In een dummy heeft de zoon van de in 1971 overleden Simon Vestdijk aantekeningen ontdekt voor een of meerdere romans. Vestdijkvorsers waren tot nu toe onkundig van het bestaan van het handschrift dat in totaal 56 pagina’s telt. De dummy van de paperbackuitgave uit 1966 van de roman De ziener – oorspronkelijk verschenen in 1959 – kwam tevoorschijn bij het catalogiseren van de boeken afkomstig uit de nalatenschap van Mieke en Simon Vestdijk.

‘Sommige pagina’s bevatten alleen enkele steekwoorden of hoofdstuktitels, andere lijsten met personages, andere pagina’s complete uitwerkingen’, meldt Dick Vestdijk. Hij stuitte op de aantekeningen toen hij een boek met de handtekening van zijn vader zocht om cadeau te doen aan een familielid. ‘Het is blijkbaar al die jaren niet opgemerkt geweest dat de lege pagina’s in de dummy van de achterkant af zijn gebruikt voor de opzet van nieuwe verhalen.’

Nader onderzoek is nodig om uit te maken of het om aantekeningen voor één verhaal of roman of om meerdere concepten gaat. Dick Vestdijk: ‘Een voorlopige transcriptie van de eerste 20 pagina’s van het niet makkelijk leesbare, maar wel consistente handschrift laat zien dat het verhaal van “Gigolo’s” zich afspeelt rond het vakantieoord Grootbosch waarin het nog steeds bestaande vakantiepark Het Grote Bos tussen Doorn en Driebergen te herkennen is. Er is sprake van nozems die op motoren “door het land scheuren”.’

Vestdijk hoopt ‘dat het tot een uitgave of publicatie komt. In ieder geval is wat mij betreft het exemplaar beschikbaar voor onderwijs en onderzoek via de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Mij zou het leuk lijken als jonge schrijvers aan de hand van deze opzetten het verhaal zouden afmaken of er een roman van zouden maken. Maar ook het digitaal beschikbaar stellen van het handschrift zelf zou nuttig kunnen zijn voor mensen die willen weten hoe je een roman schrijft of hoe een verhaalschema eruitziet.’

De vondst van de dummy met aantekeningen van zijn vader verraste Dick Vestdijk. Hij zegt: ‘Ik verwacht niet nog zoiets te vinden maar sluit het na deze vondst niet uit. Na het overlijden van mijn vader zijn alle op dat moment bekende manuscripten naar het Letterkundig Museum gegaan, en de meeste boeken uit zijn eigen bibliotheek al in 1995 naar de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Na het overlijden van mijn moeder in december 2018, en het leeghalen van het huis aan de Torenlaan in Doorn, waar zij ruim 40 jaar woonde, is toch nog veel materiaal beschikbaar gekomen dat ik aan het nakijken ben. Als het heel interessant is – zoals deze dummy – schenk ik het aan de UB Utrecht of aan het Letterkundig Museum.’