Recensie: Bret Easton Ellis – Wit
Leven in tijden van het slachtoffer
Bret Easton Ellis is vijfenvijftig en de schrijver die eertijds de frontman van generatie jongeren was, is nu, zo blijkt uit zijn laatste boek Wit, de volwassene die meent dat vroeger alles beter was – in ieder geval beter dan de huidige cultuur waarin we leven.
Op 21-jarige leeftijd debuteerde Bret Easton Ellis met Less Than Zero, een nihilistische roman over een groepje tieners in Californië waar de onverschilligheid vanaf druipt. Zijn tweede roman Rules of Attraction heeft dezelfde pessimistische toon als zijn debuut, waarin de harteloosheid wordt samengevat door de lijfspreuk van het personage Sean: ‘Deal with it.’ Ondanks dat het werd omarmd door critici, academici en schrijvers is American Psycho niet van hetzelfde niveau als Ellis’ eerste twee romans. De beschrijving van Patrick Batemans zwartgallige wereld moet een satire zijn, cultuurkritiek in de vorm van een roman, maar het is geen interessante analyse: vierhonderd pagina’s lang ironiseert Ellis het materialisme van de Amerikaanse cultuur, iets dat, zo zei de schrijver David Foster Wallace eens, iedereen al wist en wat je in twee regels kan beschrijven. Door deze drie boeken werd Ellis gezien als de belangrijkste vertegenwoordiger van zijn generatie die werd aangeduid als Generatie-X.
Wit is het eerste non-fictie boek dat Ellis publiceert. Het is een pleidooi voor het individu en het kritische denken, maar het is veeleer een tekst waarin Ellis zichzelf vrij probeert te pleiten. Van wat? Van het beledigen van anderen: van filmsterren, regisseurs, David Foster Wallace, millennials. Ellis is een voorvechter van de vrijheid van meningsuiting, maar het lijkt alsof hij het recht verwart een plicht; hij is een meningenmachine die over alles zijn opinie ventileert. Dat deze machine mensen kwetst is niet zijn probleem. Hij is ‘nooit heel goed geweest in snappen wat iemand sowieso kan kwetsen.’ Ellis is vrij om zijn mening te geven en doet dat dan ook: deal with it.
Ellis weigert zich in te leven in de gevoelswereld van de ander en door deze weigering anderen te begrijpen – waarom ze denken wat ze denken – is de cultuurkritiek van Ellis ergerlijk simplistisch. Wit is niet meer dan een bijna driehonderd pagina’s lange tweet over de vermeende verdorven hedendaagse cultuur. Als een boze twitteraar slaat hij wild om zich heen met boude claims als: ‘De grootste misdaad in deze nieuwe wereld is het uitroeien van hartstocht en het monddood maken van het individu.’
Deze conclusie is het gevolg van de zogenaamde slachtoffercultuur die Ellis hekelt. Iedereen is volgens hem een slachtoffer in de contemporaine wereld. Maar, betoogt Ellis, het leven is hard, niet altijd leuk en wat je verlangt, gebeurt niet altijd: deal with it. Hij lijkt angstvallig op zijn personages uit zijn eerste twee romans: op de gepriviligeerde, onverschillige, nihilistische jongeren uit zijn eerste twee romans.
Ellis vindt de hysterie over Trump overdreven: hij snap niet waar mensen zich zo druk om maken. Zelf heeft hij niet gestemd, politiek interesseert hem niet. Toch verkondigt hij vaak politieke meningen: over de ‘giftige heilloosheid van identiteitspolitiek’, dat ‘het allerslechtste idee van onze cultuur’ is. Maar politiek ís identiteit en vice versa: iemands identiteit kan niet worden losgekoppeld van zijn of haar politieke voorkeuren en denkbeelden, net zoals iemands stemgedrag of politieke meningen onlosmakkelijk verbonden zijn met iemand identiteit.
De millennials zijn overgevoelig, het zijn allemaal softies, volgens Ellis. Neem de jonge student die zelfmoord pleegde na een grap van zijn kamergenoot. Ravi filmt zijn kamergenoot zonder zijn medeweten tijdens een gevoelige daad. Zijn kamergenoot is zo gekwetst dat hij zelfmoord begaat. Het was maar een grapje, deal with it: Ellis snapt niet dat de mensen van Ravi een monster maken, vanwege ‘een tamelijk onschuldige studentengrap’. Een grap is nooit tamelijk onschuldig als zelfmoord het gevolg is. Nooit. Als je ergens niet over kan oordelen, dan is het wel het gevoel van een ander. Waarom is Ellis verontwaardigt dat iemand is gekwetst door wat je zegt? In plaats van te tieren over de gevoeligheid van anderen, kan Ellis zich ook afvragen waar de drift om te kwetsen vandaan komt? Waarom kwets je iemand? Omdat het kan? Omdat het valt ons de vrijheid van meningsuiting? Als iets niet wettelijk verboden is, betekent dat nog niet dat iets goed is.
Het verschil tussen Ellis en de millennials waar hij zo op afgeeft, is het verschil tussen onverschilligheid en opstand. De millennials staan ergens voor, verkondigen bepaalde waarden en normen en dat is gevaarlijk omdat je zo gekwetst kan worden. Het is makkelijk om nergens voor te staan, of zoals Ellis, alleen voor abstracties als esthetiek en vrijheid van meningsuiting; het is bedroevend gemakzuchtig en onvolwassen om constant je schouders op te halen en als een geprivilegeerde puber te propageren: deal with it.
Koen Schouwenburg
Bret Easton Ellis – Wit. Vertaald door Robert-Jan Henkes. AmboǀAnthos, Amsterdam. 285 blz. €20.
Deze recensie verscheen eerder in het Friesch Dagblad van 22 juni 2019
Eerder verscheen een recensie van Daan Pieters van Wit op Tzum