ons tot vlakbij het paleis, waarna je in colonne naar het paleis loopt. Daar offerde mijn zus zich op om ongeveer een half uur in de rij te gaan staan. Gelukkig waren we iets voor 11 uur gearriveerd, want we kregen nog net kaartjes voor de de shift van tien over half vijf ’s middags. In de tussentijd hang je wat in het park om tegen half vijf opnieuw in de rij te gaan staan om je bagage af te geven, waarna je in een nieuwe rij gaat staan zodat je niet te laat bent voor jouw shift, waarna je wordt weggestuurd, want je bent tien minuten te vroeg, waarna et cetera en om 16.38 mochten we dan eindelijk de veertig kamers op de eerste verdieping bekijken – niet fotograferen, want dat houdt de boel maar op. Dat bekijken gebeurt voornamelijk aan de hand van een audiotour die informatie verschaft over alle ruimtes. Na afloop van de lange route – er is ook een goedkopere route, maar dan mag je minder kamers bekijken – word je door de souvenirwinkel naar buiten geleid. Tussen alle rotzooi in de grote winkel is er geen boek dat inhoudelijk dieper ingaat op wat je net gezien hebt.
Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer gaat voor een deel over de oorzaken en de gevolgen van het massatoerisme in Europa. Horden Chinezen, Japanners, Russen en Amerikanen komen naar Europa om elkaar het zicht op onze kunstschatten te belemmeren. De highlights van het boekje worden gevolgd, zodat de Stephansdom in het centrum van Wenen uitpuilt van de mensen en overal geld voor gevraagd wordt, maar waar je twee straten verderop in de Franziskanerkirche niemand tegenkomt. Ook de Karlskirche iets buiten het centrum telt maar een fractie van het aantal bezoekers van de Stephansdom. In de roman van Pfeijffer heeft die massa iets dreigends: de onwetende horden die langs de kunstschatten schuifelen of die ze vernielen. En ook wij hielden ons hart vast nadat we De kus van Gustav Klimt hadden bekeken (eerst rij voor kaartjes, toen rij voor garderobe en toen nog weer een rij voor de toegang van de ruimtes met werken van Klimt) en het gehannes van meisjes (vooral) zagen die met een selfiestick zichzelf zo gunstig mogelijk wilden duckfacen voor Instagram. Maakt niet uit of je dan zelf met je rug tegen het schilderij staat. Of een ander hardhandig opzij duwt. Je moet er wat voor over hebben om een influencer te worden.
Toch denk ik dat er ook duizenden mensen rondlopen die wel weten waar ze naar kijken of op zijn minst nieuwsgierig zijn. Al die mensen vormen ook een massa. Dat is diezelfde massa die Grand Hotel Europa koopt. Er blijft dus hoop.
Coen Peppelenbos