Column: Coen Peppelenbos – Lees! een pleidooi voor een leesoffensief en een preek voor eigen parochie
Lees! een pleidooi voor een leesoffensief en een preek voor eigen parochie
Ik ben erg voor leesbevordering. Ik vind het ook fijn dat ik in mijn omgeving veel lezers heb. Ik denk dat mensen die van figuurzagen houden ook graag mensen in hun omgeving hebben die van figuurzagen houden. We vinden lezen belangrijker dan figuurzagen en daarom verschijnen er regelmatig dikke rapporten over het nut van lezen. Deze week verscheen Lees! Een oproep tot een leesoffensief een samenwerkingsverband van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur. Terwijl ik dat advies las, voelde ik mijn irritatie toenemen.
Het advies begint zo:
Het is zomer 1996. Een lange rij geduldig wachtende mensen slingert over het Amsterdamse Koningsplein. Onderwerp van gesprek vormt het boek dat straks bij boekhandel Scheltema gelanceerd zal worden. Na diverse literaire intermezzi heeft schrijver A.F.Th. van der Heijden eindelijk het ontbrekende derde deel van zijn cyclus ‘De tandeloze tijd’ voltooid. De romanreeks, die in 1983 van start ging met de proloog ‘De slag om de Blauwbrug’, is dé literaire sensatie van de laatste decennia van de twintigste eeuw en wordt in boekenbijlagen en literaire tijdschriften uit en te na geanalyseerd.
Voorjaar 2019. In de nacht van zondag 14 op maandag 15 april zitten miljoenen mensen wereldwijd in gespannen afwachting achter hun tv-scherm, pc of tablet. Om 2 uur zal eindelijk het achtste en laatste seizoen van Game of Thrones van start gaan. Het fantasydrama van de Amerikaanse betaalzender HBO houdt kijkers sinds 2011 in een ijzeren greep. Op sociale media speculeren fans al maanden over de vraag of Jon Snow, Daenerys Targaryan of The Night King ten slotte op de Iron Throne zal zitten.
Afgezien van mijn misschien al te particuliere afkeer van titels tussen aanhalingstekens in plaats van cursiveringen (ook graag bij titels van series) wordt hier een vergelijking gemaakt die als voorbeeld dient om aan te tonen dat mensen minder lezen en in plaats daarvan langere verhalen op een andere manier tot zich nemen. Ik kan een vergelijking maken die het omgekeerde aantoont:
Het is 2003. Maar liefst 2,7 miljoen mensen stemmen af op de 2500e aflevering van GTST. De tv-soap die elke aflevering boven een miljoen kijkers trekt, behaalt deze avond de hoogste score ooit.
Het is 2016. Honderden mensen staan midden in de nacht in de rij om het laatste deel in de Harry Potter-reeks te kopen. Boekhandels in het hele land openen ’s nachts hun deuren om tegemoet te komen aan de enthousiaste fans.
Het grootste aandachtspunt is dat jongeren steeds minder goed in staat zijn tot ‘diep lezen’, langdurig en onafgebroken lezen in tegenstelling tot ‘skimmend lezen’ wat je vooral doet bij ‘korte stukken op nieuwssites, voor ondertitels en voor sociale media. Diep lezen is daarentegen een vaardigheid die nodig is voor het consumeren van boeken en langere artikelen. Het is een activiteit die complexer is en meer concentratie vergt.’ Het grote gevaar dat dreigt, is laaggeletterdheid. Het advies geeft vervolgens aan waarom ‘diep lezen’ wel goed is:
Hoewel de beeldcultuur onmiskenbaar oprukt, is het geconcentreerd kunnen lezen van boeken en langere teksten nog steeds erg belangrijk voor het functioneren van mensen in de samenleving en voor de samenleving als geheel. [5] Daarnaast biedt lezen waardevolle individuele genoegens: het kan de lezer nieuwe ideeën opleveren en de verbeelding prikkelen. [6]
De beeldcultuur die onmiskenbaar oprukt, blijkbaar moeten we dat allemaal slecht vinden, zo slecht dat je er geen uitleg meer bij hoeft te geven. [5] verwijst naar een onderzoek van Van der Weel, 2019, maar als je in de literatuurlijst kijkt van het advies, dan ontbreekt die studie. [6] verwijst naar Hovinga, 2019 die gelukkig wel in de literatuurlijst wordt genoemd. Als je dat stuk opzoekt, dan kom je op de site van de CPNB. Ga je dat stuk lezen, dan zie je eerst de opdrachtgevers.
Organisaties die baat hebben bij leespromotie (zoals CPNB en zoals Stichting Lezen) huren een bureautje in (‘Blueyard adviseert, inspireert en ondersteunt organisaties, bedrijven en overheden’) dat een rapport maakt waarin onderzoeken uit de hele wereld staan samengevat, maar dat zelf geen eigen onderzoek doet en waarvan de conclusie luidt:
Samengevat: lezen leidt op een hele directe manier tot geluk. Lezen biedt positieve ervaringen. Mensen lezen voor hun plezier. Maar door het specifieke
fenomeen van meegesleept te worden, draagt lezen ook bij aan vaardigheden die verband houden met een ‘gelukkiger’ leven. Ontspanning, goed kunnen
omgaan met emoties en met druk, een hogere emotionele intelligentie en een positief zelfbeeld zijn zaken die bijdragen aan iemand persoonlijk welzijn.
En dat rapport wordt dan weer gebruikt in het advies van deze week waarbij de eerste aanbeveling luidt:
Alleen met krachtig en samenhangend beleid is leesmotivatie te bevorderen en zijn jongeren te stimuleren tot meer diep lezen. De overheid heeft hier een belangrijke taak. Zij draagt tenslotte stelselverantwoordelijkheid voor het onderwijs, voor jeugd- en cultuurbeleid en voor het bibliotheekbeleid. Bij het beleid horen financiële investeringen. Om leesmotivatie op krachtige wijze te stimuleren is het cruciaal dat de verschillende actoren samenwerken, ieder vanuit de eigen rol.
Voor dat advies zijn tientallen mensen geconsulteerd, vooral mensen die baat hebben bij leespromotie. Schrijvers – merkte Ted van Lieshout zeer terecht op – zijn overgeslagen, terwijl die toch geen onbelangrijke rol in het geheel vormen. Nee, CPNB, Stichting Lezen, mensen uit het onderwijs, mensen uit het bibliotheekwezen en ga zo maar door. Iedereen doet uiterst zinnig en nuttig werk, maar het is toch een beetje alsof je slagers vraagt naar de voordelen van het eten van vlees. Je moet oppassen dat je je geloofwaardigheid niet verliest, op zijn minst zou je veel nadrukkelijker je eigen belang (of het belang van je ondervraagden die afhankelijk zijn van overheidsgeld) duidelijk moeten maken.
‘Wij van Wc-eend adviseren Wc-eend.’
Ik heb zowat mijn hele leven besteed aan lezen en een poging om mijn studenten aan het lezen te krijgen, maar je moet dat wel doen op zuivere gronden. Aan het lezen van literatuur worden vaak claims gehangen die heel moeilijk waar te maken zijn. Zou je er bijvoorbeeld nou echt zoveel gelukkiger van worden? Ik merk er nog niet zo heel veel van en dat zou op mijn 54e toch weleens tijd worden. En misschien zijn die leerlingen die heel goed ‘skimmend’ kunnen lezen veel beter toegerust voor de toekomst dan die ‘diepe lezers’. Misschien word je met een woordenschat van 500 woorden die je in een willekeurige volgorde kunt zetten, een duckface voor elke post op Instagram en het herhalen van gedachten van anderen wel veel gelukkiger. Voor je het weet ben je een ‘influencer’.
Coen Peppelenbos