Recensie: Gerdien Verschoor – Het meisje en de geleerde
Hoe een Poolse gravin twee Rembrandts uit de handen van Hitler redde
Soms vraag je je af waarom het ene boek veel aandacht krijgt en het andere niet. We herinneren ons allemaal de lancering van het boek Rembrandts Portret van een jonge man geschreven door Jan Six. Hij had net een nieuwe Rembrandt ontdekt en tegelijk met de onthulling van het schilderij verscheen het boek. Verstandig natuurlijk, maar aan Ronit Palache, destijds hoofd publiciteit van Prometheus en toevallig de vrouw van Jan Six kun je dat goed overlaten. Six mocht er kritiekloos over vertellen in het programma Pauw. Het boek stond vijf weken in de bestsellerlijst. Een paar maanden later, hoe is het toch mogelijk, komt Six alweer met een nieuwe Rembrandt op de proppen, net op het moment dat er in de kranten wat vraagtekens worden gezet bij zijn handelswijze. Weer is Six te gast bij Pauw en weer mag hij kritiekloos zijn gang gaan. In november wordt bekend dat Ronit Palache uitgeverij Prometheus verlaat, ze gaat werken bij de redactie van Pauw.
Toen Gerdien Verschoor haar boek Het meisje en de geleerde presenteerde, bleef het relatief stil. Ja, haar boek werd wat zuinigjes besproken door de kunstcriticus van NRC Handelsblad, maar voor de rest bleven de reacties uit. Misschien komt het door de titel: Het meisje en de geleerde en de ondertitel Kroniek van twee verloren gewaande Rembrandts waarvoor je niet meteen naar de winkel holt. Dat had best wat spannender gekund, ook omdat de twee doeken (waarop een meisje en een geleerde zijn afgebeeld) van Rembrandt slechts een onderdeel zijn van een veel groter en veel interessanter verhaal. De ondertitel Hoe een Poolse gravin twee Rembrandts uit de handen van Hitler redde zou je als lezer al veel alerter maken.
Als je Het meisje en de geleerde zou moeten karakteriseren dan moet je denken aan De haas met de amberkleurige ogen van Edmund de Waal of HhhH van Laurent Binet. Net als De Waal bij zijn verzameling netsukes doet, reconstrueert Verschoor de geschiedenis van de schilderijen, de weg die ze hebben afgelegd vanaf het atelier van Rembrandt tot aan het moment in 1994 wanneer de schilderijen van het meisje en de geleerde via omzwervingen in het Koninklijk Paleis in Warschau terugkeren. Verschoor woonde in 1994 in Warschau en was van meet af aan gefascineerd door de schilderijen. Op die plek waren ze eerder geweest toen ze in de achttiende eeuw in het bezit waren van de laatste Poolse koning. Tijdens de omzwervingen die de schilderijen maken, leer je veel over de internationale kunsthandel door de eeuwen heen (en de gewoonte om van schilderijen die niet bij elkaar horen paren te maken door ze in hetzelfde formaat te verzagen), over revoluties en machtswisselingen; alleen daarom is het boek al fascinerend. Bovendien kruisen de boeken van De Waal en Verschoor elkaar bijna letterlijk als de hoofdpersoon in deze geschiedenis aan het begin van de eeuw in Wenen woont.
De hoofdpersoon in dit boek is namelijk gravin Karolina Lanckorońska (1898-2002). Haar leven beslaat meer dan een eeuw en is op zichzelf fascinerend. Zij werd de uiteindelijke erfgenaam van de kunstschatten binnen de familie, inclusief de Rembrandts. Wat een leven leidt ze! Ze moest bevechten dat ze kunstgeschiedenis mocht studeren, ze moest toezien hoe Polen een speelbal van allerlei mogendheden werd, ze zat in het verzet tegen de nazi’s. Om een staaltje van haar karakter te geven: toen ze in kamp Ravensbrück werd opgesloten, kreeg ze een voorkeursbehandeling (na enige tijd, want men had eerst niet door dat ze al gearriveerd was): een betere, aparte woonomgeving, beter eten. Dat was tegen de zin van Lanckorońska die bij de rest van de vrouwen wilde zijn. Omdat dat geweigerd werd, ging ze in hongerstaking. In hongerstaking gaan in een concentratiekamp, daar is wel enige moed voor nodig. Toen ze uiteindelijk haar zin kreeg, ging ze ’s avonds lessen kunstgeschiedenis geven; uit het hoofd vertellen over de tientallen schilderijen die ze bestudeerd had.
De schilderijen van Rembrandt leidden in de Tweede Wereldoorlog inmiddels een eigen leven. Hitler had zijn ogen laten vallen op de collectie van de familie Lanckoroński en liet veel wegroven en opslaan in zoutmijnen in afwachten van het museum dat hij zou laten verrijzen in Linz. Hoe Karolina Lanckorońska uiteindelijk alles weer in bezit kreeg is een ander verhaal. Ze verbleven daarna decennialang in een kluis totdat Polen verlost was van de Russische invloedssfeer en een democratie werd. Pas toen mochten de schilderijen terug naar haar vaderland.
Gerdien Verschoor gebruikt, en daarom noemde ik eerder HhhH, vaak een fictieve vorm van vertellen. Verschoor schreef eerder twee romans en combineert als kunsthistoricus in dit boek twee genres. Dat doet ze heel ingetogen. Net als bij HhhH zorgt die combinatie ervoor dat je in de hoofden van de historische figuren komt en daardoor worden ze levendiger.
Het meisje en de geleerde verdient een groot publiek, veel groter dan tot nu toe het geval is. Ik durf ook te voorspellen dat er een internationale bestseller in zit als de juiste mensen dit boek maar oppakken.
Coen Peppelenbos