Recensie: Remco Campert – Dagelijksheden
Campert lezen is nog steeds een feest
Volgende maand wordt hij alweer 90. Een van Nederlands grootste schrijvers, gelauwerd dichter, de laatste van de Vijftigers die nog in leven is: Remco Campert. De gezondheid is broos, maar de geest is nog scherp. Scherp genoeg voor een nieuw boek: Dagelijksheden. En nog steeds is het een feest om Remco Campert te lezen.
Dagelijksheden is een verzameling verhalen die eerder in de Elsevier verschenen van 2014 tot 2018. Het centrale thema: ouder worden. Goddank verzandt het schrijven van Campert over zijn hoogbejaard-zijn niet in allerlei lichamelijke ongemakken, frustraties en een ‘vroeger was alles beter’-mentaliteit. Nou ja, Campert verhaalt wél over afnemende gezondheid, vertelt wat hij niet meer kan en hij haalt veel herinneringen op, maar hij doet dat op zo’n wijze dat een mens hoopt op deze manier oud te worden: al kettingrokend je huis door schuifelen en mijmeren over vroeger.
Want wat kan Campert mijmeren. Over tijd, bijvoorbeeld: ‘Het is een wonderlijk idee dat je de tijd om je pols draagt. Eens, als mijn tijd gekomen is, wordt het horloge me afgenomen. Als iemand het opwindt, zal ik tijdloos doortikken.’ De beschreven dagelijksheden van Campert zijn in al hun eenvoud zo mooi geformuleerd en elke zin is raak. Campert doet het schrijven zo gemakkelijk lijken. Hij associeert er op los en voordat je het weet is het verhaal weer uit. Het is alsof je in zijn werkkamer plaatsneemt in een gemakkelijke stoel en Campert zijn verhaal hoort vertellen.
Campert is op z’n best als hij over vroeger verhaalt. Hij doet dat zonder opsmuk, zonder al te veel interpretatie, maar gewoon, vertellen hoe het was. Over zijn moeder, de actrice, en haar kunstzinnige vrienden. De oorlog waarin zijn vader, Jan Campert, het leven liet in kamp Neuengamme. De oorlog komt in zijn dromen steeds vaker voorbij, maar hij verbindt de oorlog van toen sterk met bijvoorbeeld het Aleppo van nu. Campert haalt ook herinneringen op aan literaire vrienden als Rudy Kousbroek en de Grote Drie: Reve, Mulisch en Hermans. ‘Het was een rare generatie van schrijvers. Ze hadden ruzie met elkaar. Ze gunden elkaar het licht in de ogen niet. Ze schreven prachtige boeken. (…) Hermans was eigenlijk de enige die een normaal mens leek.’ Opnieuw gebruikt Campert korte, afgemeten zinnen. Het hoeft geen hemelbestormende poëzie meer te zijn. Ook hier weer de oudere schrijver die een sigaret opsteekt – Campert rookt nog steeds een pakje per dag, schrijft hij – en alles nog één keer vertelt.
Dagelijksheden gaat niet over trivialiteiten. Die bestaan namelijk niet in Camperts leven. Hij bezit de gave om alledaagse dingen zo te beschouwen (‘De laatste tijd staat lopen bij mij in de belangstelling’) dat het een feest wordt om te lezen over de dagelijkse Scrabble-potjes die hij met zijn vrouw speelt. Je gaat hem vergeven dat hij meerdere keren het ultieme columnistentrucje toepast: geen inspiratie? Dan maak je een thema van je inspiratieloosheid, en ziedaar, een column over gebrek aan inspiratie. Campert komt ermee weg. Een beetje archaïsch wordt hij wel als hij zich meerdere keren rechtstreeks richt tot de lezer (‘waarde lezer’), maar hij heeft ons nou eenmaal iets te vertellen. En de lezer hangt aan zijn lippen.
Een schrijver van (bijna) 90 jaar, met het oeuvre van Remco Campert, die een boek uitbrengt met verhalen over zijn ouderdom en waarin hij terugblikt op zijn jeugd, zijn carrière en zijn (literaire) vrienden: je bent al snel geneigd om Dagelijksheden als een afscheid te zien. Campert geeft zelf echter aan nog niet uitgeschreven te zijn, dus wellicht kunnen we nog meer verwachten. Dagelijksheden zou wel een mooi punt zijn achter zijn literaire werk, mocht de tijd hem toch nog inhalen:
‘Wanneer ik sterf neemt de tijd afscheid van me. Waar blijft die tijd? Is hij met mij weg? Nee, hij voegt zich bij de eeuwigheid. (…) Als ik slaap probeer ik de tijd te ontwijken, maar buiten mij tikt hij geluidloos en onverstoorbaar voort. Ik kan hem niet verslaan. Dat wil ik ook niet, want hij is geen vijand. Ook geen vriend. De tijd behoort niet aan de mens.’
Conrad Berghoef
Remco Campert – Dagelijksheden, De Bezige Bij, Amsterdam, 194 blz. € 21,99