Recensie: J.A. Deelder – Drukke dagen
Deelder op herhaling
Drukke dagen is de titel van de nieuwe verhalenbundel van Jules Deelder. Je ziet de aërodynamische verschijning van de ‘aucteur’ voor je, op hoge snelheid langs ’s heren wegen scheurend op weg naar een voorstelling, niet zelden aan de andere kant van Nederland, soms zelfs helemaal in Amsterdam (geen stad die zo ver van Rotterdam verwijderd ligt ais de hoofdstad), je ziet hem na afloop ter plaatse de ‘horecafsector’ inspecteren alvorens zich per BV-bolide naar Rotjeknor terug te spoeden om daar de plichten van het nachtelijk burgemeesterschap op zich te nemen, je ziet hem prijzen in ontvangst nemen en openbare handelingen verrichten en je denkt: drukke dagen indeed, maar wanneer schrijft die man eigenlijk?
Want ondanks alle strapatzen als bekende Nederlander blijft Jules Deelder gestaag voortbouwen aan zijn oeuvre, dat inmiddels tien courante titels telt. Hij werd daarvoor onlangs onderscheiden met de Anna Blamanprijs. De jury, onder voorzitterschap van Jan Eijkelboom, motiveerde haar keuze zo:
Deelder is serieus met zijn vak, dat van schrijver én performer, bezig, ook al maakt hij de dolste sprongen om onder de beschuldiging dat het hem ernst is uit te komen.
Beide observeringen van de jury zijn waar. Als beoefenaar van het door hem uitgevonden vak ‘aucteur’ is Deelder de verpersoonlijking van zowel vorm als vent, met dien verstande dat de vorm (‘de dolste sprongen’) soms de vent overheerst. Dat is bij voorbeeld het geval in de verzameling teksten die in 1986 onder de titel Gemengde gevoelens, als roman werden gepresenteerd.
Geen gelegenheid laat de schrijver in dit boek voorbij gaan om met het verschijnsel roman de draak te steken. De lezer wordt al verwelkomd met de woorden: ‘U bevindt zich thans in een roman.’ Puur op zijn literaire merites beoordeeld valt er op de roman wel het een en ander af te dingen. Is het überhaupt wel een roman? Maar als grap is het boek wel degelijk geslaagd en past het perfect in het oeuvre van Deelder: het is een performance op papier.
Zo serieus neemt Deelder zijn vak als aucteur dat de schrijver niet meer los te maken is van de performer. Deelder is, zoals gezegd, vorm en vent tegelijkertijd, hij is meer dan de optelsom van schrijver en performer en daardoor een fenomeen dat zich onttrekt aan literaire en theaterwetten. In dat licht valt de bundel Drukke dagen nogal tegen. Impliciet geeft het boek antwoord op de vraag of Deelder in deze drukke dagen nog wel tijd heeft om te schrijven. Niet veel, kennelijk, want minstens drie van de hier verzamelde verhalen werden al eerder gepubliceerd in tijdschriften, dat over de boksmatch tussen Rudy Koopmans en Mustapha Muhammed zelfs al in 1980.
Deelder was door de Haagse Post naar Los Angeles gestuurd om het gevecht op zijn eigen wijze te verslaan. Dat resulteert erin dat van de tweeëntwintig boekpagina’s die het verhaal ‘Loopmans vs Van Kleeveren’ telt precies één alinea aan de match Koopmans-Muhammed is gewijd. Niet dat het geen mooi verhaal is. Er staan een paar prachtige passages in over de meegereisde Bep van Klaveren, die door een van zijn vroegere opponenten wordt herkend.
Waar zijn ze nou, die fotografen? Allemaal braaf in de rij voor het zoveelste plaatje van [Muhammed] Ali. Ondertussen gebeurt het hier! ‘Van Kleeveren! Van Kleeveren! You old son-of-a-gun!’ Na veertig jaar! Ben je dan een kanjer geweest of niet? Zo ver schopt die Koopmans het van z’n leven niet.
Maar ondanks fraaie momenten blijft het verhaal eendimensionaal. Ook ‘The yellow rosé of Texas’ lijdt aan dit euvel. Opnieuw treffen we Deelder in de rol van journalist, dit keer voor de VPRO-radio. Hij maakt een reportage over het wel en wee van Hollands exportrozen en bevindt zich daarom in München. Het spreekt vanzelf dat alleen al deze geografische omstandigheid de schrijver ampel de gelegenheid geeft om zijn geliefde stokpaard van stal te halen:
…München, de hoofdstad van Beieren en jarenlang centrum der Hitlerbeweging, dat ook hedenthans nog onderdak blijkt te bieden aan menige verdacht ogende bierbuik uit de Mercedes Benz-klasse en waar wonderwel gespaard gebleven of anders steen voor steen herbouwde architectonische aberraties van nordisch-heldische signatuur de herinnering aan betere tijden levend houden.
Trefzeker is de manier waarop Deelder het in Beieren gesproken Duits weergeeft: ‘Tszindt platschllrzt?’ ‘Bestrümpftwitz krumplklatsch jao?’ ‘Kriebl kwaknitz’. Het verhaal als geheel is echter aan de zwakke kant.
‘Het gitaarwonder’ (eerder gepubliceerd in Oor) is daarentegen een sterke opening van de bundel. Het gaat over een bezoek aan Nederland van Jimi Hendrix, die de voorkeur gaf aan een slaapplaats bij Deelder thuis op de grond boven ‘de tot zelfmoord nodende tweepersoonskamer met verlaagd plafond in Hotel Centraal’. Het gitaarwonder had de jonge Rotterdamse dichter aangesproken met de vraag waar hij zijn jasje had gescored.
Ik keek hem ongelovig aan. Daar zattie dan, het gitaarwonder, zó uit Londen, het Mekka van de popcultuur en zeker ook op kledinggebied toonaangevend, en hij wou van mij weten waar ik m’n jasje had gescored?
Hoewel Deelder ook toen al niets moest hebben van gitaren (‘ik kreeg geen stijve van gitaar, een omhooggevallen rhythme-instrument, ’n koekkoeksui’), ontstond er een kortstondige, dank zij forse joints verhevigde vriendschap. Een jaar later was Hendrix dood.
In Drukke dagen doet Deelder ook verslag van zijn wedervaren in Canada, waar hij vorig jaar zomer optrad met de Boulevard of Broken Dreams.* De Canadezen begrepen niet zoveel van Deelders humor. Het verhaal ‘Canadian caper’ is niet erg overtuigend. In ‘Kiespijnbestrijding’ legt de schrijver verantwoording af over de renovatie van zijn gebit. Verder vinden we in het boek veel bekende Deelder-ingrediënten. Hitler en andere Duitschers, dope, jazz, Sparta – zelfs de hond die aan toevallen leed wordt zijdelings aangestipt.
In het algemeen kun je zeggen dat Drukke dagen een herhalingsoefening is. Herhalingen treffen we zelfs in het boek zelf aan: zowel op bladzijde 37 als op bladzijde 168 is sprake van
de barre winter van ’44 op ’45, toen het Westen des lands gebukt ging onder honger, koude en terreur en de oude, beproefde medewerkers van het tijdschrift Denksport – zij het met welhaast bovenménschelijke inspanning – toch een groot aantal puzzels, problemen en kruiswoordraadsels wisten samen te stellen.
In een boek van honderdnegenenzeventig bladzijden is zo’n letterlijke herhaling storend. Deelder kent zijn werk, ten behoeve van zijn theaterprogramma, nu kennelijk zo goed uit zijn hoofd dat hij onwillekeurig zichzelf gaat citeren.
Frank van Dijl
J. A. Deelder – Drukke dagen. De Bezige Bij.
Deze recensie heeft eerder gestaan in Het Vrije Volk van 10 december 1988.
*) Voor Het Vrije Volk reisde Frank van Dijl in juni 1987 mee met de Boulevard of Broken Dreams, een van de voorlopers van De Parade. Hier de pagina met het verslag van Deelders eerste optreden in Toronto, hier die met het tweede verslag.