Column: Coen Peppelenbos – Hoe Peter Giesen Gerard Reve verkeerd inzet om gelovigen te kwetsen
Hoe Peter Giesen Gerard Reve verkeerd inzet
Er wordt nogal gesold met Gerard Reve in de Volkskrant. Vorige week schreef de ombudsman naar aanleiding van de labradorvergelijking van Sylvia Witteman:
Zoals de waarnemend hoofdredacteur het omschrijft: ze is ‘de troonopvolger van Gerard Reve, die in zijn ironie ook vaak het tegenovergestelde zei van wat hij bedoelde’.
Deze week wordt Reve ingezet om minderheden te kunnen beledigen.
‘Nieuwkomers zullen zich meer moeten aanpassen dan autochtonen’ is de kop en de strekking van de column die Peter Giesen gisteren publiceerde in de Volkskrant. Giesen begint met het Ezel-proces van Gerard Reve. Reve had eerst in een tijdschrift en later in Nader tot U God vergeleken met ezel en daarbij ook nog de wens geuit om hem ‘drie keer achter elkaar langdurig in Zijn Geheime Opening’ te bezitten. Giesen:
Dat was nog eens andere koek dan Allah’s afbakbar bij de Zwarte Cross. De religieus geïnspireerde schrijver vond dat hij God uitermate liefdevol had geportretteerd, maar veel christenen voelden zich gekwetst. In een geruchtmakend proces werd Reve vrijgesproken van ‘smalende godslastering’. De uitspraak markeerde de secularisatie van Nederland. Voortaan was het toegestaan godsdienst te bespotten, te bekritiseren, zelfs te beledigen. Wie zich gekwetst voelde, had pech gehad.
Allereerst: het was daarna helemaal niet toegestaan om godsdiensten te bespotten. Sterker nog: het hele proces ging helemaal niet over het recht om te beledigen (wat ook geen bestaand recht is bij mijn weten). Daarnaast: bij het eerste proces voor de Amsterdamse rechtbank concludeerde de rechter dat er geen sprake was van ‘smalende godslastering’, maar wel van godslastering, al werd Reve ontslagen van alle rechtsvervolging. In hoger beroep verdwijnt ook de uitspraak dat Reve schuldig is aan godslastering. In het arrest van het gerechtshof staat (ik quote uit De god van je tante van Jan Fekkes):
OVERWEGENDE dat niet wettig en overtuigend is bewezen, dat verdacht het hem telastgelegde heeft begaan;
OVERWEGENDE dat immers niet is bewezen, dat verdachte zich in de telastelegging opgenomen passages opzettelijk smalend heeft uitgelaten; dat toch in het geheel niet is gebleken – noch uit die passages zelf, noch uit het verband waarin zij in verdachtes publikaties voorkomen, noch van elders – dat verdachte heeft bedoeld daarmede God te beschimpen of te honen dan wel op enigerlei wijze uitingen te geven aan verachting van God;
Wie de pleidooien van Reve leest, weet ook dat hij niet op komt voor het recht om te beledigen, maar het recht om zijn geloof op zijn manier als kunstenaar (die in een grote traditie staat) te mogen weergeven binnen de literatuur. Het is een pleidooi om zijn godsbegrip te zetten naast ‘de God van je tante’.
Giesen herhaalt zijn foute interpretatie van het proces even later nog maar een keer. Hij hoopt waarschijnlijk dat foute informatie automatisch goed wordt als je die twee keer opschrijft.
Anders dan Zwarte Piet raakt Allah’s afbakbar, hoe klein ook, wel iets fundamenteels. Sinds het Ezelproces is Nederland een seculier land, waar religie een privézaak is, waar burgers in alle vrijheid hun godsdienst kunnen beleven, maar ook alle vrijheid hebben om religie te bekritiseren, te bespotten, zelfs te beledigen. Verreweg de meeste Nederlanders zijn daar aan gehecht.
En die foute redenering ook nog afsluiten met een populistische drogreden.
Nou mag iedereen vinden dat het beledigen van mensen, godsdiensten en bevolkingsgroepen tot het hoogste goed behoort van onze samenleving (al zijn de mensen die dat daadwerkelijk doen wel snel op hun teentjes getrapt als je er iets tegenin brengt), ik houd er niet zo van, tenzij er een duidelijke aanleiding is waarbij mensen, godsdiensten en bevolkingsgroepen de rechten van anderen beknotten. Dan mag je vol op het orgel.
Coen Peppelenbos
(foto Gerard Reve met ezel in 1969, Evers, Joost / Anefo, CC0)