Recensie: Remco Campert – De Harm & Miepje Kurk Story
Niet de grote roman die in hem zit
De held in het nieuwe boek van Remco Campert is een antiheld en heet Romke Terkamp. Hij is schrijver. ’s Ochtends schrijft hij, ’s middags vrijt hij.
Het eerste (het schrijven) leidt, althans in De Harm Miepje & Kurk Story, tot niets. Er wordt wel gewerkt (‘lntussen noteerde ik zinsflarden ter spekking van de grote roman die in mij zat’), maar van publiceren is geen sprake. Toch is Romke Terkamp een bekende schrijver. In de schouwburg spreekt een meisje hem aan: ‘God, wat heb ik jou gehaat! Op de Middelbare School moest ik je boeken analyseren. Wat de schrijver er eigenlijk mee bedoelde. Ik snapte er niets van.’
Een van Terkamps boeken heet: De Manoeuvres van het Hart, ‘een roman, wel tien jaar geleden geschreven’. Zoals Romke Terkamp een anagram is van Remco Campert (beschouwen we c=k als dichterlijke vrijheid), zo is die titel uiteraard een toespeling op Liefdes schijnbewegingen, een roman, wel (meer dan) tien jaar geleden geschreven. Ook het volstrekt afwezig zijn van enigerlei vorm van publicatiedrift hebben Campert en Terkamp gemeen. In de laatste vijftien jaar heeft Campert zich een uiterst zuinig auteur getoond: twee poëziebundels, twee prozaboeken. Maar de grote roman die in hem zit?
De Harm & Miepje Kurk Story telt 108 bladzijden, voornamelijk handelend over de gevolgen van de vrijages die Romke Terkamp in de middaguren heeft met Miepje, de vrouw van zijn beste vriend. De alinea waarin zij elkaar ontmoeten, behoort deze weken tot de meest geciteerde: ‘We keken elkaar aan. Om haar gezicht zinderde en trilde het. Er smolt iets in haar ogen. Mijn lendenen werden van warm water. Buiten begon het te onweren. Een bloem geurde wild. Tussen Miepje Kurk en mij was het sex op het eerste gezicht.’ De schrijver had zich juist – tijdelijk – gevestigd in een hotel nadat hij was weggegaan bij de vrouw met wie hij samenwoonde.
‘Het leven zou voortaan op mijn voorwaarden geleid worden en wie daar niet voor voelde die had pech gehad,’ aldus de kersverse vrijgezel.
‘Wat het liefdeslieven betreft: hierin zou ik zorgvuldig en, als de situatie er mij toe dwong, genadeloos moeten opereren. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Van het begin af aan geen illusies wekken, zodat, beide partijen wisten waar ze aan toe waren. Vleselijke gemeenschap, dat. was in orde, daar kon de mens niet buiten en er hoefde geen gevaar in te schuilen, mits ik de grenzen maar scherp trok.
Er kon nooit sprake van enige liefde zijn. Dit moest van stonde af aan duidelijk gemaakt worden. Het hele woord zou nooit moeten vallen tenzij op misprijzende toon.’
Maar ook in de werkelijkheid van een boek blijkt onbekommerde seks nauwelijks te bestaan. Nadat Miepje en Romke enige tijd om elkaar heen hebben lopen draaien, gebeurt het onvermijdelijke. ‘Het contact met Miepje verliep vanaf de eerste middag dat ze me opzocht zeer bevredigend, terwijl ook mijn vriendschapsbanden met het echtpaar Kurk als échtpaar niet werden aangetast door mijn hete uren met Miepje.’
Dan begin Harm, schoolvriend van Romke en na correspondentschappen in het buitenland adjunct-hoofdredacteur bij het Amsterdams Dagblad, te tobben. Over de dood. Of Romke iets weet om hem ervan af te helpen. Ja, hij zou’eens flink van bil moeten met een lekker wijf’, een middeltje uit ‘de mannelijke huisapotheek’. Miepje vindt het middel erger dan de kwaal: ‘Zo denken jullie dus over vrouwen! Seksist!. Nu weet ik dus ook hoe je over mij denkt! Gewoon een beetje afleiding, dat ben ik dus voor je!’
De complicaties zijn niet meer te stuiten. Harm en Miepje krijgen slaande ruzie, zij komt haar afspraken met Romke niet meer na (moet naar de tandarts) en Harm verdenkt Miepje ervan een verhouding te nebben. Hij wil haar laten volgen, tot grote schrik van Romke die voorstelt dat hij dat karwei op zich neemt.
Het is duidelijk dat van hier af de geschiedenis nog slechts een hilarisch verloop kan hebben, maar het wordt allemaal nóg erger. Campert construeert zijn verhaal volgens de beste slapsticktradities, preludeert voortdurend op het vervolg en blijkt dan toch nog in staat om de lezer te verrassen. Om die reden zal ik hier de plot niet verklappen – voor de goede lezer staat alles overigens al in het eerste hoofdstuk dat ‘Nul’ heet. Dáár komen alle draden bij elkaar.
Romke Terkamp noemt zichzelf bij voortduring een oppervlakkig mens, en dat hij dat werkelijk is, en dat deze novelle of wat het ook is, van die oppervlakkigheid de afspiegeling is, is het bezwaar dat aan De Harm & Miepje Kurk Story kleeft. Je leest het boekje in één ruk uit en als je het een week of wat later weer leest, blijkt er weinig of niets te zijn blijven hangen.
Het verhaal is uitsluitend het voertuig voor Camperts soms melige humor, het lijkt alleen geschreven om de lezer aan het lachen te maken. Soms slaagt de schrijver daarin, niet alleen door het verhaal maar ook door zijn schrijfstijl. Dat is een niet geringe verdienste, maar als lezer, eenmaal uitgelachen, word je wel nieuwsgierig naar de grote roman die in hem zit.
Frank van Dijl
Remco Campert – De Harm & Miepje Kurk Story. De Bezige Bij.
Deze recensie werd eerder gepubliceerd in Het Vrije Volk van 2 juli 1983.
Op de foto: Remco Campert toen hij nog rookte. (Foto 1963: Eric Koch / Anefo / Nationaal Archief, CC0)