Recensie: Wessel te Gussinklo – De hoogstapelaar
Niemand kan het overnemen van jou
Voor wie net als deze recensent het woord uit de titel niet kent: een hoogstapelaar is een oplichter of een blaaskaak. En ja, de zeventienjarige Ewout Meyster is niet iemand die je graag in je vriendenkring zou willen hebben. Hij speelt graag de baas over zijn vrienden, geeft ze gevraagd en ongevraagd advies en is in gedachten bikkelhard in zijn oordelen. Soms spreekt hij ze ook uit: ‘Je lijkt wel een grote drol.’
Bij uitgeverij Koppernik is Wessel te Gussinklo de laatste jaren weer aan het schrijven geraakt. De hoogstapelaar zou je als een vervolg kunnen zien op de in 1995 verschenen en veelbekroonde roman De opdracht waarin de hoofdpersoon 14 jaar oud was en zijn debuut De verboden tuin uit 1986 waarin de hoofdpersoon nog een kind was. Als adolescent is Ewout helemaal in de ban geraakt van het existentialisme, al heeft hij de werken van Sartre en Camus meer doorgebladerd dan gelezen. Dat levert een scherp contrast op met zijn godsdienstige moeder met wie hij op een permanente voet van oorlog verkeert: ‘er was geen god, er was geen Jezus; alleen ben je, verlaten, niemand kan het overnemen van jou die van alles gescheiden is.’
Vriendschap is voor Ewout een manier om macht uit te oefenen. Je zit het hele boek in een maalstroom van gedachten, vol herhalingen en uitweidingen (soms tussen haakjes ((en soms zelfs tussen tweevoudige haakjes))) en na een paar bladzijden keer je vaak terug naar het moment waar je voor de enorme omweg begon was gebleven. Dat vraagt wel enig uithoudingsvermogen van de lezer. Heel veel gebeurt er niet.
Steeds meer blijkt dat het imponeergedrag van Ewout op zijn vrienden voornamelijk een pose is. De stoere jongen die van diverse scholen is afgestuurd, sigaretten rookt (maar cola drinkt), die een grote mond tegen zijn moeder heeft (maar wel doet wat ze zegt), worstelt zelf met een geheim dat hij voor iedereen verborgen probeert te houden. Daarnaast kampt Ewout met depressies die hem voor dagen aan bed gekluisterd houden. Zo langzaamaan zien ook zijn vrienden in dat hij een poseur is. Net als in De opdracht klopt zijn idee van vriendschap niet met de werkelijkheid. De wereldwijsheid van Ewout is slechts schijn. Het is de verdienste van Te Gussinklo dat je meetolt met die wervelwind aan gedachten en dat je gaandeweg de roman steeds meer sympathie krijgt voor de hoofdpersoon.
Drie sterren mailde ik naar de boekenchef van de krant nadat ik bovenstaande recensie had geschreven, maar toen ik afgelopen donderdag aanschoof om de Tzumcast (volgende week online) op te nemen over dit boek besefte ik dat die beoordeling te mager was. Tijdens het gesprek merkte ik hoe ingenieus Te Gussinklo kleine dwaalsporen en tegenstrijdigheden had aangebracht in zijn verhaal waardoor je soms je mening over de hoofdpersoon moet herzien en dat die nooit eindigende gedachtestroom vol ergerlijke herhalingen de voorbodes lijken te zijn van de depressies waarin de hoofdpersoon zo af en toe verdwijnt. Dat je je als lezer soms zit te verbijten, toont juist aan hoe dicht je op de huid zit van Ewout.
Coen Peppelenbos
Wessel te Gussinklo – De hoogstapelaar. Koppernik, Amsterdam. 376 blz. € 22,50.
Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 24 mei 2019.