Recensie: Christophe Vekeman – Cruise
Uitgesponnen gekkigheid
Alles in Cruise van Christhophe Vekeman is over the top, en wordt breed uitgesponnen gepresenteerd. Het begint met Barteke Courtois, het meest interessante personage, die graag wil dat het bed gaat balken als een ezel, zodat de buren horen dat hij zijn vrouw Inge aan het nemen is. Dit wordt uiterst luchtig opgeschreven, zodat er geen misverstand over kan bestaan dat hier sprake is van een klucht. Als het grootste probleem van Inge blijkt te zijn dat ze bang is dat anderen horen dat ze scheten laat, is meteen de toon gezet voor de meligheid die zal volgen.
Het verhaal draait om een cruise die is georganiseerd door kapitein Verdussen. Het is een bezinningscruise, wat vooral inhoudt dat er geen geld uitgegeven wordt aan entertainment en de gasten zichzelf maar moeten vermaken. De cruise is kortom opgezet om geld te verdienen, wat niet lukt, en waarschijnlijk door de schrijver in het leven geroepen om gekke personages uit te diepen.
De problemen van de personages zijn soms zo simpel, dat het leven ook weer simpel lijkt. Zo is er een hamburgerbakker die misselijk wordt van de geur van gebakken ui, zo misselijk, dat hij overweegt om van beroep te wisselen. Hij komt op een briljant idee, tijdens het schaken tegen zijn zoontje, van wie verwacht wordt dat hij een schaakgenie is: hij gaat snoep verkopen op de markt, in plaats van hamburgers, want van snoep en de geur van snoep kan je blijkbaar niet misselijk worden, of het personage denkt daar niet over na. Hij schrijft op een papiertje ‘snoepkraam’ en onderwijl wordt zijn zoontje al maar bozer dat zijn vader het schaakspel, het enige waar het zoontje maar enig talent voor lijkt te hebben, volstrekt niet serieus neemt. Het zoontje zet de vader elke partij in vier zetten mat, wat vooral aangeeft dat de vader absoluut niet kan schaken. Als vervolgens een pastoor aanschuift voor een spelletje tegen het zoontje, zodat hij even niet hoeft te denken aan hoe haar rond de vagina het best kan worden gepresenteerd, blijkt dat het zoontje ongeveer even talentloos in het schaken is als in al het andere waarin hij faalt. Dat lijkt een centraal gegeven in dit boek: iedereen faalt de hele tijd. Iedereen denkt ergens goed in te zijn, maar loopt tegen de waarheid aan dat dit in het geheel niet zo is. Zo is de jongen die zichzelf een detective vindt, een bijzonder slechte detective, zo zorgt de kapitein niet voor veiligheid op het schip, maar slaat hij een falende dichter, randt hij een vrouw aan die medicijnen wil en laat hij het schip zinken.
Het blijft niet bij alleen meligheid. Barteke Courtois is een linkse columnist. Hij wordt in zijn dromen geplaagd door racistische gedachten en overdag geeft hij zich gewonnen en erkent hij een racist te zijn. Hoewel hij in zijn hoofd doorratelt en we als lezer zijn gedachten onzin moeten vinden, zijn deze gedachten misschien nog wel de meest zinnige uit de roman. Wat gelukkig meer zegt over hoe luchtig en uit de bocht de andere gedachten zijn. Barteke gaat uiteindelijk zo ver dat hij een donkere jongen wil vermoorden. Van een geheel andere orde is dat een politieagent zijn vrouw doodmartelt, ook doodleuk, in precies dezelfde stijl uitgewerkt in deze roman, wat de luchtigheid wat geweld aandoet. Het perspectief wisselt veel, zodat de verhaallijnen door elkaar lopen en er allerlei vergissingen optreden, al is verhaallijn misschien een groot woord voor de uitgesponnen scènes, voor de racistische dromen, angsten over scheten, het creëren van een slamgedicht of het uitdenken van een nieuwe carrière. Het lukt de schrijver echter heel goed om de lezer vast te houden en mee te nemen in de gekte, om de problemen van de personages de problemen van de schrijver te maken, en hoewel de inhoud steeds flauw is, is het boek vooral grappig en leest het vlot. Dat maakt Cruise, binnen het genre van kluchten, een aanwinst.
Erik-Jan Hummel
Christophe Vekeman – Cruise. De Arbeiderspers, Amsterdam. 222 blz. € 18,99.