Recensie: Hendrik Groen – Een kleine verrassing
Het kindje Jezus is weg
Als je een serie wilt maken is het nooit een goed idee om een van de hoofdpersonen dood te laten gaan. Of Peter de Smet, verantwoordelijk voor de Hendrik de Groen-boeken voorzag zijn boek Pogingen iets van het leven te maken een groot succes zou worden en na publicatie van Zolang er leven is ook nog tot tv-serie zou schoppen, weet ik niet, maar het is jammer dat in die boeken zowel Eefje, de nieuwe vriendin van Hendrik Groen, als Evert, de beste vriend van Hendrik Groen, het loodje leggen. Als je het succes dan verder wil uitmelken, dan moet je met een prequel komen omdat je zelf een sequel onmogelijk hebt gemaakt.
Een kleine verrassing, het derde deel in de Hendrik Groen-reeks, speelt zich af voordat Hendrik naar het verzorgingstehuis is gebracht. En zoals bij de meeste boekenseries en films waarbij men het succes probeert te prolongeren, wordt de inhoud en de uitvoering slapper. Uitgangspunt voor dit deel is dat Evert, op weg naar Hendrik Groen, problemen met zijn fiets krijgt, een school in loopt en met een kinderwagen er weer uit komt. In de kinderwagen zit een baby, die voordat het kerstspel begon even op de gang bij de wc’s is neergezet. Daar gaat het verhaal al mis, want ouders zullen nooit op die manier hun kinderen achterlaten en zeker de moeder zal er altijd bij blijven als haar kind op toneel in een kerstspel gebruikt wordt. Daarnaast wordt het ook helemaal niet aannemelijk waarom Evert met die baby weg zou lopen. Ook niet als grapje. De kracht van Pogingen iets van het leven te maken was juist dat het verhaal, naast alle humor, ook een maatschappelijke boodschap had die geloofwaardig was. Het boek was óók een protest tegen de strenge regimes binnen verzorgingshuizen, was óók een protest tegen gezeur van bejaarden zelf. Bij Een kleine verrassing is alleen de slapstick over.
Want natuurlijk is iedereen in rep en roer en krijgen we karikaturen van de conciërge en zijn broer die bij vuilnis werkt, van de politiecommissaris en de officier van justitie, van het vrouwelijk schoolhoofd en de vrouwelijke burgemeester die allebei redelijk misogyn zijn neergezet. Vrouwen die enig maatschappelijk aanzien hebben of een machtspositie worden steevast als harde bitches door Peter de Smet geportretteerd. Dat was al bij de directrice in het eerste deel het geval en dat is ook hier van hetzelfde laken een pak. In de tussentijd wordt de incompetentie van de politie belachelijk gemaakt, evenals de nietszeggende teksten van woordvoerders en de nieuwsgierigheid van buurvrouwen. Of hier een achtdelige tv-serie uit gesleept kan worden, waag ik te betwijfelen. Het verhaal is denk ik net voldoende voor één aflevering.
Coen Peppelenbos
Hendrik Groen – Een kleine verrassing. Meulenhoff, Amsterdam. 276 blz.