Recensie: Marian Donner – Zelfverwoestingsboek
We zijn geen goden
Al die overgelukkige, breedlachende mensen in perfecte situaties, nooit eenzaam, nooit diep in de schulden, altijd blij in hun pukkelvrije lijven. Wie gelooft er in dat sprookje, dat onder meer de reclame steeds opnieuw aan ons opdringt? Niemand, zou je zeggen, maar toch doen we iedere dag weinig anders dan juist die illusie van gezond, glad, fit, productief, positief of zen na te streven. Marian Donner is er klaar mee, zo blijkt uit haar pamflet Zelfverwoestingsboek, dat de bedoeling heeft de in de ratrace voortzwoegende en -ploeterende mens eens even stevig door elkaar te schudden: denk toch eens na, het leven heeft zo veel meer te bieden!
Pamfletten worden doorgaans geschreven door mensen die ergens zo obsessief van overtuigd zijn, dat ze het niet na kunnen laten aan het evangeliseren te slaan. Zonder de noodzakelijke naïviteit dat je met een klein boekje mondiale processen kunt keren, ben je dan nergens. Toch is dit Zelfverwoestingsboek niet naïef en al evenmin een zelfhulpboek, juist met die industrie wil Donner, op de foto met een sigaret, afrekenen. Ze beschouwt de uiteenlopende adviezen, gidsen en therapieën, die mensen van stress, angsten, neerslachtigheid en depressies af moeten helpen en aan moeten zetten om braaf en gezond te gaan leven, sporten en altijd lachen, juist de oorzaak van heel veel ellende. Welbeschouwd zijn dat, zo laat ze doorschemeren, de methoden van een pervers maatschappelijk en economisch systeem, dat iedereen wil inkapselen en onschadelijk maken. Laten we er niet omheen draaien, dat systeem heet kapitalisme en de huidige verschijningsvorm natuurlijk neoliberalisme.
[…] we kijken naar goden. Strakke, stralende en steriele wezens, onaangetast door de tijd of een kater. In vergelijking daarmee schieten onze eigen lichamen, die vette, bloedende, zwetende dingen, hopeloos tekort. Geen wonder dus dat het natuurlijke lichaam voor sommigen ook echt ondraaglijk is geworden.
In haar uitgesproken aanklacht tegen dat neoliberalisme, focust Donner vooral op de individuele mens, die zich in haar ogen te gemakkelijk laat verleiden om altijd maar ‘mee te doen’, nooit eens de kont tegen de krib gooit en zegt ‘stik er maar in’. Dus er geen been in ziet gewoon te stinken, drinken, bloeden, branden (van liefde) en dansen, omdat juist die gedragingen in onze tijd zo goed als verboden zijn verklaard; onbezonnen immers. De hedendaagse mens is te bang geworden voor zijn of haar economische hachje, nergens is meer een Reve of Céline in beeld, die al zuipend, neukend, scheldend en ruftend de confrontatie aangaat met de weldenkende gemeente.
Voor haar Zelfverwoestingsboek begint Donner bij reclame-uitingen, die ooit gedane wijze uitspraken in hun voordeel verdraaien, om daarna vast te stellen dat problemen vandaag de dag allemaal geprivatiseerd zijn. Het is altijd de individuele mens die zijn of haar fouten moet inzien en aan zichzelf moet werken. Maar ‘als het voelt alsof er geen plek voor je is op deze wereld, moet je je niet afvragen wat er mis is met jou, maar wat er mis is met de wereld’, moet Virginia Woolf ooit opgemerkt hebben. Helemaal zeker is Donner daar overigens niet van, zo blijkt uit de bronnenopgave achterin. Ze meent die quote van Woolf ooit gehoord te hebben in een documentaire op tv, maar ondanks eindeloze speurtochten op internet, heeft ze hem nooit meer terug kunnen vinden. Maakt niet uit; als je niet alles kunt vinden op internet, is dat op zich weer een troostende gedachte, stelt Donner in stijl.
Natuurlijk is dit pamflet bij lange na niet de eerste uiting van iemand die de keurige maatschappij, met zijn doorgeslagen maakbaarheidsideologie aan de kaak stelt. De lijst met welbespraakte lastpakken is lang en Donner kent ze, want haar bronnenlijst is beslist niet slecht voor een boekje van deze omvang. Van Aldous Huxley tot Bertrand Russell en van Charles Bukowski tot Radna Fabias. Nog onlangs besprak ze zelf Wit, het nieuwe essay van Bret Easton Ellis in De Groene Amsterdammer. Dan is het des te opmerkelijker dat de Amerikaanse schrijfster en essayiste Katie Roiphe niet in haar pamflet genoemd wordt. Roiphe’s in 2012 uitgekomen en bepaald niet onopgemerkt gebleven essaybundel In Praise of Messy Lives, een jaar later in het Nederlands verschenen als Lof van het rommelige leven, sluit namelijk meer dan het werk van al die anderen aan bij Donners pleidooi om ons minder te conformeren aan ‘de verbazingwekkend geborneerde moderne conventies die nu gelden’. Dit pamflet zou Roiphe zeker aanspreken:
Het lijkt of tegenwoordig onvoorwaardelijk partij is gekozen voor de zorg voor de toekomst, het vooruitzien. De hele zelfhulpindustrie die continu oproept om in jezelf te investeren is ondraaglijk streng, en ondraaglijk nuchter. Geen drank, geen sigaretten, geen afleiding, geen uitstelgedrag. Ja, leven in het moment, maar dan alleen door het moment op een lelieblad aan je voorbij te zien trekken, in plaats van in die poel te springen.
Het Zelfverwoestingsboek is uiteindelijk een stuk serieuzer dan de jolige titel doet vermoeden. En daarnaast realistischer dan eerdere pogingen om de mens meer centraal te stellen. Marian Donner is geen hippie. Waar het haar om gaat is wat vaker ‘nee’ te zeggen tegen een cultuur, waarin niets ooit goed genoeg is.
André Keikes
Marian Donner – Zelfverwoestingsboek. Dag Mag, Amsterdam, 144 blz. € 18,99.