Nieuws: Dit vindt Tzum van de genomineerden voor de Libris Literatuur Prijs 2019
Het aftellen kan beginnen. Over een paar uren weten we wie de winnaar is van de Libris Literatuur Prijs 2019 en de cheque van 50.000 euro mee naar huis neemt. De afgelopen maanden besprak Tzum de zes genomineerde romans. Wat vonden wij van deze titels?
Jan van Aken – De ommegang
Recensent Ronald Ohlsen schreef:
Met De ommegang heeft Jan van Aken zich bewezen als de Umberto Eco van de Lage Landen. Hij is er opnieuw in geslaagd een schitterende roman te schrijven waarin hij een vitaal beeld oproept van lang vervlogen tijden, niet door zich heel strikt te houden aan wat de historici daarover hebben gepubliceerd, maar door te kiezen voor een sprankelende cocktail van feitelijkheden, fantasie en humor. Wat literatuur vermag: een vergane werkelijkheid op zo’n manier vormgeven dat die gaat leven voor wie het vermogen heeft om erin te geloven.
Johan de Boose – Het vloekhout
Recensent Jaap Krol schreef:
Het is een originele roman met een fraaie compositie, geschreven in bedrieglijk eenvoudige taal. De Boose weet het zogeheten mysterie uit te kleden in een reeks pijnlijke en ontroerende kantelmomenten. Als bijvoorbeeld Jakov Stalin tijdens de Tweede Wereldoorlog in een Duits concentratiekamp belandt, krijgt hij een laatste gelegenheid zijn vader een boodschap te schrijven op de achterkant van het hout, waarna het icoon dus tegenover een zelfverklaard Vader komt te staan.
Esther Gerritsen – De trooster
Recensent Coen Peppelenbos schreef:
De trooster leest mede dankzij de natuurlijke dialogen vlot weg, maar dat neemt niet weg dat er veel levensbeschouwelijke thema’s aan de orde komen. Esther Gerritsen heeft de roman gesitueerd rond Pasen, waardoor de eenzaamheid van Witte Donderdag, het lijden van Goede Vrijdag, de wederopstanding met Pasen vol zondebesef en vooral ook vergeving centraal staan. Grote woorden die normaal abstract blijven, maar juist omdat de leek Jacob de verhalen duidt voor Henry Loman gaan leven. ‘Die verhalen te mogen vertellen aan een onwetende is ze opnieuw scheppen.’
Bregje Hofstede – Drift
Recensent Miriam Piters schreef:
Het lezen van een weergaloze roman als Drift levert een dubbelzinnig gevoel op. Je voelt je verrijkt door de rijke, nieuwe beeldspraak die van de pagina’s afspat (een klein voorbeeld: ‘samen staan we in een glazen bol die iemand maar blijft schudden’ over de onrustige fase na het uit elkaar gaan). Hofstedes verhaal zindert nog tijden na en zorgt zelfs voor enige onrust in je leven. Je gaat je eigen relatie tegen het licht houden.
Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa
Recensent Coen Peppelenbos schreef:
Je blijft lezend in deze roman steeds op je qui-vive. Er zitten zoveel verwijzingen in naar de Europese kunst en literatuur – ook het vluchtelingenverhaal van Abdul is op een briljante manier verweven met een historische tekst – dat je bang bent dat je het meeste over het hoofd ziet. (…) Grand Hotel Europa zit vol, misschien boordevol. Pfeijffer zet alle registers in en speelt moeiteloos met alle genres. Een spektakelstuk.
Rob van Essen – De goede zoon
Recensent Coen Peppelenbos schreef:
Je krijgt pas geleidelijk door dat alles met alles te maken heeft in deze complexe, maar razendknappe roman. Terwijl je in het hoofd zit van de hoofdpersoon die zijn eigen verleden construeert gaat het ook over het werken bij een archief, waarin de verledens van anderen worden bewaard. (…) Alle verhaallagen vallen op hun plaats. Het wordt tijd dat Rob van Essen een grote prijs krijgt.